Sterkte van reductoren en oxidatoren Invloed van de aard van de redoxkoppels
1.Onderzoeksvraag
Wat is de invloed van de aard van de redoxkoppels op de spanning?
a. Materiaal + stoffen
MATERIAAL
- Nuncleonschaal (6-delig) met elektrolytbruggen (filtreerpapier- strookjes gedrenkt in 𝐾𝑁𝑂3– oplossing)
- 2 snoeren
- 2 krokodilklemmen
- Voltmeter (2V of 2000 mV)
STOFFEN
- Elektroden (𝐶𝑢/𝑍𝑛/𝑃𝑏/𝑀𝑔/ 𝐶𝑔𝑟𝑎𝑓𝑖𝑒𝑡)
- Koper(II)sulfaat (0.1 mol/l)
- Zinksulfaat (0.1 mol/l)
- Magnesiumsulfaat (0.1 mol/l)
- Lood(II)nitraat (0.1 mol/l)
- Kaliumjodide (0.1 mol/l)
- dijood (0.1 mol/l)
- Kaliumbromide (00.1 mol/l)
- Broomwater
- Kaliumnitraat (3.5 mol/l)
b.Opstelling (foto)
3.Uitvoeren
a.Werkwijze
Voor we aan de proef beginnen, moeten we nadenken over de werkwijze. We stellen ons dus de vraag hoe we de proef kunnen gaan uitvoeren. Stel zelf een eventuele werkwijze op voor de proef:
- Giet de verschillende oplossingen in de bakjes zoals aangegeven in de tabel en foto bij de opstelling (zie voorbereiden).
- Knip het filtreerpapier in strookjes en drenk deze in de 𝐾𝑁𝑂3-oplossing. Dit filtreerpapier fungeert als zoutbrug.
- Plaats een zoutbrug tussen bakje 1 en bakje
- Plaats het dekseltje met de correcte elektrode op bakje 1. Doe dit ook voor bakje
- Verbind de elektroden met de
- Zet de voltmeter aan op 2V (2000 mV).
- Lees de spanning
- Voer de werkwijze analoog uit voor bakje 2 en 5, maar ook voor bakje 3 en 6.
Wanneer je werkwijze af is, laat je deze door de leerkracht controleren vooraleer je met de proef begint.
Wanneer je de proef gaat uitvoeren, vraag je aan je labopartner om foto’s te maken van de
uitvoering. Deze foto’s gebruik je nadien in de verwerkingsopdracht.
b.Waarneming en besluit (+ foto’s)