Hoofdstuk 7 – Film oefenvideo’s
Anorganische stoffen
-
Benaming en formules ionen
- Geef de formules van de stoffen of ionen: chloorgas, chloride, broom, bromide, oxide, sulfide, fluorgas, zuurstofgas.
- Geef de formules van sulfiet, sulfaat, sulfide, fosfaat, monowaterstoffosfaat, diwaterstoffosfaat, waterstofcarbonaat, carbonaat.
- Geef de namen van de volgende ionen: Ag+, Au+, Ca2+, Fe2+, NH4+, Pb4+, Hg+ en Sn2+
- Geef de namen/formules van alumiumion, bariumion, calciumion, Au+, H+, kaliumion, lithiumion, Na+
- Geef de naam of formule van U3+, ammoniumion, magnesiumion, Sn2+, U6+, CH3COO–, carbonaation, nitrietion, nitraation
- Geef de formule van waterstofsulfide-ion, sulfietion, sulfaation, permanganaation, thiosulfaation
- Geef de formule van de ionen of stoffen:Ammoniak, oxide-ion, hydroxide-ion, carbonaation, waterstofcarbonaation, ethanoaation
Formule en benaming van zuren en zure oplossingen
- -zwavelzuur en zwavelzuuroplossing
- -azijnzuur en azijnzuuroplossing
- -salpeterzuur en salpeterzuuroplossing
- -zoutzuur
- -fosforzuur en fosforzuuroplossing
- -koolzuur en koolzuuroplossing
Formules en benaming van zouten
- Geef de formule van zinkcyanide
- Geef de naam (Stocknotatie) van CuCl2
- Geef de naam (Stocknotatie) van Fe(NO3)2
- Wat is de naam van het zout NH4Cl?
- Wat is de formule van aluminiumchloride?
- Wat is de formule van aluminiumsulfaat?
- Wat is de formule van ijzer(II)fosfaat?
- Geef de namen van zouten en oxiden N2O4, Al2O3, P2O5, H2S, Na2S, SnS, SnS2
- Geef de formules van zinkfosfaat, natriumsulfiet, aluminiumcarbonaat, terbium(IV)nitriet, bariumhydroxide, kwik(I)ethanoaat.
- Geef de formules van de zouten en oxiden : calciumchloride, natriumsulfide, bariumoxide, aluminiumsulfide, kaliumbromide, ijzer(II)oxide, tin(II)oxide, tin(IV)oxide.
- Wat is de formule van aluminiumjodide?
- Geef de formule van natriumsulfaat
- Geef de formule van magnesiumnitraat.
Formules en benaming van oxiden
- Geef de formule van koolstofmonoxide
- Geef de formule van nikkel(II)oxide
- Geef de formule van lood(IV)hydroxide
- Geef de naam (stocknotatie) van Na2O
- Geef de naam van P2O5
- Wat is de naam van het oxide FeO?
- Geef de namen van zouten en oxiden N2O4, Al2O3, P2O5, H2S, Na2S, SnS, SnS2
- Geef de formules van zinkfosfaat, natriumsulfiet, aluminiumcarbonaat, terbium(IV)nitriet, bariumhydroxide, kwik(I)ethanoaat.
- Geef de formules van de zouten en oxiden : calciumchloride, natriumsulfide, bariumoxide, aluminiumsulfide, kaliumbromide, ijzer(II)oxide, tin(II)oxide, tin(IV)oxide.
- Wat is de formule van kaliumoxide?
Ladingen bepalen in samengestelde stoffen
- Je hebt het dubbelzout Ti3K4O3S2. Welke lading heeft het titaanion hier?
- Bepaal de lading van het uraanion in het zout UO3 en U2O3
- Bepaal de lading van het oxalaation in het zout Al2(C2O4)3
- Men heeft het dubbelzout CanKMgS2Cl3. Bereken n
Naamgeving hydraten
Reactievergelijkingen tussen zuren en basen
- Geef de reactievergelijking van de reactie tussen natriumhydroxide-oplossing en azijnzuuroplossing.
- Geef de vergelijking van de reactie tussen Mg(OH)2 en azijnzuuroplossing.
- Geef de vergelijking van de reactie tussen HCOOH(aq) en een oplossing van natriumwaterstofcarbonaat.
- Geef de vergelijking van de reactie tussen HCOOH(aq) en een oplossing van natriumjodaat (NaIO3, een zout dat bestaat uit natriumionen en jodaationen).
- Geef de vergelijking van de reactie tussen H2CrO4(aq) en een overmaat ammoniak.
Identificatie van ionen
- Je krijgt een reageerbuis met een oplossing. De oplossing is van natriumcarbonaat of van natriumbromide. Bepaal via de oplosbaarheidstabel uit welke oplossing in de buis zit.
- Je krijgt een reageerbuis met een vaste stof. Het kan zijn kaliumchloride of kaliumfosfaat of calciumchloride of calciumfosfaat. Bepaal met de oplosbaarheidstabel welke stof in de buis zit.
- De pot met aluminiumchloride is mogelijk verontreinigd met bariumchloride. Stel een werkplan op om te onderzoeken met de oplosbaarheidstabel of de pot aluminiumchloride inderdaad verontreinigd is.