Kies pagina               

Hoofdstuk 1 – Experimenten

 0. Algemeen

0.1. Vlammen van de bunsenbrander

  • Info: Een satéstokje op verschillende plaatsen in de bunsenbrander brengen en kijken hoe sterk de verbranding gebeurt en welke verkoling dat optreedt.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: geen
  • Thema: basisvaardigheden
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  werken met bunsenbrander – temperatuur 

0.2. Smaakzones op de tong

  • Info: Verschillende oplossingen worden op verschillende plaatsen op de tong aangebracht. De smaak wordt telkens omschreven
  • Moeilijkheid: eenvoudig – WERK VEILIG
  • Chemische stoffen: 4 druppels suikerwater – 4 druppels citroenzuuroplossing -4 druppels keukenzoutoplossing -4 druppels kinine dihydraatoplossing
  • Thema: basisvaardigheden
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  smaakwaarneming – omschrijven van een waarneming -veilig werken 

0.3. Volumebepaling

  • Info: Bepaling van de nauwkeurigheid van het glaswerk. Telkens wordt een bepaalde hoeveelheid water genomen.
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: /
  • Thema: basisvaardigheden
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  nauwkeurigheid – gebruik van glaswerk -veilig werken 

0.4. Microbunsenbrander

  • Info: Maken van een mini bunsenbrander in een kroonkurkje 
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: Keukenzout – Kopersulfaat – Glucose – Kaarsvet
  • Thema: labomaterialen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  maken en aansteken van een bunsenbrander 

0.5 Een oplossing opwarmen met een bunsenbrander

  • Info: Het aansteken van een bunsenbrander en het opwarmen van water
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: water
  • Thema: labomaterialen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  maken en aansteken van een bunsenbrander – opwarmen van een oplossing – basisvaardigheden

0.6. Hoe gebruik je een bunsenbrander correct?

  • Info: Hoe gebruik je correct een bunsenbrander? De blauwe vlam, waar de zuurstof volledig open staat, is niet alleen veel warmer, de verbranding verloop ook veel zuiverder, er is geen roetaanslag.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: 40 g ijs (2 kg voor heel de groep) – keukenzout (200 g voor heel de groep)
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  energieuitwisseling bij oplossen van stoffen – exo- en endo-energetisch proces – vriespuntsverlagende werking

1. Stofeigenschappen

1.1. Aggregatietoestanden

1.1.1. Dichtheid van ijs en water en beweging van gesmolten ijs in water

  • Info: Wat is het verschil in de dichtheid tussen ijs en water en op welke manier beweegt het gesmolten ijs dan in het water? Wanneer we een ijsblokje in een bekerglas brengen, zal dit op het water drijven omdat er een verschil is in de dichtheid van het ijsblokje en het water.
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: Ijsblokjes met en zonder kleurstof
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  aggregatietoestanden – massadichtheid – intermoleculaire krachtern water

1.1.2. Droog ijs in ballon

  • Info: Droogijs laten sublimeren. Het gevormde koolzuurgas blaast ballon op.
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: Een stukje droog ijs 
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  sublimeren – uitzetten van gas

1.1.3. Sublimatie van luchtverfrisser

 

  • Info: Luchtverfrisser opwarmen. Het gas laten sublimeren op een koud oppervlak
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: Een stukje luchtverfrisser (vast) 
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  sublimeren – rijpen

1.1.4. Waarom heet droog ijs, droog ijs?

  • Info: Ijs smelt tot water, droogijs sublimeert tot koolzuurgas. De twee stukken “ijs” worden naast elkaar gelegd.
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: Een ijsblokje – een stukje droog ijs
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  sublimeren – rijpen

1.1.5. Sublimatie van droogijs

  • Info: Het droogijs sublimeert en door het ontstane koolzuurgas dooft een brandende kaars
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: Een brandende kaars – een stukje droog ijs
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  sublimeren – rijpen

1.1.6. Stolpunt van paraffine bepalen

  • Info: Gesmolten paraffine terug laten afkoelen en controleren bij welke temperatuur de overgang van vloeibaar naar vast voorkomt
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen:Paraffine/kaarsje
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  aggregatietoestand – fasenovergangen – stollen

1.1.7. Stolpunt van p-dichloorbenzeen

  • Info: Gesmolten p-dichloorbenzeen terug laten afkoelen en controleren bij welke temperatuur de overgang van vloeibaar naar vast voorkomt
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen:p-dichloorbenzeen
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  aggregatietoestand – fasenovergangen – stollen

1.1.8. Sublimeren van benzoëzuur

  • Info: Benzoëzuur verhitten zodat het overgaat naar de gastoestand.Nadien benzoëzuur laten afkoelen. Van gas naar vaste toestand.
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: benzoëzuur
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  aggregatietoestand – fasenovergangen – sublimeren

1.1.9. Smelten, verdampen en condenseren

  • Info: Ijs laten smelten tot water en nadien van water tot waterdamp
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: water
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  aggregatietoestand – fasenovergangen – smelten – verdampen

1.1.10. Eigenschappen bij aggregatietoestanden

  • Info: Ijs, water en  lucht naast elkaar en eigenschappen vergelijken
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: water
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  aggregatietoestand – fasenovergangen 

1.1.11.De groeiende ballon

  • Info: Ballon met wat water in leggen in een magnetron. De bal zal uitzetten
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: water
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  aggregatietoestand – uitzetten van een gas

1.1.12. Smelten en stollen van stearinezuur

  • Info: Opgewarmd stearinezuur (vloeibaar) wordt geleidelijk afgekoeld. De stolcurve wordt dan uitgezet
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: stearinezuur
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  aggregatietoestand – stolpunt – fasenovergangen

1.1.13. Verwarmen van water

  • Info: De kookcurve van water wordt opgesteld door telkens bij opwarmen de temperatuur wordt gemeten en in grafiek opgenomen
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: water
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:  aggregatietoestand – kookpunt – fasenovergangen

1.1.14. Alcohol verwarmen in een waterbad

  • Info: De kookcurve van ethanol wordt opgesteld door telkens bij opwarmen de temperatuur wordt gemeten en in grafiek opgenomen
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: ethanol
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:  aggregatietoestand – kookpunt – fasenovergangen

1.1.15. Ijsballon

  • Info: Laten krimpên en uitzetten door water in fles waarop een ballon staat op te warmen en af te koelen.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: water/ ijs
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:  aggregatietoestand – uitzetting van gassen – fasenovergangen

1.1.16. Vast, vloeibaar en gasvormig

  • Info: Beker met water, kiezeltjes, lucht en de eigenschappen van deze aggregatietoestand vergelijken
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: water – kiezeltjes
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:  aggregatietoestand

1.2. Brekingsindex

1.2.1. Onzichtbaar glas

  • Info: Breking van licht op basis van 2 lagen water – olie waarin een glazen staaf zit
  • Chemische stoffen: Zonnebloemolie/Arachideolie – Water
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:  brekingsindex

1.2.2. Hologram

  • Info: Bij deze illusie wordt het originele beeld (de video) gereflecteerd door het schuine stuk plastiek. Omdat het plastiek doorzichtig is, zien we doorheen deze ‘spiegel’ en lijkt de weerspiegeling op een 3-dimensionaal hologram
  • Chemische stoffen: cd-hoes
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min (niet meegerekend maken van hologram)
  • Begrippen:  brekingsindex – hologram

1.2.3. Spiegelen met water

  • Info:  Door de lichtbreking op het water wordt de tekening gespiegeld. Lichtstralen veranderen van richting wanneer ze in een ander medium (stof) terecht komen.
  • Chemische stoffen: glas water
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min (niet meegerekend maken van hologram)
  • Begrippen:  brekingsindex – hologram

1.2.4. Reageerbuis verbrijzelen

  • Info:  Glas is doorzichtig. Door het verbrijzelen van glas lijkt het alsof glas wit is.
  • Chemische stoffen: glas water
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min (niet meegerekend maken van hologram)
  • Begrippen:  brekingsindex – hologram

1.3. Dichtheid

1.3.1. De watertoren

  • Info:  Bij het experiment wordt de alcoholische oplossing over een doek naar het glas overgebracht. Door capillariteit dringt de oplossing in het glas. Vermits de alcohol een kleinere dichtheid heeft, stijgt de oplossing in het glas en mengt zich met het bovenste deel.
  • Chemische stoffen: Water (300ml) – Kleurstof (universele indicatoroplossing) – ethanol
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min (niet meegerekend maken van hologram)
  • Begrippen: dichtheid – capillariteit

1.3.2. Dichtheid van ijs en water en beweging van gesmolten ijs in water

  • Info: Wat is het verschil in de dichtheid tussen ijs en water en op welke manier beweegt het gesmolten ijs dan in het water? Wanneer we een ijsblokje in een bekerglas brengen, zal dit op het water drijven omdat er een verschil is in de dichtheid van het ijsblokje en het water.
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: Ijsblokjes met en zonder kleurstof
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  aggregatietoestanden – massadichtheid – intermoleculaire krachten water – dichtheid

1.3.3. Dichtheidsverschil cola en cola light

  • Info: Wat is het verschil in de dichtheid tussen cola en cola light. Cola zingt in water, cola light niet
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: cola en cola light
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  dichtheidsverschillen

1.3.4. Drijven of zinken

  • Info: Ijsblokjes in alcohol en water. In alcohol zinkt het ijblokje, niet in water
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: water – alcohol – ijsblokjes
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  dichtheidsverschillen

1.3.5. Magische eieren

  • Info: Eieren in een keukenzoutoplossing zinkt, eieren in een zoutzuuroplossing komt drijven. De reden van het bewegen is de vorming van CO2 van het CaCO3 van de eierschaal wat in contact komt met de HCl. Wanneer het ei aan het oppervlak komt wordt de gevormde CO2 langs de lucht geëvacueerd.
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: twee eieren van 65-70g – NaCl – 6mol/l HCl
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  dichtheidsverschillen – vorming van koolzuurgas door reactie zoutzuur en calciumcarbonaat

1.3.6.  Maken van een verkeerslicht

  • Info: Eerst wordt de groene waterige oplossing in een proefbuis geplaatst. Voeg nu de rode organische oplossing toe, deze drijft bovenop. De gele fase is de laatste die wordt toegevoegd. Dit hoopt zich op tussen de bovenste rode en de onderste groene fase
  • Moeilijkheid: moeilijk
  • Chemische stoffen: ethanol – petroleumether – water – kaliumcarbonaat – kopersulfaatpentahydraat – kaliumdichromaat – methylrood – sudanIII
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  dichtheidsverschillen 

1.3.7. Mysterieuze ijsblokken

  • Info: Ijsblokjes in alcohol en water. In alcohol zinkt het ijblokje, niet in water
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: water – alcohol – ijsblokjes
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  dichtheidsverschillen

1.3.8. Olie op water

  • Info: Ijsblokjes in olie. Ijs heeft ongeveer dezelfde dichtheid dan olie en beweegt zich naar boven in de olie. Gesmolten ijs (water) heeft een hogere dichtheid en beweegt bijgevolg naar de bodem van het glas.
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: water – olie – ijsblokjes
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  dichtheidsverschillen

1.3.9. Regenboog van suikerwater

  • Info: Door oplossingen van suiker te maken met een verschillende hoeveelheid van suiker creëren we oplossingen met verschillende dichtheden. Wanneer deze lagen rustig op elkaar aangebracht worden beginnende met de oplossing met de hoogste densiteit, blijven de verschillende lagen behouden. Door aan elke oplossing een kleur toe te voegen kunnen we zo een regenboogeffect creëren.
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: Suiker – Water – kleurstoffen
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  dichtheidsverschillen

1.3.10. Volumetoename van water door verwarming

  • Info: Door water op te warmen zet het volume uit. Dit wordt gecontroleerd door een volle erlenmeyer gevuld met water te verwarmen en het volume water wat toeneemt wordt gevolgd.
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: water – erlenmeyer – capillair
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  dichtheidsverschillen – invloed van warmte op dichtheid

1.3.12. Vorm de meeste kleurlagen in een vloeibaar mengsel

  • Info: Maak zoveel mogelijk lagen in een erlenmeyer van allemaal oplossingen met verschillende dichtheid
  • Moeilijkheid: moeilijk
  • Chemische stoffen: gedemineraliseerd water – olie – honing – siroop – alcohol – Plasticine klei – zout – glycerine -kleurmiddelen
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  dichtheidsverschillen 

1.3.13. Welk gas is het zwaarst?

  • Info: Via een proef met kaarsjes doven met koolzuurgas wordt aangeduid dat koolzuurgas zwaarder is dan lucht
  • Moeilijkheid: gemakkelijk
  • Chemische stoffen: theelichtje – bakpoeder – tafelazijn
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  dichtheidsverschillen van gassen

1.3.14. Vloeistoflagen

  • Info: Maak zoveel mogelijk lagen in een erlenmeyer van allemaal oplossingen met verschillende dichtheid
  • Moeilijkheid: moeilijk
  • Chemische stoffen: bio-honing – kastanje honing – rijstsiroop – agavesiroop – Luikse siroop – melk – dreft afwasmiddel – micellaire gel – zonnebloemolie – olijfolie – ontsmettingsalcohol – make-up remover
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 30 min
  • Begrippen:  dichtheidsverschillen 

1.3.15. Plastiek herkennen op basis van dichtheid

  • Info: Verschillende oplossingen worden gemaakt met telkens verschillende dichtheden. De kunststofstaaltjes worden hierin gebracht en onderscheiden op basis van dichtheid
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: verschillende plastics (PP, HDPE, LDPE, PS, plexiglas, PET) – ethanol – keukenzout – natriumdiwaterstoffosfaat
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:  dichtheidsverschillen 

1.3.16. Dansende mottenbollen

  • Info: Mottenbollen worden gebracht in water met bakpoeder. Hieraan wordt citroenzuur toegevoegd. De reactie geeft koolzuurgas die de mottenbollen doet naar boven drijven van de mottenbol in de oplossing. Aan het oppervlak gekomen verliezen de mottenbollen de koolzuurgas en zinken 
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: 10 g marmerstukken – 5 g zout – 50 ml zoutzuur 1 mol/l – indicator
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:  dichtheidsverschillen 

1.3.17. Dansende mottenbollen met marmer

  • Info: De mottenbollen nemen de CO2 op en worden lichter. Ze gaan drijven. Aan het wateroppervlak wordt het gas afgegeven. De mottenballen zakken. 
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: tiental mottenbollen (naftaleen) – bakpoeder – paar scheppen citroenzuur of wijnsteenzuur
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:  dichtheidsverschillen 

1.3.18. Lavalamp met een ijsblokje

  • Info: Welke stof heeft de grootste massadichtheid?
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: ijsklontje – glas slaolie
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: massadichtheid

1.4. Magnetisme

1.4.1. Ijzer in munten

  • Info: In welke euromunten zit ijzer? Welke munten worden aangetrokken of afgestoten door een magneet
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: magneet – alle soorten euromuntstukken
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  magnetisme

1.4.2. Magnetiet

  • Info: Een stof maken uitgaande van oplossingen welke aangetrokken wordt door een magneet. Dit zwarte ijzeroxide is een mineraal met de naam magnetiet.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: 0,250 g IJzer(III)chloride (FeCl3•6H2O) – 0,128 g IJzer(II)sulfaat (FeSO4•7H2O) – 4 ml 2 mol/l NH3 (aq) – 4ml zoutzuur 2mol/l
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  magnetisme

1.4.3. Zwevende magie

  • Info: Hoe kunnen we de zwaartekracht tarten op aarde? Het lijkt alsof de magneet zweeft doorheen de buis in plaats van de vallen dankzij de zwaartekracht. We zien ook dat de magneet een draaiende beweging maakt naar onder toe.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Cu-buis – Neodymiummagneet 
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  magnetisme

1.4.4. Magnetisch Slijm

  • Info: Borax en PVA reageren samen tot een mengsel met een slijmachtige structuur. Dit mengsel heeft geen magnetische eigenschappen waardoor het niet aangetrokken wordt door de magneet. Als we ijzerpoeder toevoegen aan het slijm wordt dit wel aangetrokken door de magneet.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Borax (Natriumtertraboraat, Na2[B4O5(OH)4] ·8H2O) – Knutsellijm (PVA) – IJzerpoeder
  • Thema:stofeigenschappen – slijm
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  magnetisme – maken van slijm

1.4.5. Magnetische lucifers

  • Info: In het uiteinde van lucifers met een rood kopje zit ijzer(III)oxide. De ijzerionen  blijven aanwezig in de verbrandde lucifers . Hierdoor kan de magneet  het verbrandde deel van de lucifer aantrekken en dit ook mede doordat het reactieproduct zeer licht werd.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Lucifers – Sterke magneet
  • Thema:stofeigenschappen 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  magnetisme 

1.4.6. Paramagnetische stoffen

  • Info: Welke zouten of verzadigde oplossingen zijn magnetisch? Een reeks metaalzouten worden gecontroleerd op magnetisme.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: calciumsulfaatCaSO4 (elk hydraat) – mangaan(II) sulfaatMnSO4 (elk hydraat) – koper(II)sulfaatCuSO4•5H2O – zinksulfaatZnSO4 
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:  magnetisme 

1.5.Oplosbaarheid

1.5.1. Maak de origineelste chemische tuin

  • Info: Je maakt waterglas met natriumsilicaat. Zodra de kristallen met de natriumsilicaatoplossing in aanraking komen lossen ze gedeeltelijk op en vallen in ionen uiteen en geven verschillende patronen in het waterglas.
  • Moeilijkheid: niet zo eenvoudig
  • Chemische stoffen: Aluminiumsulfaat – Ijzer(II)chloride – Ijzer(III)chloride – Koper(II)sulfaat – Kobaltdichloride – Magnesiumchloride – Mangaan(II)chloride – Nikkeldinitraat – Cadmiumnitraat – Water
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:  oplosbaarheid – diffusie – osmose

1.5.2. Spuit de hoogste colafontein

  • Info: Maak de hoogste colafontein met 1,5L cola-Light, Coca Cola, Cola Light Lemon of Cola Zero en 5 mentossnoepjes naar keuze.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen:  1 Fles Cola naar keuze –  5 mentos naar keuze
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  oplosbaarheid – oppervlaktespanning

1.5.3. Aantonen van de oplosbaarheid van gassen

  • Info:Zuurstofgas lost minder goed op in water dan koolstofdioxidegas. Dit kan je vaststellen doordat de temperatuur van het water in de erlenmeyer met CO2 hoger is dan de temperatuur van het water met O2. Hoe hoger de temperatuur, hoe beter vaste stoffen oplossen, maar hoe slechter gassen oplossen.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen:  azijn en bakpoeder voor de productie van koolstofdioxide
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  oplosbaarheid van gassen

1.5.4. Oplosbaarheid

  • Info: Wat gebeurt er als we olie, water en afwasmiddel samenvoegen?    Wat gebeurt er als we wasbenzine, water en olie samenvoegen? Dat een vloeistof niet oplost in water kunnen we zien als er twee lagen gevormd worden. Stoffen die niet goed oplossen in water noemen we hydrofobe stoffen terwijl we stoffen die wel goed in water oplossen hydrofiel noemen
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen:  Water – Afwasmiddel – Wasbenzine – Slaolie
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  oplosbaarheid – polaire en apolaire stoffen

1.5.5. Suikerspin

  • Info: Wat gebeurt er met inkt op een suikerklontje als we dit in water leggen? De inkt wordt opgenomen in het suikerklontje. Als we deze dan in water leggen, zal het suikerklontje oplossen  waardoor de inkt in draden ook zichtbaar zal uitlopen.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: inkt – suikerklontje
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  oplosbaarheid – oplosbaarheid visualiseren

1.5.6.  Sneeuw in een proefbuisje met ammoniumchloride

  • Info:  De oplosbaarheid van ammoniumchloride is twee keer zo groot bij warm als bij kou. Met deze eigenschap kunnen we prachtige sneeuwval in een flesje maken. Bovendien zou elke verbinding kristallen van verschillende, unieke vorm vormen. 
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen:  Water – Ammoniumchloride NH₄Cl
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  oplosbaarheid – verzadiging en oververzadiging

1.5.7. Droog ijs in water

  • Info:  De gasvormige dampen die je kan waarnemen worden veroorzaakt door de sublimatie van het droog ijs (= vaste CO2). Het droog ijs gaat over van de vaste aggregatietoestand naar de gasvormige aggregatietoestand.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Water – Een stukje droog ijs
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  oplosbaarheid – sublimatie 

1.5.8. Hydrofiel en hydrofoob

  • Info: Hoe kun je het hydrofiel (polair) en hydrofoob (apolair) karakter van een vloeistof heel eenvoudig aantonen? Ethanol lost op in het water, het koolwaterstof niet. Ethanol is hydrofiel of polair, het koolwaterstof is hydrofoob of apolair.  
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: 1 ml ethanol – 2 ml water – 1 ml heptaan
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  oplosbaarheid – microschaal – hydrofiel en hydrofoob – polair en apolair

1.6. Optische activiteit

1.6.1. Aantonen van optische activiteit met fructose

  • Info: Hoe kan je aantonen dat er een optische activiteit plaatsvindt bij een suikeroplossing?  Het verschil tussen optisch zuivere stoffen blijkt uit het verschil in wisselwerking met vlak gepolariseerd licht. In een polarimeter wordt dat zichtbaar gemaakt. Het vlak van het gepolariseerde licht wordt door een optisch actieve stof over een bepaalde hoek gedraaid. Bij de gebruikte D-fructoseoplossing is de draaiing best hoog
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: D-fructose
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  oplosbaarheid – microschaal – hydrofiel en hydrofoob – polair en apolair

1.7. Osmose en diffusie

1.7.1. Chemische amoebe in een petrischaal

  • Info: Wat zal er gebeuren als men cyclohexanol toevoegt aan een oplossing van kaliumdichromaat en zwavelzuur?De pulserende veranderingen van grootte en vorm van de deeltjes ontstaat door de gedeeltelijke oxidatie van cyclohexanol door het kaliumdichromaat in zuur milieu tot cyclohexanon. De druppels veranderen in vorm door de verandering van oppervlaktespanning door wisselende verhouding van cyclohexanol en cyclohexanon.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: Kaliumdichromaat – Zwavelzuur – Cyclohexanol
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  osmose – diffusie – redoxreactie – microschaal – pulserende werking 

1.7.2.  Chemische tuin ontwerpen

  • Info: Je maakt waterglas met natriumsilicaat. Zodra de kristallen met de natriumsilicaatoplossing in aanraking komen lossen ze gedeeltelijk op en vallen in ionen uiteen en geven verschillende patronen in het waterglas.
  • Moeilijkheid: niet zo eenvoudig
  • Chemische stoffen: Aluminiumsulfaat – Ijzer(II)chloride – Ijzer(III)chloride – Koper(II)sulfaat – Kobaltdichloride – Magnesiumchloride – Mangaan(II)chloride – Nikkeldinitraat – Cadmiumnitraat – Water
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:  oplosbaarheid – diffusie – osmose

1.7.3. Chemische tuin, elk zout apart

  • Info: Je maakt waterglas met natriumsilicaat. Zodra de kristallen met de natriumsilicaatoplossing in aanraking komen lossen ze gedeeltelijk op en vallen in ionen uiteen en geven verschillende patronen in het waterglas.
  • Moeilijkheid: niet zo eenvoudig
  • Chemische stoffen: Aluminiumsulfaat – Ijzer(II)chloride – Ijzer(III)chloride – Koper(II)sulfaat – Kobaltdichloride – Magnesiumchloride – Mangaan(II)chloride – Nikkeldinitraat – Cadmiumnitraat – Water
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:  oplosbaarheid – diffusie – osmose

1.7.4. Diffusie van een gas via microschaalexperimenten

  • Info: Hoe kunnen we  diffusie aantonen? We stellen vast dat het CuSO4 blauw kleurt. De vakjes dicht bij het vakje met ammoniak kleuren als eerste, later volgt de rest. Dit komt door de diffusie van ammoniak. Het verspreidt zich geleidelijk aan.
  • Moeilijkheid: niet zo eenvoudig
  • Chemische stoffen: Geconc. NH3 – CuSO4 0,5 mol/l
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:   diffusie van gassen, ammoniak

1.7.5.  Diffusiesnelheid van ionen door neerslagreactie

  • Info: Wat gebeurt er als we lood(II)acetaat en natriumsulfide in een petrischaaltje met water   samenvoegen? Er ontstaat een rood/bruin neerslagfront in het midden van het petrischaaltje
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: Lood(II)acetaat – Natriumsulfide
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:   diffusie en neerslagreacties – diffusie in petrischaal

1.7.6. Geprojecteerde neerslagen

  • Info: Vul een petrischaal half met water. Aan één zijde wordt een spatelpunt NaCl gebracht aan de andere kant een spatelpunt AgNO3. Gebruik ook KI. Door diffusie verdelen de drie zouten zich geleidelijk in het water.
    Indien voldoende contact ontstaan er respectievelijk AgCl (witte neerslag )en AgI (gele neerslag). Eventueel ontstaat nog door licht Ag.
  • Moeilijkheid: niet zo eenvoudig
  • Chemische stoffen: zilvernitraat – NaCl – KI
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:   diffusie en neerslagreacties – diffusie in petrischaal

1.7.7. Gekleurde bloem

  • Info: Hoe kunnen we een witte bloem verkleuren? De inkt lost op in het water doordat het beide polaire stoffen zijn. De bloem neemt de volledige oplossing op en kleurt hierdoor blauw.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Water – Inkt
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:   oplosbaarheid – osmose

1.7.8. Groei van kristallen door osmose

  • Info: Ferrocyanide ionen en de koperionen reageren ter vorming van een colloïdaal half permeabel membraan rond de kopersulfaat kristallen. Water beweegt door het membraan als de kopersulfaatcellen oplossen wat een verhoging van osmotische druk geeft in het membraan en de cellen doet vergroten.
  • Moeilijkheid: niet zo eenvoudig
  • Chemische stoffen:  100ml 3% K4Fe(CN)6.3H20 – 6-8 kleine kristallen kopersulfaat (kopspeld groot)
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:   oplosbaarheid – osmose

1.7.9. Migratie van waterstof is sneller dan van lucht

  • Info: Maak de ballon goed vast met een aantal elastiekjes. De onderkant is afgesloten. Laat de spuit met waterstofgas een 30 minuten staan en te zien is dat de ballon naar binnengezogen werd. Na één dag is dit nog duidelijker. Het waterstofgas is in staat te migreren door de ballon
  • Moeilijkheid: niet zo eenvoudig
  • Chemische stoffen:  waterstofgas
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:   diffusie van gassen

1.7.10. Onderwaterdans

  • Info: Voeg traag en druppelsgewijs de methyleenblauw oplossing aan 80 ml water. Het methyleenblauw verdeelt zich traag in water
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen:  water – inkt
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:   diffusie aantonen

1.7.11. Onoplosbare suiker

  • Info: Het collodion zorgt voor een semipermeabel membraan rond de suiker en belet dat de suiker snel oplost in het water. Door de semi-permeabele wand beweegt wel, zij het traag water. In dat water lost suiker op en het suikerwater beweegt traag door het membraan.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: klontje suiker – collodionoplossing 4%
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:   diffusie aantonen – oplosbaarheid

1.7.12.  Osmose door een ei-membraan

  • Info: De eieren hebben een harde schaal van calciumcarbonaat en hieronder een membraan dat doorlaatbaar is voor water. Wanneer het ei gebracht wordt in de tafelazijn, wordt de schaal opgelost
    Er ontstaat een proces van osmose waarbij water door het eimembraan beweegd van hoge concentratie naar lage concentratie. In water beweegt water naar binnen. In de suikersiroop beweegt water naar buiten.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: 3 rauwe eieren – 500ml tafelazijn  – 20% suikersiroop ( los 85 g tafelzuiker op in 350ml water) – 10mg methyleenblauw indicator
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:   diffusie aantonen – oplosbaarheid

1.7.13. Thixotropie

  • Info: Het bloedwonder van Napels worden nagedaan.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: Ijzer(III)chloridehexahydraat – calciumcarbonaat – NaCl – water
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:   diffusie aantonen – thixotropie

1.7.14. Groeien van gummibeertjes  

  • Info: Als de gelatine in de gummibeer water opneemt, dan zwelt de gummibeer op. Hij wordt groter en zachter.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: gummibeertjes – water
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:   diffusie aantonen

1.7.15. Diffusie van een gas via microschaal

  • Info: Hoe kunnen we diffusie aantonen met rode koolsap en ammoniak?
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: Rode koolsap – Geconcentreerd ammoniak – Enkele druppels van een zuur
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:   diffusie van gassen – microschaal

1.7.16. Kikkerkuit

  • Info: Hoe verspreidt kaliumpermanganaat in water? Door middel van diffusie verspreidt het kaliumpermanganaat in het water
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: Water – Kaliumpermanganaat
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:   diffusie  – microschaal

1.7.17. Kleurrijke kwallen

  • Info: Hoe kunnen we op een kunstmatige manier mooie kwallen krijgen? In dit experiment gebruiken we vier oplossingen van metaalzouten. Dit is een blauwachtig kopersulfaat CuSO4, geeloranje ijzerchloride (III) FeCl3, kleurloos mangaansulfaat MnSO4 en een geelachtig bruin ijzersulfaat (II) FeSO4. In het algemeen: ze reageren met vloeibaar glas en vormen niet-oplosbare verbindingen, daarom ontstaan ​​kwallen.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: Vloeibaar waterglas (natriumsilicaat Na2SiO3) – CuSO4 – MnSO4 – FeCl3 – FeSO4
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:   diffusie  -waterglas – chemische tuin

1.7.18. Thyndall effect

  • Info: Hoe kun je een colloïdale oplossing onderscheiden van een heterogene of homogene oplossing? Als de deeltjes tot hetzelfde groottebereik behoren als de golflengte van het licht, wordt het licht op de deeltjes gebroken, verstrooid en wordt dus zichtbaar. 
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: Verse/halfvolle melk – Gedemineraliseerd water
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:   diffusie licht -colloïdaal mengsel – tyndall effect

1.7.19. Mate van verdeling rode bieten

  • Info: Hoe beïnvloedt de verdelingsgraad het diffusieproces? Omdat de verhouding van oppervlak tot volume het grootst is in de gesneden rode biet, wordt het water sterker gekleurd dan in de beker met de hele biet en met de gehalveerde rode biet. 
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: Gedemineraliseerd water – Drie rode bieten
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:   diffusie kleurstof – verdelingsgraad

1.7.20. Traube cell

  • Info: Hoe kan ik een” plantencel chemisch namaken”? Het Traube-neerslagmembraan bestaat uit koperferrocyanide en vormt zich gemakkelijk op een oppervlak van kristal- kaliumferrocyanide wanneer het kristal in een verdunde oplossing van kopersulfaat wordt gebracht . Het membraan is semi-permeabel en expandeert snel in de Traube-cel. In de cel bevindt zich een hoge concentratie kaliumferrocyanide met een sterke osmotische kracht. Hoewel het niet naar buiten kan diffunderen , kunnen water en de kopersulfaatoplossing naar binnen stromen.
  • Moeilijkheid:  gemiddeld
  • Chemische stoffen: Kopersulfaat – Kaliumhexacyanoferraat(II)
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:   diffusie  – osmose

1.7.21. Chemical garden (chemische tuin)

  • Info: Je maakt waterglas met natriumsilicaat. Zodra de kristallen met de natriumsilicaatoplossing in aanraking komen lossen ze gedeeltelijk op en vallen in ionen uiteen en geven verschillende patronen in het waterglas.
  • Moeilijkheid: niet zo eenvoudig
  • Chemische stoffen: Aluminiumsulfaat – Ijzer(II)chloride – Ijzer(III)chloride – Koper(II)sulfaat – Kobaltdichloride – Magnesiumchloride – Mangaan(II)chloride – Nikkeldinitraat – Cadmiumnitraat – Water
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:  oplosbaarheid – diffusie – osmose

1.7.22. Brownse beweging aantonen

  • Info: Hoe kun je de Brownse beweging zichtbaar maken? Beweging van aluminiumdeeltjes in het geprojecteerd beeld. De beweging wordt intenser met stijgende temperatuur.
  • Moeilijkheid: niet zo eenvoudig
  • Chemische stoffen: detergent of alcohol – aluminiumpoeder
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:  brownse beweging – diffusie 

1.7.23. Diffusie van gassen

  • Info: Hoe kun je diffusie met ammoniak aantonen? De ammoniakdeeltjes gaan zich willekeurig verspreiden. Dit ten gevolge van de kinetische energie die ze bezitten. We kunnen het diffusieproces waarnemen met de indicator broomthymolblauw.
  • Moeilijkheid: niet zo eenvoudig
  • Chemische stoffen: Broomthymolblauw-indicatoroplossing – Ammoniakoplossing 2 mol/l
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  brownse beweging – diffusie van gassen

1.7.24. Bewegende kleuren

  • Info: Welk effect heeft temperatuur op het verdelen van kleurstof in water? De kleurstof en het water mengen zich in beide glazen en er treedt een gelijkmatige kleuring op. In het hete water gebeurt de vermenging sneller dan in het koude water.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: heet water – koud water – kleurstof
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  brownse beweging – diffusie – effect van temperatuur op diffusie

1.7.25. Bereiding van kameleonbolletjes

  • Info: Hoe kunnen we een vloeibare indicator gebruiken, zonder dat we de hele oplossing moeten kleuren met de indicator? De balletjes veranderen van buiten naar binnen van kleur. In een zure oplossing kleuren de kameleonballetjes rood-roze, in een neutrale oplossing blauw, en in een basische oplossing kleuren de balletjes geel-groen. Als je de reageerbuis lichtjes schudt, lijken de balletjes erin te zweven. Na enige tijd diffundeert de kleurstof uit de ballen.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: calciumchloride 1% – gedestilleerd water – natriumalginaat 2%
  • Thema: soorten mengsels
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: emulsie – diffusie

1.7.26. Oplossing: theezakje en water

  • Info: Hoe kan men de Brownse moleculaire beweging zichtbaar maken? De kleurstoffen in de gedroogde pepermuntblaadjes in het theezakje zijn gedeeltelijk in water oplosbaar. In tegenstelling tot koud water kan heet water kleurstoffen heel goed oplossen; het is een uitstekend oplosmiddel. 
  • Moeilijkheid:  gemiddeld
  • Chemische stoffen:  Theezakje – 150 ml water
  • Thema: soorten mengsels – stofeigenschappen
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen: diffusie – oplossing

1.8. Oppervlaktespanning

1.8.1. Kunstmatig lotuseffect op een cd

  • Info: Hoe kunnen we het lotuseffect nabootsen? De polycarbonaatlaag van de CD reageert met de aceton en vormt fijne kristallen die het oppervlak opruwen. Het resultaat is een ruw, super hydrofoob oppervlak in het bereik van nano /micrometer, dat werkt als een oppervlak met een lotuseffect.  
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: Gedemineraliseerd water – Aceton – Oude CD
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  oppervlaktespanning – hydrofiel/hydrofoob

1.8.2. Drijvende kunst

  • Info: Hoe kan je een tekening tot leven laten komen en doen bewegen? Door met whiteboardstift op een glad oppervlak te tekenen, zoals bijvoorbeeld een bord, kan je je tekening tot leven brengen. Dit door de tekening even te laten drogen en vervolgens water toe te voegen.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen:  White boardstift – Diep bord – Water
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  oppervlaktespanning – hydrofiel/hydrofoob – kunststoffen

1.8.3. Kleurenregen

  • Info: Hoe kunnen we een kleurrijke regen doen ontstaan met water en olie? Door gebruik te maken van polaire en apolaire eigenschappen van stoffen kan je zelf een kleurrijke regen creëren binnenshuis.  
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: Plantaardige olie – Vloeibare voedingskleurstoffen
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  oppervlaktespanning – hydrofiel/hydrofoob 

1.8.4. Melk en kleurstof

  • Info: Hoe kunnen we het verschil in volle en magere melk aantonen? Bij de volle melk migreert de voedingskleurstof weg van het afwasmiddel. Bij de magere melk migreert de voedingskleurstof naar het afwasmiddel toe 
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: Volle melk – Magere melk – Voedingskleurstof – Afwasmiddel
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  oppervlaktespanning – hydrofiel/hydrofoob – micellen

1.8.5. Onderwaterregen

  • Info: Hoe kunnen we het ‘laten regenen’ of druppelen onder water? De olie vormt een laag bovenop het water. Langzaamaan druppelen er kleine gekleurde druppels vanuit de olielaag door het water.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: Water – Olie (zonnebloemolie) – Voedselkleurstof
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  oppervlaktespanning – hydrofiel/hydrofoob – micellen

1.8.6. Motorboot

  • Info: Door intermoleculaire krachten tussen de watermoleculen (waterstofbruggen) ontstaat er een oppervlaktespanning aan het wateroppervlak. Deze oppervlaktespanning wordt verbroken door verontreinigingen zoals afwasmiddel (= fysische reactie). 
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: Water – detergent – Voedselkleurstof
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  oppervlaktespanning – hydrofiel/hydrofoob – micellen

1.9. Temperatuur

1.9.1. Hoe kan  een kaars doven zonder de kaars aan te raken?

  • Info: Hoe kan water koken bij een lagere temperatuur dan het kookpunt?
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: water – bruistablet,
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  temperatuur – koolzuurgas – verbranding – branddriehoek

1.9.2. Ijs laat water koken

  • Info: Hoe kan water koken bij een lagere temperatuur dan het kookpunt? De fles werd tot de top gevuld met water, zodat het nauwelijks lucht is in het systeem.Door het ijsblokje ontstaat er een onderdruk waardoor het water nog kan koken bij een lagere temperatuur.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: water – ijs,
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  kookpunt – invloed van druk op kookpunt

1.9.3. Kokosvet koelt bij het smelten

  • Info: Wat gebeurt er wanneer we kokosvet en witte bijenwas in verwarmd water brengen? Faseovergangen worden altijd veroorzaakt door energie. Wanneer een stof van de ene toestand naar de andere overgaat, gaat dit gepaard met de opname of afgifte van warmte.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: water – bijenwas- kokosboter,
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:  energieuitwisseling bij fasenovergangen

1.9.4. Koud en warm packs

  • Info: Maken van cold- en hotpacks met verschillende samenstellingen
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: water – 10 g   NH4NO3 – 10 g   CaCl2 – 10 g   MgSO4
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  energieuitwisseling bij oplossen van stoffen – exo- en endo-energetisch proces

1.9.5. Onderzoek van minarine

  • Info: Vul de proefbuis voor de helft met minarine. Neem de proefbuis vast met de klem. Verwarm de proefbuis zachtjes heen en weer over de hele lengte tot je een scheiding ziet.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: minarine
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: smelttraject van minarine onderzoeken

1.9.6. Snel ijs

  • Info: Hoe kunnen we ijs maken zonder diepvries? Doordat het droogijs een temperatuur heeft van ongeveer -79°C bekomen we veel sneller ijs dan wanneer we het in de diepvries steken.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: Blik verse slagroom – 0,5l melk – Suiker / Vanillesuiker – CO2-blusser
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: kookpunt van droogijs 

1.9.7. Volumetoename van water door verwarming

  • Info: Door water op te warmen zet het volume uit. Dit wordt gecontroleerd door een volle erlenmeyer gevuld met water te verwarmen en het volume water wat toeneemt wordt gevolgd.
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: water – erlenmeyer – capillair
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  dichtheidsverschillen – invloed van warmte op dichtheid

1.9.8. Vriespuntsverlaging door calciumchloride

  • Info: Een in water oplosbaar zout levert een grotere vriespuntsdaling dan een stof die niet splitst in ionen. Als het water ‘verzadigd’ is en er geen zout meer kan oplossen: dan kom je aan -21,1 °C. Wil je beneden m in twintig nog ijs wegkrijgen, dan moet je het keukenzout (natriumchloride of NaCl) vervangen door calciumchloride (CaCl2). Als dat oplost, levert één mol drie deeltjes (een calciumion en twee chloorionen) tegen twee bij keukenzout.
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: ijsblokjes – vast calciumchloride
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  vriespuntverlagende werking – onttrekken van warmte bij oplossen

1.9.9. Vuurvaste ballon

  • Info: Rubber smelt wanneer het wordt verwarmd, daarom knapt de ballon. Omdat het water in de ballon de warmte van de vlam opneemt, smelt het rubber niet en blijft de ballon heel. 
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: 2 balonnen – een weinig water
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  opname van warmte door water 

1.9.10. Welke temperatuur heeft een kaarsvlam?Methode1

  • Info: Wat geeft de thermometer weer wanneer we deze in de vlam houden?
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen:kaars
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  verbrandingstemperatuur meten – temperatuur meten

1.9.11. Blad in de bunsenbrander brandt niet

  • Info: Kunnen we een blad papier in de vlam houden zonder dat deze gaat branden? De temperatuur van de kaarsvlam zorgt ervoor dat er een zwarte ring op het papier wordt gevormd. Wanneer we het papier in het puntje van de vlam houden kleurt deze bruin. Dit omdat het puntje van de vlam veel heter wordt dan het onderste gedeelte.
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen: een kaars, – een aansteker – een blad papier
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  verbranding – branddriehoek

1.9.12. Werking van antivries

  • Info: Door toevoeging van natriumchloride aan het ijs, daalt de temperatuur.
    Zowel glycol als glycerol lost goed op in water. Ze werken vriespuntverlagend. Ze worden toegevoegd aan water om schadelijke uitzetting te voorkomen als het water bevriest.
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen:  ijs- NaCl – Glycol &     glycerol
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  vriespuntsverlagende werking – oploswarmte

1.9.13. Word de strafste zoutstrooier

  • Info: Wat is de laagst mogelijke temperatuur dat je kan verkrijgen  met 40 g ijs en max 10 g zout ?
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen:  keukenzout -ijs
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  vriespuntsverlagende werking – oploswarmte

1.9.14. Smeltcurve chocolade

  • Info: Hoe ziet de smeltcurve van chocolade eruit? We plaatsen de proefbuis met chocolade in een warmwaterbad zodat de chocolade geleidelijk opwarmt. Hierdoor heb je een mooie smeltcurve om af te lezen. Doordat chocolade een mengsel van stoffen is, zien we een smelttraject op de smeltcurve.
  • Moeilijkheid: eenvoudig 
  • Chemische stoffen:  chocolade
  • Thema:stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  smelten – smeltcurve – smelttraject

1.9.15. Maak je coldpack

  • Info: Maken van coldpacks met verschillende samenstellingen
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: 40 g ijs (2 kg voor heel de groep) – keukenzout (200 g voor heel de groep)
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  energieuitwisseling bij oplossen van stoffen – exo- en endo-energetisch proces – vriespuntsverlagende werking

1.9.16. Water verwarmen in warmwaterbad

  • Info: Zet water echt uit bij verhitting? Wanneer het water wordt verwarmd, bewegen de watermoleculen steeds sneller. Hoe sneller de deeltjes bewegen, hoe meer ruimte ze nodig hebben – het water zet uit, waardoor het volume toeneemt.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: water
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  invloed van temperatuur op dichtheid – koken

1.9.17. Luchtdruk verplettert blik

  • Info: Hoe sterk is de luchtdruk? Bij onderdompeling in de kom met water, condenseert de waterdamp plotseling. Vloeibaar water neemt veel minder ruimte in beslag dan waterdamp. De gasdruk in het drankblikje wordt ineens beduidend lager dan de luchtdruk. Dit comprimeert plotseling het drankblik.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: water – blik
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  vormen van onderdruk

1.10. Viscositeit

1.10.1. Lopen op water

  • Info: Als je je vinger langzaam in het mengsel duwt, gaat je vinger wel het mengsel in. Als je snel je vinger in het maïzena-watermengsel duwt, lukt dat niet. Het mengsel lijkt hard. Een maïzena-watermengsel is een voorbeeld van een dilatant.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: water – maïzena
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  viscositeit – niet-Newtoniaanse vloeistoffen

1.10.2. Dilawattes

  • Info: Als je je vinger langzaam in het mengsel duwt, gaat je vinger wel het mengsel in. Als je snel je vinger in het maïzena-watermengsel duwt, lukt dat niet. Het mengsel lijkt hard. Een maïzena-watermengsel is een voorbeeld van een dilatant.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: water – maïzena
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen:  viscositeit – niet-Newtoniaanse vloeistoffen

1.11. Lichtsnelheid

1.11.1. Met chocolade de lichtsnelheid berekenen

  • Info: Hoe berekenen we de snelheid van het licht met behulp van chocolade? We kunnen d.m.v. chocolade en een magnetron de lichtsnelheid ongeveer berekenen. We maten ongeveer 6 cm tussen de 2 smeltpunten. De golflengte is 2 keer deze afstand en hieruit berekende we de lichtsnelheid:  en de frequentie is 2,45.109 /s. Hierdoor is de door ons berekende snelheid 297.106 meter per seconde.
  • Moeilijkheid:  moeilijk
  • Chemische stoffen: magnetron – chocolade
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  lichtsnelheid

1.12. Kleur

1.12.1. Gekleurd detergent, witte schuim

  • Info: Waarom is het schuim wit, ook al is het wasmiddel geel? Schuim bestaat uit ontelbare kleine zeepbellen. De huid van de zeepbel bestaat uit een dun laagje water en de oppervlakte-actieve stoffen in het wasmiddel. Het licht wordt gereflecteerd door deze extreem dunne waterfilm. Als wit licht wordt gereflecteerd, ziet het object er ook wit uit. Daarom ziet het schuim er altijd wit uit, zelfs als het wasmiddel gekleurd was.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: water – detergent
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  schuim – kleur

1.12.2. Schuim maken

  • Info: Waarom is zeepschuim wit, ook al glinsteren zeepbellen en is de shampoo gekleurd?
  • Moeilijkheid:  gemiddeld
  • Chemische stoffen:  Beker – 30 ml zeep – 3 l water
  • Thema: soorten mengsels – stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: schuim – kleur

2. Mengsels

2.1. Afbraak van een gel

  • Info:Hoe een gel afbreken? In de haargel zit een polyelektrolyt (hydroxyethylcellulose) als verdikkingsmiddel. Wanneer  de gel alleen geroerd wordt, neemt de viskositeit niet af. De ionen in de polyelektrolyt gaan terug bindingen vormen. Wanneer men  keukenzout gaat toevoegen aan de gel dan worden de bindingen geneutraliseerd. Dit zorgt er voor dat de gel vervloeit.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Haargel – 10 gram keukenzout
  • Thema: mengsels
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  mengsels – gel – 

2.2. Dansende materie

  • Info: Welke invloed heeft druk op de verandering van aggregatietoestand?  Het mengsel van maïzena en water bestaat uit kleine vaste deeltjes die in suspensie zijn in water. Het mengsel verandert zeer snel van aggregatietoestand wanneer er veranderingen in druk optreden door bijvoorbeeld drukken, knijpen of vibreren. We kunnen dus vaststellen dat de relatie tussen de mechanische spanningen en de snelheid waarmee de aggregatietoestand verandert in deze situatie niet lineair is. 
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: zetmeel/Maïzena – water
  • Thema: mengsels
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen:  niet-Newtoniaans mengsel – viskositeit 

2.3.  Emulsies maken

  • Info: Wat gebeurt er als we olie, water en afwasmiddel samenvoegen? Wat gebeurt er als we wasbenzine, water en olie samenvoegen? Als je olie op water schenkt blijft de olie als een aparte laag op het water drijven. Schud je beide vloeistoffen goed door elkaar dan ontstaat een troebel mengsel (een emulsie) die al snel weer schift (weer twee vloeistoflagen vormt) met de olie als bovenste laag en water als onderste laag.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Water – Afwasmiddel – Wasbenzine – Slaolie
  • Thema: mengsels
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  niet-Newtoniaans mengsel – viskositeit 

2.4. Hoe zijn mengsels in te delen?

  • Info: We kunnen mengsels indelen volgens kleur OF volgens samenstelling OF volgens uitzicht
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Olie (vb frituurolie) – Krijtpoeder – Rode wijn – Spateltje of lepeltje – Zand
  • Thema: mengsels
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen:  heterogeen en homogeen mengsels – soorten mengsels op basis van aggregatietoestand

2.5. Zuivere stof of mengsel?

  • Info: Hoe kunnen we nagaan of we te maken hebben met een zuivere stof, of een mengsel aan de hand van hun kookpunt?

    In de ene grafiek stijgt de temperatuur eerst snel en blijft nadien constant.
    In de andere grafiek stijgt de temperatuur eerst snel en daarna langzamer.

    We kunnen achterhalen welke stof de zuivere stof is, en welke stof dit is door de kookpunten te vergelijken met een tabel met daarin de kookpunten van een gegeven stof.

  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen:  water -zout
  • Thema: mengsels – zuivere stof
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: kookpunt – kooktraject – mengsel – zuivere stof

2.6. Hoe kunnen we zout en suiker van elkaar onderscheiden?

  • Info: Hoe kunnen we suiker en zout van elkaar onderscheiden? Bekijk de stoffen in de petrischaaltjes en beschrijf ze aan de hand van bepaalde kenmerken
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen:  suiker -zout
  • Thema: stofeigenschappen
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen: voorwerpeigenschappen- stofeigenschappen

2.7. Hoe zuiver is water?

  • Info: Neem verschillende stalen water (leidingwater, fleswater….) damp uit en kijk of er een residu overblijft.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen:  soorten water
  • Thema: mengsel en zuivere stof
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: mengsel en zuivere stof

2.8. Indelen van soorten mengsels

  • Info:Omschrijf de verschillende mengsels: homogeen, heterogeen of colloïdaal. Welke aggregatietoestanden vind je in de mengsels? Probeer een schematische voorstelling te maken van het mengsel met het deeltjesmodel.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: mengsels= melk, kopersulfaat in water, krijtpoeder in water
  • Thema: mengsel en zuivere stof
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: mengsel en zuivere stof

2.9. Lipgloss

  • Info: Kunnen we lipgloss maken met producten uit de keuken? Het belangrijkste ingrediënt voor lipgloss is honing. Honing is een vochtinbrenger. Het zorgt ervoor dat er meer vocht uit je lichaam naar je lippen gaat. Ook zorgt honing ervoor dat je lippen glanzen en beschermd zijn tegen de zon. De amandelolie ligt als een laagje op je lippen en zorgt ervoor dat er geen vocht uit je lippen verdampt. Zo kun je geen droge lippen meer krijgen. De amandelolie en de honing maken samen met de vaseline je lippen glad en glanzend. De frambozen zorgen voor een lekkere smaak en een beetje kleur op je lippen.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen Amandelolie (te koop bij de drogist) – 10 frambozen – Honing – Gezuiverde vaseline (te koop bij de drogist)
  • Thema: soorten mengsels
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: mengsel – gel

2.10. Maak je eigen gel

  • Info:Laat de gelatinevelletjes 5 minuten weken in koud water.Knijp de gelatinevelletjes uit en doe ze in het bekerglas.Voeg 4 eetlepels kokend water toe en roer tot de velletjes opgelost zijn.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: 3 velletjes gelatine – Kokend water – Eventueel glitters – Kleurstof – Parfumolie
  • Thema: soorten mengsels
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: mengsel – gel

2.11. Maak je eigen lavalamp

  • Info: Door de bruistablet toe te voegen aan het mengsel, ontstaat er CO2. Deze zorgt ervoor dat er gasbellen ontstaan. Zo krijgen we een leuke lavalamp.

    De kleurstof lost op in het water maar niet in de olie.  Wanneer het bakpoeder of de bruistablet oplost in water ontstaat er CO2. Dat gas is lichter dan olie en water en gaat daarom naar boven. 

  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen:  Warm water – Plantaardige olie – Eventueel kleurstof, inkt – Bruistablet 
  • Thema: soorten mengsels
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: mengsel – emulsie

2.12. Onderzoek van minarine

  • Info: Vul de proefbuis voor de helft met minarine. Neem de proefbuis vast met de klem. Verwarm de proefbuis zachtjes heen en weer over de hele lengte tot je een scheiding ziet.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: minarine
  • Thema: stofeigenschappen 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: smelttraject van minarine onderzoeken

2.13. Wat gebeurt er als we zout en zand in water brengen?

  • Info: Wat gebeurt er als we zout en zand in water brengen? Sommige stoffen lossen goed op in water (zout), andere stoffen lossen moeilijk of niet op in water (zand).
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: Zand – Zout – Water
  • Thema: soorten mengsels
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: homogene en heterogene mengsels

2.14. Zoek het beste zeepbellenrecept

  • Info: Welke verhouding producten maakt de grootste zeepbellen?
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: gedestilleerd water- dreft detergent – glycerol – wit poeder suiker
  • Thema: soorten mengsels
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: schuim

2.15. Lavalamp met kleurtjes

  • Info: Wat gebeurt er als we een bruistablet in een heterogeen mengsel van water en olie brengen?
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: Zonnebloemolie – Water – Kleurstof – Bruistablet of bakpoeder
  • Thema: soorten mengsels
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: emulsie

2.16. Bereiding van kameleonbolletjes

  • Info: Hoe kunnen we een vloeibare indicator gebruiken, zonder dat we de hele oplossing moeten kleuren met de indicator? De balletjes veranderen van buiten naar binnen van kleur. In een zure oplossing kleuren de kameleonballetjes rood-roze, in een neutrale oplossing blauw, en in een basische oplossing kleuren de balletjes geel-groen. Als je de reageerbuis lichtjes schudt, lijken de balletjes erin te zweven. Na enige tijd diffundeert de kleurstof uit de ballen.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: calciumchloride 1% – gedestilleerd water – natriumalginaat 2%
  • Thema: soorten mengsels
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: emulsie – diffusie

2.17. Emulsie: olie en water

  • Info: Wat gebeurt er als je olie en water mengt?  Olie- en waterdeeltjes mengen niet omdat de deeltjes erg van elkaar verschillen. Waterdeeltjes zijn polair, oliedeeltjes zijn niet-polair. Hoe meer de deeltjes op elkaar lijken, hoe gemakkelijker het is om stoffen met elkaar te mengen.
  • Moeilijkheid:  eenvoudig
  • Chemische stoffen: 40 ml water – 40 ml plantaardige olie – 10 ml zeep
  • Thema: soorten mengsels
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen: emulsie

2.18. Maken van messing

  • Info: Wat gebeurt er als je koper en zink versmelt? Koper en zink combineren om de legering te vormen messing . 
  • Moeilijkheid:  gemiddeld
  • Chemische stoffen:  17 g koperpoeder – 7,5 g zinkpoeder
  • Thema: soorten mengsels
  • Tijd:1 5 min
  • Begrippen: legering

2.19. Oplossing: theezakje en water

  • Info: Hoe kan men de Brownse moleculaire beweging zichtbaar maken? De kleurstoffen in de gedroogde pepermuntblaadjes in het theezakje zijn gedeeltelijk in water oplosbaar. In tegenstelling tot koud water kan heet water kleurstoffen heel goed oplossen; het is een uitstekend oplosmiddel. 
  • Moeilijkheid:  gemiddeld
  • Chemische stoffen:  Theezakje – 150 ml water
  • Thema: soorten mengsels – stofeigenschappen
  • Tijd: 5 min
  • Begrippen: diffusie – oplossing

2.20. Mist maken

  • Info: Kun je zelf mist maken en waar is mist eigenlijk van gemaakt? De waterdeeltjes worden samengedrukt tot een punt wanneer u in de fles knijpt. Als je loslaat, bewegen de waterdeeltjes van elkaar af. De waterdeeltjes hebben hiervoor energie nodig, waardoor ze afkoelen. De waterdamp wil weer vloeibaar worden (condenseren). Kleine wolkendruppeltjes vormen zich en zweven in de lucht.
  • Moeilijkheid:  gemiddeld
  • Chemische stoffen:  Wegwerp plastic fles mineraalwater – Luciferhoutje – Wat warm water
  • Thema: soorten mengsels – stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: mist – verdampen

2.21. Schuim maken

  • Info: Waarom is zeepschuim wit, ook al glinsteren zeepbellen en is de shampoo gekleurd?
  • Moeilijkheid:  gemiddeld
  • Chemische stoffen:  Beker – 30 ml zeep – 3 l water
  • Thema: soorten mengsels – stofeigenschappen
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: schuim – kleur

2.22. Suspensie maken

  • Info: Is het mengsel van zand en water een suspensie? Het zeezand wordt door roeren opgedwarreld. Het water wordt bruin. Zodra het water tot rust komt, wordt het weer helder en zakt het zand naar de bodem van de beker.
  • Moeilijkheid:  gemiddeld
  • Chemische stoffen: 20 g zeezand – 150 ml water
  • Thema: soorten mengsels 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: suspensie

2.23. Mengsel of zuivere stof

  • Info: Wanneer spreken we van een mengsel?
  • Moeilijkheid:  gemiddeld
  • Chemische stoffen: verschillende componenten om een mengsel te maken
  • Thema: soorten mengsels 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: verschillende soorten homogene en heterogene mengsels

2.24. Rook en zuiveren van rook

  • Info: Hoe kun een rookmengsel maken en het wassen? Uit de erlenmeyer ontsnapt eerst een blauwe rook die geleidelijk witter wordt. De rook die van de sigaret opstijgt is blauw, de rook die door het water is geborreld en in de mond is geweest is wit. Naarmate we dieper uitademen wordt de lucht vochtiger en gaan de oorspronkelijk zeer kleine ammoniumchloridedeeltjes uit de reactie zich omringen met watermoleculen en dus in omvang groeien. 
  • Moeilijkheid: moeilijk
  • Chemische stoffen: ammoniak geconcentreerd – zoutzuur geconsentreerd – een wasfles en water
  • Thema: soorten mengsels 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: rook

2.25. Mist op het toneel

  • Info: Hoe kun je zelf mist maken?  De opborrelende mist die over de randen van het recipiënt omlaag valt en wel in grotere hoeveelheden als het onder water is gedompeld dan wanneer het bovendrijft. Het sublimerende CO2 doet de waterdamp condenseren. Warm water en het langs alle kanten omringen door het water bij het onderdompelen versnellen het sublimeren en doet ook meer waterdamp ontstaan.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: CO2-blusapparaat grote glazen bokaal met water
  • Thema: soorten mengsels 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: mist

2.26. Bruisen en schuimen

  • Info: Een zuur maakt een gas vrij als het reageert met een carbonaat. Dit gas doet schuim ontstaan door de aanwezigheid van het waspoeder. De kleurverandering ontstaat door de indicator.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: 50 ml methylroodoplossing (0,02 g methylrood in 60 ml 95% ethanol + 40 ml gedestilleerd water) – 20 g waspoeder
  • 50 ml 6 mol/l HCl
  • Thema: soorten mengsels 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: schuim

2.27. Bruisen en schuimen met citroensap

  • Info: Hoe kun je met citroensap schuim maken? Citroensap maakt een gas vrij als het reageert met een carbonaat. Dit gas doet schuim ontstaan door de aanwezigheid van het detergent. 
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: citroen – 10 dr vloeibaar afwasdetergent – 1 soeplepel bakpoeder – 50 ml 6 mol/l HCl
  • Thema: soorten mengsels 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: schuim

2.28. Olie in water emulsie

  • Info: Hoe kun je een olie-wateremulsie bereiden? Met een 10-90 ethanol-tolueen mengsel is de bovenste laag troebel. In de tweede beker met 40-60 ethanol-tolueen is het mengsel in de onderlaag troebel. De troebelvorming wijst op een emulsievorming.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: 40 ml gedestilleerd water – 30 ml tolueen – 10 ml absolute ethanol
  • Thema: soorten mengsels 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: emulsie

2.29. Schud en het beweegt

  • Info: Wat is het verschil tussen een silicagel en een maizena suspensie?
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: 125 ml maïzena – 50 ml water – 150 ml gedestilleerd water – 23 g droge silica
  • Thema: soorten mengsels 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: suspensie – niet-Newtoniaanse vloeistof

2.30. Een rookscherm

  • Info: Hoe kun je een rookscherm maken?  De ontbinding van ammoniumnitraat wordt gekatalyseerd door de aanwezigheid van water.Naarmate de temperatuur stijgt wordt zink geoxideerd.Een aannemelijke verklaring voor de totale reactie is:

    De aanwezigheid van dijood doet roodbruine dampen ontstaan

  • Moeilijkheid: moeilijk

  • Chemische stoffen: 4 g NH4NO3 – 0,5 g NH4Cl – 4 g zinkpoeder  – 0,5 g dijood
  • Thema: soorten mengsels 
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: rook

2.31. Mengsels maken

  • Info: Hoe kun je verschillende mengsels maken?
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: hele reeks stoffen
  • Thema: soorten mengsels 
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: homogene en heterogene mengsels

2.32. Water als zuivere stof of als mengsel

  • Info: Wat is het verschil tussen gedestilleerd water en leidingwater?
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: Verwarmingstoestellen – Gedestilleerd water – Leidingwater
  • Thema: mengsel en zuivere stof
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: mengsel of zuivere stof

3. Scheidingstechnieken

3.1. Adsorptie

3.1.1. Adsorptie cola

  • Info: Hoe ontkleuren we cola? Door middel van adsorptie met norritpoeder of actieve kool hebben we de kleur uit onze cola kunnen onttrekken. We kunnen dus besluiten dat adsorptie een scheidingstechniek is waarbij een adsorptiemiddel, in dit geval de actieve kool, bepaalde bestanddelen uit ons homogeen mengsel, cola, onttrekt. 
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Norritpoeder of actieve kool – Cola
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: adsorptie – norit

3.1.2. Adsorptie van aardbeiensauspoeder

  • Info: Hoe ontkleuren we aardbeiensaus? Door adsorptie met actieve kool kan de rode kleur van het sap verwijderd worden.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: aardbeiensauspoederpoeder 1g – HCl 70% 1ml – ethanol 5ml – actieve kool 10g
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: adsorptie – norit

3.1.3. Adsorptie van geurstoffen

  • Info: Hoe ontgeuren we parfum? Door adsorptie met actieve kool kan de geurstof verwijderd worden.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: actieve kool eventueel zelf gemaakt – eau de cologne
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: adsorptie – norit

3.1.4. Ontkleuren van wijn door adsorptie

  • Info: Door toevoeging van de actieve kool aan de wijn wordt deze zeer donker. Giet men het heterogeen mengsel over de filter, blijft een zwart residu achter en is het filtraat lichter van kleur. De rode kleur is uit het filtraat verdwenen.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: actieve kool eventueel zelf gemaakt – wijn
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: adsorptie – norit

3.1.5. Zuiveren van beekwater door adsorptie op een kolom

  • Info:Breng in de kolom/toevoertrechter wat glaswol. Breng hierop 1 g actief kool. Breng het beekwater op de actieve kool.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: beekwater – actieve kool
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: adsorptie – norit

3.1.6. Bereiding van chloorgas en adsorptie aan actieve kool

  • Info:Hoe zien we dat er een gas is ontstaan? Wordt het gas geadsorbeerd? Aan de reactie zelf zien we niet dat er een gas ontstaat. Als we naar het eerste filtreerpapier kijken, zien we dat er een wel een gas ontstaat omwille dat het filtreerpapier ontkleurt. De actieve kool adsorbeert het chloorgas.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Methylroodoplossing – Zoutzuur  6mol/l  – Actieve kool – KMnO₄
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: adsorptie – norit

3.2. Centrifugatie

  • Info: Het snelle ronddraaien versnelt het bezinken van de neerslag. Daarna kan de vloeistof door decantatie van de vaste stof worden gescheiden.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: verdunde oplossing kopersulfaat (1mol/l) – NaOH oplossing  1mol/l
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: centrifugatie

3.3. Chromatografie

3.3.1. Chromatografie met krijt als stationaire fase

  • Info:Neem de blauwe stift. Schrijf op twee centimeter van een uiteinde van het krijt een doorlopende lijn met de blauwe stift. Plaats het krijt rechtop in de norvanol oplossing. Eindig de chromatografie indien er een duidelijke scheiding is opgetreden van de blauwe kleur.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: 2 stukken krijt – een mortier met stamper. – ethanol – blauwe stift
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: chromatografie

3.3.2. Chromatografie van viltstiften over een koffiefilter

  • Info: Het water wordt opgezogen door de koffiefilter en neemt de inkt mee over de koffiefilter. De  kleur van de viltstift wordt uiteengetrokken
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: koffiefilter – viltstiften
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 15 min
  • Begrippen: chromatografie – papierchromatografie

3.3.3. Funny hair

  • Info: Uit hoeveel kleuren bestaan viltstiften? Het water wordt opgezogen door de koffiefilter en neemt de inkt mee over de koffiefilter. De  kleur van de viltstift wordt uiteengetrokken
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: koffiefilter – viltstiften
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: chromatografie – papierchromatografie

3.3.4. Kolomchromatografie

  • Info: Hoe een mengsel van kaliumpermanganaat en kaliumdichromaat scheiden
  • Moeilijkheid: moeilijk
  • Chemische stoffen: 100 ml mengsel KMnO4 en K2Cr2Otelkens 0.02 mol/l – 25 gAl2O3 – HNO3 0.5 mol/l – H2SO4 0.1 mol/l
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen: chromatografie – kolomchromatografie

3.3.5. Maak het mooiste chromatografie-kunstwerk

  • Info: Hoe bekom je (in groep) de mooiste chromatografie tekening? Wanneer een stuk papier met daarop een inktvlek in een bodempje water gehangen wordt trekt het water omhoog het papier in en neemt de kleurstoffen van de inkt mee,
    maar de verschillende kleurstoffen stijgen niet met dezelfde snelheid. 
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: koffiefilter –  stiften
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: chromatografie  – papierchromatografie

3.3.6. Papierchromatografie met M&M

  • Info: Hoe bekom je (in groep) de mooiste chromatografie tekening met M&M? Maak een M&M vochtig door hem onder te dompelen in het water.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: TLC plaatje –  2 M&M’s – Aceton – Water
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: chromatografie  – papierchromatografie

3.3.7. Papierchromatografie van viltstiften met loopstoffen van variërende pH

  • Info: Door capillaire werking stijgt de vloeistof op en neemt de kleurstoffen (gedeeltelijk) mee. De zuurtegraad heeft een effect oplosbaarheid
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Indicatorpapier pH 1-10 – Zoutzuur 10%: HCl – Ammonia 5%: NH4OH
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: chromatografie  – papierchromatografie

3.3.8. Papierchromatografie op spinazie

  • Info: De kleur van spinazie wordt bepaald door verschillende vormen van chlorofyl, die via chromatografie te scheiden zijn.Chlorofyl a, dan chlorofyl b, dan xantofyl en bovenaan  caroteen.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: petroleumether – verse spinazie of andijvie, fijngesneden – aceton
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: chromatografie  – papierchromatografie

3.3.9. Runge chromatogram van kleurstoffen

  • Info: Span het met kopersulfaat behandeld papier vast aan de houten plankjes met de nageltjes. Experimenteer met de voorhanden oplossingen. Paraffine  belet het bevochtigen van het papier. Je kan verschillende patronen vormen.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen:patentblauw: E132 – Natriumchloride (NaCl), zout – Natriumcarbonaat (Na2CO3, soda) – Kaliumhexacyanoferraat(III) (K3{Fe(CN)6}) – roodbloedloogzout – Tatrazine geel : E102 – Ijzer(III)chloride –  paraffineolie
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: chromatografie  – runge chromatografie

3.3.10.  Scheiding via TLC van aardbeienpudding

  • Info: De verschillende kleurstoffen in aardbeienpudding scheiden van elkaar door TLC-chromatografie
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: oplossing met kleur van puddingpoeder – Loopmiddel: 2,5% natriumcitraat/5% ammoniak/methanol: 20/5/3
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: chromatografie  – papier chromatografie – TLC

3.3.11. TLC van citroensap

  • Info: Is citroensap een zuivere stof? Kunnen we citroensap opsplitsen in haar verschillende componenten en bepalen of het gaat om zuren of basen?
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen:
    • Citroensap,
    • Citroenzuur,
    • Vitamine C,
    • wijnsteenzuur,
    • Broomthymolblauwoplossing,
    • loopvloeistof (n-butanol/azijnzuur/water: 75/15/10) en geconc ammoniak.

    Thema: scheidingstechnieken

  • Tijd:10 min
  • Begrippen: chromatografie  – papier chromatografie – TLC

3.3.12. Twee-dimensionele chromatografie

  • Info: Chromatografie in twee dimensies op filtreerpapier
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Viltstiften (verschillende kleur) – Gedemineraliseerd water – Aceton
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: chromatografie  – papier chromatografie – tweedimensionele chromatografie

3.3.13. Koffiefilter wordt kerstboom

  • Info: Maak het mooiste kerstboompje met zout en viltstft wat opstijgt op een koffiefilter
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: keukenzout of een ander zout – viltstiften – filtreerpapier
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: chromatografie  – papier chromatografie

3.3.14. Chromatografie viltstift

  • Info: chromatogrammen van viltstiftkleuren
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: 10 smalle strookjes filtreerpapier – een reeks viltstiften (op waterbasis) – bekerglas met 10 ml zuiver water als eluens
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: chromatografie  – papier chromatografie

3.3.15. Chromatografie met M&M’s

  • Info: Wat is de samenstelling van de kleurstoffen op de M&M’s? Niet alle M&M’s  hebben meerdere kleuren. Blauw, rood en oranje zijn monokleuren, groen en bruin zijn multikleuren.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: M&M’s – Potlood – Water
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: chromatografie  – papier chromatografie

3.3.16. Zwart naar regenboog

  • Info: Hoe kunnen we aantonen dat de zwarte kleur in stiften een mengkleur is? De inkt in de zwarte marker bestaat uit verschillende pigmenten, die worden opgelost in een oplosmiddel dat wat water en alcohol bevat. 
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Water – Alcoholstift (zwart) – Filtreerpapier – Petrischaal
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:5 min
  • Begrippen: chromatografie  – papier chromatografie

3.3.17.  Chromatografie van bladpigmenten

  • Info: Hoeveel kunnen we de bladpigmenten in spinazie scheiden? Een groen blad heeft verschillende bladpigmenten. Elk pigment heeft maar een bepaalde hoogte tot waar de loopvloeistof het kan meenemen en dit afhankelijk van de stationaire fase. Dit zorgt er voor dat je een scheiding krijgt in de pigmenten. 
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Spinazie blaadjes –  Aceton – Diëthylether
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: chromatografie  – papier chromatografie

3.3.18. Papierchromatografie op microschaal

  • Info: Hoe kun je aantonen op welke manier de verschillende kleuren van een viltstift zijn samengesteld? De kleurstoffen in viltstiften zijn soms mengsels van meerdere kleuren. We hebben dit mengsel gescheiden door middel van een scheidingstechniek, namelijk chromatografie.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Enkele viltstiften – Water – Ampule – Keukenpapier
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: chromatografie  – papier chromatografie

3.4. Decanteren

3.4.1. Decanteren van olie uit mengsel olie-water

  • Info: Bij het mengen gaan de olie en water zich vermengen. Laat men het mengsel staan dan gaan zich snel twee duidelijke fasen vormen. De olie wordt de bovenste fase, het water de onderste. De bovenste laag kan voor een groot deel afgegoten of gedecanteerd worden.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: olie – Water 
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: decanteren – verschil in massadichtheid

3.4.2. Decanteren van olie uit mengsel olie-water met scheidtrechter

  • Info: Bij het mengen gaan de olie en water zich vermengen. Laat men het mengsel staan dan gaan zich snel twee duidelijke fasen vormen. De olie wordt de bovenste fase, het water de onderste. De bovenste laag kan voor een groot deel afgegoten of gedecanteerd worden. De scheiding gebeurt met de scheitrechter
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: olie – Water 
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: decanteren – verschil in massadichtheid – scheitrechter

3.4.3. Sedimenteren en decanteren

  • Info: Hoe kun je een mengsel van zand en water gemakkelijk scheiden? Het zand zinkt naar de bodem van de beker. Het water wordt bruin. Hoe langer je de ophanging laat staan, hoe meer zand en zwevende deeltjes naar de bodem zinken. Het water wordt lichter en lichter totdat het na enkele dagen eindelijk helder is. Het water kan voorzichtig worden afgegoten zonder dat het zand wordt meegesleurd.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: 150 ml water – 50 g zand
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: decanteren – verschil in massadichtheid

3.4.4. Decanteren van een emulsie en een suspensie

  • Info: Op basis van welke stofeigenschappen kunnen de bestandsdelen van een suspensie en emulsie van elkaar gescheiden worden? Bij de suspensie heeft zand een grotere massadichtheid dan water en in de emulsie heeft water een hogere massadichtheid dan olie.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Scheitrechter + statief – Water – Zand – Olie
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: decanteren – verschil in massadichtheid

3.5. Destillatie

3.5.1. Destillatie met Alambic van wijn

  • Info: Maak volgende opstelling van tekening (zie foto hierboven) .Breng in de kolf het zeewater en warm traag op.Indien het water bijna verdwenen is uit de kolf wordt gestopt met de verhitting.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: zout – water -alambic
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: destillatie – verschil in kookpunt

3.5.2. Destillatie met gewoon glaswerk van wijn

  • Info: Destillatie van wijn zonder dat gebruik wordt gemaakt van een liebigkoeler
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: 50 ml wijn
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: destillatie – verschil in kookpunt

3.5.3. Destillatie van wijn met de Vigreuxkolom

  • Info: Destillatie van wijn waarbij gebruik wordt gemaakt van een vigreuxkolom
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: 50 ml wijn – kookkolf – vigreuxkolom
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: destillatie – verschil in kookpunt

3.5.4.  Destillatie met minilabor van wijn

  • Info: Destillatie van wijn waarbij gebruik wordt gemaakt van minilabormateriaal
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: 50 ml wijn – minilabor
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: destillatie – verschil in kookpunt

3.5.5. Destillatie van wijn met geslepen glaswerk

  • Info: Destillatie van wijn waarbij gebruik wordt gemaakt van geslepen glaswerk. Meet met de piknometer de dichtheid en bepaal hieruit   het volume alcohol.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: aardolie
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: destillatie – verschil in kookpunt

3.5.6. Gefractioneerde destillatie van ruwe aardolie

  • Info: Destillatie van aardolie. Geleidelijkaan wordt de temperatuur verhoogd. Onderzoek van brandbaarheid van de opeenvolgende fracties.
  • Moeilijkheid: moeilijk
  • Chemische stoffen: aardolie
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: destillatie – verschil in kookpunt – gefractioneerde destillatie

3.5.7. Gefractioneerde destillatie

  • Info: Destillatie van wijn waarbij gebruik wordt gemaakt van een vigreuxkolom
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: 50 ml wijn – kookkolf – vigreuxkolom
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: destillatie – verschil in kookpunt

3.5.8. Stoomdestillatie van citroenschillen

  • Info: Destillatie van geurstoffen uit citrusvruchtschillen. De destillatie verloopt via stoom.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: citrusvruchtschillen (100 g)
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: destillatie – stoomdestillatie

3.5.9. Stoomdestillatie van lavendel met minilabor

  • Info: Destillatie van geurstoffen uit lavendel. De destillatie verloopt via stoom en in een minilaboropstelling.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: 1 g lavendel
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: destillatie – stoomdestillatie

3.5.10. Vacuümdestillatie van zoutwater

  • Info: Destillatie van zoutwater. De destillatie verloopt via vacuüm en in een minilaboropstelling.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: zoutwater
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: destillatie – vacuümdestillatie

3.5.11. Winnen van citroenschilolie

  • Info: Kunnen we de olie die in citroenschillen zit ontginnen? Na het toevoegen van sudanrood-oplossing zien we duidelijk 2 laagjes. Het bovenste laagje, de citroenschilolie “drijft” bovenop  de waterachtige oplossing. Er is slechts heel weinig citroenschilolie gevormd doordat er veel verloren gaat door verdamping. 
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: citroenschillen, – ijs, – sudan-rood oplossing
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: destillatie – stoomdestillatie

3.5.12. Zelfgemaakte destillatieopstelling voor scheiding van zout uit water

  • Info: Water winnen uit zoutwater door verdampen en condenseren
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: Zoutwater – Kom (best een donkere kleur) – Huishoudfolie
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: destillatie 

3.5.13. Destillatie-opstellingen

 

  • Info: Verschillende destillatieopstellingen naast elkaar
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: rode wijn
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: destillatie  

3.5.14.  Destillatie met ampullen

  • Info: Hoe kun je op een eenvoudige manier cola ontkleuren?
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: cola
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: destillatie  

3.6. Extractie

3.6.1. Extractie door schudden

  • Info: Extractie van dijood uit water door extractie met dichloormethaan
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: joodoplossing 0.1% 2ml – dichloormethaan 2ml
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: extractie

3.6. 2. Extractie van cafeïne uit koffie

  • Info: Hoe verkrijg je cafeïne uit koffie? Door de paarse kleur kunnen we aanduiden dat er cafeïne in koffie zit. De cafeïne lost op in het oplosmiddel (dichloormethaan) en de rest niet. 
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen:  cafeïne houdende stof (koffie) – natriumcarbonaat – dichloormethaan – magnesiumsulfaat – geconc HCl – Kaliumchloraat – NH4OH 2 mol/l
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: extractie

3.6.3. Extractie van kleurstoffen uit een blad

  • Info: Hoe verkrijg je chlorofyl uit spinazie? Chlorofyl kan afgescheiden worden van de andere kleurstoffen door gebruik te maken van het feit dat chlorofyl oplost in benzine, terwijl caroteen en xantofyl dat niet doen. Voeg aan de oplossing van de plantenkleurstoffen in white spirit een gelijke hoeveelheid wasbenzine toe en schud het geheel.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen:   groene bladeren – white spirit – benzine
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:15 min
  • Begrippen: extractie

3.6.4. Extractie van olie uit pindanootjes met Soxhlet

  • Info: Hoe verkrijg je olie uit pindanoten met Soxhlet? Bouw de Soxhletopstelling. Breng de pindanoten met filtreerpapier in een extractiehuls en vervolgens in de Soxhlet. Zet de warmwatermantel aan en extraheer tot de ether minstens 3 keer is overgeheveld.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen:   pindanoten – diëthylether
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:60 min
  • Begrippen: extractie -soxhlet

3.6.5.  Extractie van koffie uit koffiepoeder

  • Info: Een aantal geur-, smaak- en kleurstoffen lossen op in het water, wat dient als extractiemiddel. Na filtratie is de donkere kleur van het water goed zichtbaar. Des te warmer het water, des te meer en des te makkelijker de geur-, kleurstoffen oplossen. 
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: koffiepoeder –  heet water (kookplaat/waterkoker)
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: extractie 

3.6.6. Jood uit zeewier door extractie

  • Info: Hoe kunnen we testen of er jood in zeewier zit? Omdat dijood een apolaire stof is zal het oplossen in de cyclohexaan. Als dan de cyclohexaan verdampt, blijft enkel nog dijood over.Zeewier bevat een aantoonbare hoeveelheid dijood. 
  • Moeilijkheid: moeilijk
  • Chemische stoffen: Waterstofperoxide 6% – Cyclohexaan – Zwavelzuur 0,5mol/l – Zeewier
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: extractie 

3.6.7. Extractie van olie uit pindanootjes

  • Info: Hoe kunnen we vet/olie isoleren uit pindanoten?  Bij het toevoegen van water gebeurt geen visuele reactie. Er ontstaat wel een aantal olie-achtige druppels bovenop het water (breken het licht). Bij het toevoegen van ether gebeurt wel een visuele reactie, namelijk de ether wordt troebel. Dit wil zeggen dat de olie van de pindanoten oplost in ether, olie lost niet op in water.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: Pindanoten – Ether – Water
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: extractie 

3.6.8. Extractie van vet uit chips

  • Info: Hoe kunnen we vet van chips scheiden? Hoe kunnen we het vetgehalte in chips bepalen? Door middel van extractie kunnen we het vet van de chips scheiden. Hiervoor maken we gebruik van het Soxhletapparaat. 
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: paprikachips – diethylether
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 60 min
  • Begrippen: extractie 

3.6.9. Extractie van vet uit kokosschilfers met een theezakje

  • Info: Hoe kunnen we kokosolie winnen met een theefilter? De ether extraheert het vet van de kokosvlokken. Door deze dan te destilleren zien we dat er een vetlaagje ontstaat.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: Kokosnotenvlokken – Petroleumbenzine
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 60 min
  • Begrippen: extractie 

3.6.10. Scheidingsstoffen met koffie

 

  • Info: Ethanol kan de lavendelgeur veel beter uit de plant halen dan water . De chemische structuur van het ethanolmolecuul is vergelijkbaar met de structuur van de geur. Ethanol is een van de beste oplosmiddelen voor kruidengeuren en actieve ingrediënten en wordt daarom vaak gebruikt in cosmetica.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: lavendel -ethanol
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: extractie 

3.6.11. Extractie op lavendel

  • Info: Op welke manier verlopen de extractie en filtratie van koffie het meest voordelig?
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: koffiepoeder – water
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: extractie 

3.6.12. Extractiemiddelen onderzoeken om chlorofyl te extraheren

  • Info: Welk extractiemiddel kunnen we gebruiken om chlorofyl uit bladeren te extraheren? De kleurstoffen zitten vast in het blad. Wanneer we er een extractiemiddel aan gaan toevoegen komt deze in aanraking met de kleurstoffen. De kleurstoffen gaan beginnen oplossen in het extractiemiddel waardoor deze groen gaat kleuren.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: koffiepoeder – water
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: extractie 

3.7. Filtratie

3.7.1. Filtratie op mengsel van zand en kopersulfaat

  • Info: Filtratie van zand uit een koper(II)sulfaatoplossing 
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: koper(II)sulfaat – zand
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: filtratie – residu – filtraat

3.7.2. Filtratie met de Büchner

  • Info: Filtratie van zand uit een koper(II)sulfaatoplossing en deze keer met gebruikmaking van een Buchnertrechter
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: koper(II)sulfaat – zand
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: filtratie – residu – filtraat – concentratiegradiënt

3.7.3. Filtratie van geadsorbeerde cola met minilabor

  • Info: Na adsorptie van kleurstof uit cola de filtratie in minilabor
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: ontgaste colawater 5ml – actieve kool 0,5g
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: filtratie – residu – filtraat 

3.7.4. Filtratie op mengsel van water en krijt

  • Info: Hoe kunnen we water en krijt uit een mengsel krijt/water scheiden? Het krijt dat gemalen is gaat niet door de filter, de deeltjes zijn groter dan de gaatjes van de filter. Deze deeltjes zijn het residu, het water dat door de filter loopt is het filtraat.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Wit krijt (1 cm) – Water
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: filtratie – residu – filtraat 

3.7.5. Biologische zuivering

  • Info: Hoe kun je met eenvoudige middelen een biologische zuiveringsfase creëren? Na een uur zie je dat het mengsel in de geventileerde gaswasfles helderder is. Na 24 uur is de troebelheid bijna verdwenen.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: 100 druppels melk – 200 ml vijverwater
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: filtratie – residu – filtraat 

3.7.6. Filtratie en kristallisatie

  • Info: Hoe kun je zout van zwavel scheiden? Het residu na filtratie is geel en bijgevolg zwavel. Als het filtraat wordt ingedampt, bekom je witte kristallen, het keukenzout
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: zout – zwavel
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 10 min
  • Begrippen: filtratie – residu – filtraat 

3.7.7. Beekwater zuiveren

  •  Info: Hoe kunnen we beekwater zuiveren? Het filtreerpapier en glaswol heeft het zand en andere vaste deeltjes tegengehouden die groter zijn dan de poriën van het filtreerpapier. Het actief kool heeft kleine bestanddelen uit het water gehaald die we niet met het blote oog kunnen zien. Daarom dat het water veel helderder is.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: actieve kool – beekwater
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen: filtratie – residu – filtraat 

3.8. Kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.1.  Aluinkristallen kweken

  •  Info: Maken van grote kristallen uit aluin en dit via kristallisatie uit een oververzadigde oplossing
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: Aluin ([KAl(SO4)2.12H2O] – Gedemineraliseerd Water
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:40 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.2. Bereiding van aspirine op microschaal

  •  Info: Hoe bereiden we aspirine? Reactie met azijnzuur en ethanol en nadien kristallisatie met minilabor opstelling
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: zuiver azijnzuur – zuiver ethanol – geconcentreerd zwavelzuur
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:40 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.3. Bereiding van Struvitkristallen

  •  Info: Wat gebeurt er als we een mengsel van een kaliumbromideoplossing en een kaliumfosfaatoplossing samenvoegen met een mengsel van een ammoniumchlorideoplossing en een magnesiumchlorideoplossing en dit mengsel laten uitdampen? Het KBr verhoogt de dichtheid van de oplossing. Hierdoor ontstaat een bovenstaande laag van Mg2+/NH4+. Aan het grensoppervlak bouwt zich het struvitkritstal Mg(NH4)PO4. Dit zout is beperkt oplosbaar in water en er ontstaan fijne naalden aan het contactoppervlak. Uit de oplossingen diffunderen de ionen zodat een langzame kristallisatie ontstaat.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: Water – Magnesiumchloride hexahydraat – Ammoniumchloride – Kaliumfosfaat – Kaliumbromide
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:40 min
  • Begrippen: kristallisatie — indampen – uitdampen

3.8.4. Chromaatkristallen

  •  Info: Wat zal er gebeuren met de gele oplossing van ammoniumdichromaat, water en sterke ammoniak als men het enkele dagen in een petrischaaltje laat staan? In een ammonium(di)chromaatoplossing ontstaat een evenwicht tussen chromaat en dichromaat, al naar gelang de ammoniakconcentratie. Door toevoegen van ammonia verschuift het evenwicht naar rechts. Door de overmaat ammonia veranderen de oranje dichromaationen overwegend in gele chromaationen. Bij het indrogen verdampt er ammoniak en schuift het evenwicht weer naar links: de oranje dichromaationen worden gevormd.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: 2 ml ged. water (H2O); – 0,1 g ammoniumdichromaat ((NH4)2Cr2O7); – 2 ml ammoniak 25% (NH3 (aq)).
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:40 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.5. Dauw op een plant

  •  Info: Hoe kunnen we dauw maken op een plant? Het benzoëzuur gaat na verhitting terug sublimeren en zet zich vast op de plant.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen:   10g benzoëzuur
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.6. Fractionele kristallisatie

  •  Info: Hoe kunnen we verschillende zouten scheiden van elkaar door kristallisatie?
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen:   Ijs – NaCl 20g – kaliumnitraat
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: kristallisatie – fractionele kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.7. Heet ijs

  •  Info: Hoe kunnen we zelf een “ijsblok” op 1 seconde maken? De kristallisatie van natriumacetaat is sterk exotherm, wat wil zeggen dat er veel energie bij vrijkomt. De doorzichtige vloeistof verandert hierbij in een vaste stof. 
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: Natriumacetaat –  100ml water
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.8. Herkristalliseren van acetylsalicylzuur

  •  Info: Herkristalliseren van acetylacylzuur met minilaboropstelling
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen:  acetylsalicylzuur 50 mg (halve aspirinetablet) – ethanol 4 ml – water 4 ml
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: kristallisatie -herkristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.9. Kristallisatie met salol

  •  Info: Oplossen van salol en nadien terug kristalliseren
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen:  2 gram salol – Warm water
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.10. Kristallisatie tot een kerstboompje

  •  Info: Filter met viltstiften gekleurd zetten in een zoutoplossing. Kristallisatie op de filter
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen:  Viltstiften – Zout – Water (H2O)
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.11. Kristallisatie tot stalagmieten en stalactieten

  •  Info: Giet de bekers half vol met warm water. Voeg hieraan 5 lepels natriumcarbonaat en roer tot volledig opgelost. Verbind met de doek de twee bekers. Voeg regelmatig een paar druppels water toe
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: natriumcarbonaat – water
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.12. Kristallisatie van azijnzuur

  •  Info: Waarom noemt men zuivere azijnzuur ook ijsazijn? De kristallisatie begint pas bij een sterk onderkoelde toestand. Eens de kristallisatie start, begint de temperatuur door de vrijgezette kistallisatiewarmte te stijgen tot 16,5°C bereikt wordt. Het bevroren azijnzuur smelt pas boven de 16,5°C.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Azijnzuur (geconcentreerd) – IJs
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.13. Kristallisatie van citroenzuur

  •  Info: Wat gebeurt er met citroenzuur als we het lange tijd blootstellen aan lucht? Het water in de citroenzuuroplossing verdampt. De overgebleven bestanddelen (zuurrest) blijven over en vormen een kristalrooster
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Citroenzuuroplossing van 5-10%
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.14. Kristallisatie van keukenzout

  •  Info: Maak een oplossing van keukenzout  in water en giet deze in een uitdampschaaltje. Zet het schaaltje op een licht opwarmende kookplaat. Het water verdampt in het schaaltje en er worden kristallen van keukenzout gevormd.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: keukenzoutoplossing  5%
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.15. Lichtgevende kristallen

  • Info: Hoe maken we lichtgevende kristallen? Door kristallen te maken met de kleurstof van fluostiften. 
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: Markeerstift – Aluin
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:10 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.16. Maak de hoogste zouttoren

  • Info: Hoe kan ik binnen 20 minuten de hoogste natriumacetaattoren verkrijgen door maximaal 10 gram natriumacetaat te gebruiken?
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: natriumacetaat ( max. 10 g per beurt; 250g in totaal) – gedemineraliseerd water
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:30 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.17. Maak het mooiste sneeuwlandschap

  • Info: Maak het mooiste sneeuwlandschap met benzoëzuur. Bij sublimatie wordt een vaste stof omgezet in een gas, zonder dat er tussendoor eerst een vloeistof wordt gevormd. Bij de techniek ‘sublimatie’, laat men het gas dat hierbij ontstaat onmiddellijk weer condenseren op een koud oppervlak. De stof die op het koude oppervlak condenseert is dan meestal zeer zuiver van samenstelling.
  • Moeilijkheid:eenvoudig
  • Chemische stoffen: benzoëzuur – gedemineraliseerd water
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:30 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.18. Maak zelf kristallen

  • Info: Laten groeien van kristallen aan een touwtje in een oververzadigde oplossing
  • Moeilijkheid:eenvoudig
  • Chemische stoffen: Brochettestok – Confituurpot – Touwtje – Gedestilleerd water – Keukenzout
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:30 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.19. Natriumacetaattorentje maken uitvoering 2

  • Info: Hoe kan ik binnen 20 minuten de hoogste natriumacetaattoren verkrijgen door maximaal 10 gram natriumacetaat te gebruiken?
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: natriumacetaat ( max. 10 g per beurt; 250g in totaal) – gedemineraliseerd water
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:30 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.20. Onderzoek van koffie

  • Info: Laat de kop enkele dagen op een warme plaats staan
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: kop met bodempje koffie
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:5 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.21. Snelle kristallisatie met benzoëzuur

  • Info: Benzoëzuur oplossen in ethanol. Ethanol laten verdampen
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: absolute ethanol – benzoëzuur
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:5 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.22. Zout van water scheiden

  • Info: Hoe kun je zout van zand scheiden? Water toevoegen, filtreren en indampen
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: mengsel van zand en zout
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:5 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.23. Kleine kristallen maken

  • Info:Maak een oververzadigde boorzuuroplossing.Proefbuis verwarmen in de vlam tot alle vaste stof is opgelostProefbuis dan onderdompelen in koud water
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: boorzuur
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:5 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.8.24. Kristallisatie van suiker

  • Info:Hoe kunnen we suikerstokken maken? Het water verdampt uit de suikeroplossing waardoor het suiker terug een kristalstructuur gaat vormen. Het suiker gaat kristalliseren aan het stokje.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: suiker – kleurstof
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:5 min
  • Begrippen: kristallisatie – indampen – uitdampen

3.9. Complexe mengsels scheiden

3.9.1. Hoe kunnen we een zelfgemaakt mengsel scheiden?

  • Info:Hoe kunnen we een zelfgemaakt mengsel scheiden?
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen: Knikkers – Krijt – Kristalsuiker – IJzeren spijkers – Olie – Water – zand
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd:25 min
  • Begrippen: scheidingsschema – verschillende scheidingstechnieken

3.9.2. Maken van biodiesel

  • Info:Hoe kunnen we een zelfgemaakt mengsel scheiden? Weeg NaOH af op een balans.Voeg methanol toe. Schroef de deksel op het potje en schud goed totdat alle loog is opgelost.Verwarm  zonnebloemolie .Giet deze bij de loog oplossing en sluit het flesje goed af.Schud krachtig gedurende een minuut.  Na enige tijd komt de biodiesel bovendrijven. 
  • Moeilijkheid: moeilijk
  • Chemische stoffen: zonnebloemolie – methanol – natronloog (gootsteenontstopper korrels) – keukenzout
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 1 u25 min
  • Begrippen: scheidingsschema – verschillende scheidingstechnieken

3.9.3. Scheiden van suiker uit een suikerbiet

  • Info:Hoe kunnen we suiker uit suikerbieten halen? Door een opeenvolging van scheidingstechnieken: extractie, filtratie, kristallisatie, centrifugatie…
  • Moeilijkheid: moeilijk
  • Chemische stoffen: suikerbieten – kalkwater
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 1 u
  • Begrippen: scheidingsschema – verschillende scheidingstechnieken

3.9.4. Zuiveren van water

  • Info:Hoe kunnen we beekwater zuiveren? Door adsorptie, filtratie…
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: Al2(SO4)3  1% – NH3 6 mol/l – troebel water
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen: scheidingsschema – verschillende scheidingstechnieken

3.9.5. Kwalitatieve analyse van voedingsstoffen in melk

  • Info:Hoe kunnen we delen in melk scheiden en analyseren? Door verschillende scheidingstechnieken te gebruiken en geïsoleerde delen te analyseren
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: volle melk-  verdund azijnzur – verdund natriumhydroxide 0.5 mol/l – kopersulfaatoplossing 1% –  diethylether – ethanol 96%-  indikatorpapier – natriumsulfaat – Fehling-oplossingen –  SudanIII-oplossing 0.1% in methanol  – natriumdithionietoplossing 1% – ammoniumoxalaatoplossing 5% – ammoniummolybdaatoplossing 10%
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 2 uur
  • Begrippen: scheidingsschema – verschillende scheidingstechnieken – analysetechnieken

3.9.6. Bundel scheidingstechnieken dagelijks leven

  • Info:Bundel met verschillende technieken los van elkaar uit te voeren
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: verschillende proeven en materialen
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 2 uur
  • Begrippen: scheidingsschema – verschillende scheidingstechnieken – analysetechnieken

3.9.7. Scheidingstechnieken op vast mengsel

  • Info:Hoe kun je een mengsel van koper, ijzer, zand en zout van elkaar scheiden zodat je uiteindelijk alle afzonderlijke stoffen hebt gescheiden?
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: Koperstukjes – Ijzerstukjes – Zand – Keukenzout – Water
  • Thema: scheidingstechnieken
  • Tijd: 1 uur
  • Begrippen: scheidingsschema – verschillende scheidingstechnieken – analysetechnieken

4. Moleculen en moleculemodellen

4.1. Schatting van de lengte van een molecule oliezuur

  • Info:Hoe kun je de grootte van een molecule bepalen?
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen: ethanol – oliezuur oplossing
  • Thema: moleculemodellen
  • Tijd: 30 min
  • Begrippen:moleculen – moleculemodellen

4.2.Molecuulmodellen bestuderen met legoblokjes

  • Info:Hoe kan je met behulp van het moleculemodel een onderscheid maken tussen enkelvoudige stoffen en samengestelde stoffen?
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen:legoblokjes
  • Thema: moleculemodellen
  • Tijd: 30 min
  • Begrippen:moleculen – moleculemodellen

4.3. Molecuulmodellen bestuderen2

  • Info:Hoe kan je met behulp van het molecuulmodel een onderscheid maken tussen enkelvoudige stoffen en samengestelde stoffen? Met de atoommodellen kun je moleculen van zuivere stoffen bouwen. Je krijgt zo moleculemodellen. Moleculen van samengestelde stoffen bestaan uit verschillende atoomsoorten of elementen. De moleculen van enkelvoudige stoffen bestaan uit één atoomsoort.
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen:doos modellen
  • Thema: moleculemodellen
  • Tijd: 30 min
  • Begrippen:moleculen – moleculemodellen

4.4. Sterretjes met oliezuur

  • Info:Door het volume en de oppervlakte te meten van een laagje oliezuur dat op water drijft, kun je  een schatting maken van de lengte van een oliezuurmolecuul. Een oliezuurmolecuul is  langwerpig, waarbij één kant in het water steekt.
  • Moeilijkheid: gemiddeld
  • Chemische stoffen:oliezuur – diëthylether
  • Thema: moleculemodellen – grootte van moleculen
  • Tijd: 30 min
  • Begrippen:moleculen – moleculemodellen

4.5. Hoeveel water is nodig om inkt onzichtbaar te maken?

  • Info:Hoeveel water heb je nodig om 10 druppels inkt onzichtbaar te maken?
  • Moeilijkheid: eenvoudig
  • Chemische stoffen:blauwe inkt
  • Thema: moleculemodellen – grootte van moleculen
  • Tijd: 20 min
  • Begrippen:moleculen – moleculemodellen – begrip model

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zoektermen

Een UCLL project

logo lerarenopleidinglogo UCLLlogo Vakdidactieklogo Art of Teaching

Partners

logo covalent

translate »