Stolpunt van een stof bepalen

1. Onderzoeksvraag

Bij welke temperatuur gaat paraffine over van de vaste naar vloeibare fase en omgekeerd?

2. Voorbereiding

Materiaal + stoffen

• Beker (600 ml)
• Thermometer (0°C tot 100°C)
• Kookplaat
• Capillair die gedeeltelijk gevuld is met een vaste stof/proefbuisje
• Statief
• Elastiekje/plakband
• Schaar
• Paraffine/kaarsje

Opstelling (foto)

 

3. Uitvoeren

• Breng ongeveer 450 ml water in de beker en plaats deze op een kookplaat.     
• Doe wat paraffine in het capillair of proefbuisje.  
• Bevestig het capillair aan de thermometer door middel van een elastiekje of plakband, zodanig dat de onderkant van de capillairen zich op dezelfde hoogte bevindt als het uiteinde van de thermometer. Of steek de thermometer in een proefbuisje met parafine.     
• Maak dit geheel vast aan het statief en plaats het in de beker met water. Zorg dat het capillair/proefbuisje de bodem van de beker niet raakt.   
• Zet de kookplaat aan en beweeg de thermometer met de capillairen voorzichtig heen en weer. Volg de temperatuur van het water.  Noteer bij welke temperatuur elke stof begint te smelten (de inhoud van het capillair wordt dan helder en doorzichtig).  
• Stop de verwarming als de temperatuur van het water ca. 70° C is. Laat het water langzaam afkoelen en noteer bij welke temperatuur de vloeistof begint te stollen (de inhoud van het capillair wordt wit en ondoorzichtig).

 

Waarneming (+ foto’s)

Besluit

In dit proefje wordt er gewerkt met faseovergangen. Een faseovergang is wanneer een stof overgaat van de ene naar de andere aggregatietoestand (fase), als gevolg van een toevoer of afvoer van thermische energie (warmte). Er zijn 6 faseovergangen: smelten, stollen, verdampen, condenseren, sublimeren en desublimeren. We spreken bij faseovergangen van een fysisch verschijnsel omdat de stoffen niet van samenstelling veranderen.

In dit proefje worden de faseovergangen smelten en stollen toegepast. Bij smelten gaat een stof met een vaste toestand over naar vloeibare toestand door toevoeging van de warmte van de kookplaat. Bij stollen gaat een stof in vloeibare toestand over in vaste toestand.