Hoofdstuk 14 – Film oefenvideo’s

Reactiesnelheid

• Formule voor reactiesnelheid
  1. Geef de formules van de gemiddelde reactiesnelheden voor: A + 2B –> C

   

  Orde van reactie

  1. Voor de reactie CO + NO₂ –> CO₂ + NO is        v = k [CO]^x[NO₂]^y

  Met

  [CO] (mol/l)                          [NO₂] (mol/l)                       v

  0,020                                     0,020                          7,6 10^-5

  0,010                                     0,020                          3,8 10^-5

  0,020                                     0,010                          3,8 10^-5

  Bepaal x en y

   

  2. Voor de reactie 2NO + 2 H₂ –> N₂ + 2 H₂0 is           v= k [NO]^x[H₂]^y

  [NO] (mol/l)                  [H₂] (mol/l)                      v

  0,100                             0,100                      1,23 10^-3

  0,200                             0,100                      4,92 10^-3

  0,100                             0,200                      2,46 10^-3

  Bepaal x en y.

  3. Bereken de gemiddelde reactiesnelheid gedurende de eerste 5 min van

  CH_4(g) + H₂O_(g) –> CO_(g) + 3 H_2(g)

  

  Stel de snelheidsvergelijking op voor volgende éénstapsreacties. Alle stoffen zijn gassen

  1. 2 A + B –> C + D
  2. CH₄ + O₂ –> CO₂ + 2 H₂O

   

  4. Stel de snelheidsvergelijking op voor volgende éénstapsreacties en geef de totale orde van de reactie. Alle stoffen zijn gassen.

  1. N₂ + 3 H₂ –> 2 NH₃
  2. 2A + B –> C

   

  5. Stel de snelheidsvergelijking op voor volgende éénstapsreacties en geef de dimensie van de snelheidsconstante. Alle stoffen zijn gassen.

  1. 4 HCl + O₂ –> 2 H₂O + 2 Cl₂
  2. 3 A + B –> C + 2 D

   

  6. In verontreinigde lucht kan de volgende reactie optreden: 2 NO + O₂ –> 2 NO₂ Bij experimenteel onderzoek werden de volgende waarden opgemeten.

  1. Stel de snelheidsvergelijking op
  2. Bepaal de waarde en dimensie van k

  

  7. Voor de reactie 3A + B –> C + D + E wordt de reactiesnelheid achtmaal groter als je de concentratie van A verdubbelt. Wanneer je de concentratie van B verdubbelt, blijft de reactiesnelheid ongewijzigd.

  1. Schrijf de formule voor de reactiesnelheid.
  2. Schrijf een mogelijk mechanisme voor deze reactie

   

  8.In een oplossing van zilvernitraat is de concentratie zilverionen 0,50 mol/l. Er treedt een neerslagreactie op waarbij de concentratie na 5,0 seconden is gedaald tot 0,20 mol/l.

  Bereken de reactiesnelheid, uitgedrukt in aantal mol zilverionen per liter per seconde.

  9. De concentratie van waterstofperoxide in een oplossing van waterstofperoxide wordt langzaam lager. Dit wordt veroorzaakt door het optreden van de  ontledingsreactie:

  2 H₂O₂ –> 2 H₂O + O₂

  Joske krijgt de opdracht om de ontleding te onderzoeken. Ze doet een hoeveelheid van een oplossing in een erlenmeyer die verbonden is met een gasmeetspuit. Vervolgens voegt ze een katalysator toe om de ontleding te versnellen. Met behulp van een PC wordt de hoeveelheid mmol zuurstofgas tijdens de ontleding gevormd, weergegeven. Na verloop van de ontleding heeft Joske een diagram dat het verband aangeeft tussen de tijd en de hoeveelheid zuurstofgas dat is ontstaan.

   

  Geef aan hoe uit het diagram blijkt dat de reactiesnelheid tussen t=50 s en t = 100 s groter is dan tussen t = 100 s en t = 150 s.

  10. Men vermengt welbepaalde concentraties van stikstofmonoxide- en zuurstofgassen en meet de reactiesnelheid van volgende reactie

      2 NO₂ + O₂  –> 2 NO₂

  Als men bij dezelfde temperatuur de ingezette concentratie aan NO verdubbelt, blijkt deze reactiesnelheid met een factor 4 te verhogen. Als zowel de NO-concentratie als de O₂-concentratie verdubbeld worden, gaat de reactie 8 keer sneller. Welke van onderstaande vergelijkingen vertolkt de concentratie-afhankelijkheid van de reactiesnelheid voor deze reactie?