Stoep-en bordkrijt onderzoeken
1.Onderzoeksvraag
Bord- en stoepkrijt bestaan hoofdzakelijk uit calciumcarbonaat of calciumsulfaat. Hoe kun je achterhalen waaruit jouw krijtje bestaat?
a. Materiaal + stoffen
- 1 pasteurpipet
- bordkrijt
- mes
- huishoudazijn
- petrischaal
- stoepkrijt
- maatbeker 50 ml
- natriumcarbonaat
- natriumsulfaat
b.Opstelling (foto)
3.Uitvoeren
a.Werkwijze
- Leg een stuk van elk soort krijt in een petrischaal
- Breng een paar ml huishoudazijn op elk krijtje aan
- Noteer je waarnemingen in het kader
- Leg een paar gram natriumcarbonaat in een petrischaal
- Leg een paar gram natriumsulfaat in een andere petrischaal
- Breng een paar ml huishoudazijn aan op natriumcarbonaat en natriumsulfaat
- Noteer je waarnemingen in het kader
b.Waarneming en besluit (+ foto’s)
Na het uitvoeren van de proef kunnen we besluiten dat het bordkrijt, na toevoeging van huishoudazijn, gas produceert, terwijl het stoepkrijt dit niet doet. Dit wil dus zeggen dat bordkrijt hoofdzakelijk bestaat uit natriumcarbonaat, terwijl stoepkrijt hoofdzakelijk uit natriumsulfaat bestaat. De hypothese komt overeen met de resultaten.
Schrijf de essentiële ionenreactie en de stoffenreactievergelijking voor deze gasontwikkelingsreactie.
CO32- + 2 H+ –> H2O + CO2↓
CaCO3(v) + 2 CH3COOH(vl) –> Ca(CH3COO)2(opl) + H2O(vl) +CO2(g)
Gebruik je oplosbaarheidstabel om de gevormde neerslag te identificeren.
Noteer in de tabel ‘oplossing’ als er geen neerslag ontstaat bij de combinatie van de ionen.
Noteer ‘neerslag’ met daarvoor de kleur als er wel een neerslag ontstaat bij de combinatie van de ionen.
Uit de tabel is af te leiden dat de volgende neerslagen worden gevormd: AgOH, Cu(OH)2 en AgCl
De oplosbaarheidsproducten van deze verbindingen zijn:
Voor AgCl Ks = 1,77 . 10-10
Voor AgOH Ks= 2,0 . 10-8
Voor Cu(OH)2 Ks= 1,6 . 10-19
De andere verbindingen KOH, KNO3, KCl, AgNO3, Cu(NO3)2 en CuCl2 zijn oplosbaar in water en dissociëren bijgevolg.