Rode kool als zuur-base-indicator

1.Onderzoeksvraag

Hoe kun je de omslaggebieden van rode kool bepalen?

a. Materiaal + stoffen

MATERIAAL

• 5 proefbuisjes
• Erlenmeyer
• Trechter
• maatbeker
• Filtreerpapier
• Mes
• Proefbuisrekje

STOFFEN

• Bufferoplossing met pH 2,4,7,10 en 12.
• Universeel indicatorpapier
• Rode kool
• Water

b.Opstelling (foto)

 

3.Uitvoeren

a.Werkwijze

 

• • 1. Snijd enkele bladeren van de rode kool in kleine stukjes en leg ze in een maatbeker.
    2. Voeg ongeveer 100 ml water toe.
    3. Decanteer de suspensie en filtreer de oplossing om eventuele meegekomen vaste stof te weerhouden.
    4. Breng in een proefbuis 1 ml van een bufferoplossing.
    5. Herhaal dit voor elke bufferoplossing, steeds in een ander proefbuisje.
    6. Identificeer de pH van de verschillende bufferoplossingen door er een stukje universeel indicatorpapier in te doppen. Noteer deze pH waarde op de proefbuis.
    7. Voeg aan elke proefbuis 1 ml rodekoolextract toe.

  Bekijk de kleurverandering die optreedt

b.Waarneming en besluit (+ foto’s)

Bij het bepalen van de pH-waarden d.m.v. het indicatorpapier zien we dat we volgende pH-waarden hebben: 2,4,7,10 en 12.

• Bij het toevoegen van het rodekoolextract zien we volgende kleuren terugkomen:
  • pH=2 à rood
  • pH=4 à paars
  • pH=7 à blauw
  • pH=10 à groen
  • pH=12 à groen

Met het universele indicatorpapier bepaal je de pH van de bufferoplossingen. Vervolgens voeg je het rodekoolextract aan elke bufferoplossing toe om de kleur van de rodekoolkleurstoffen te identificeren bij verschillende pH- waarden. Flavine is een pigmentstof in rode kool doe zorgt voor de verkleuring.

Zodra je een zuur toevoegt, hechten de waterstofionen zich aan een deel van de zuurstofatomen in het flavinemolecule. Daarbij komt een deel van de elektronen vast te zitten, waardoor het molecuul minder rood licht absorbeert. Er wordt dus meer rood licht gereflecteerd en dat is wat je ziet.

Omgekeerd proberen basen juist waterstofatomen van een stof af te snoepen, de hydroxy-groep hecht zich aan de waterstof, waardoor meer elektronen vrij kunnen bewegen. Daardoor wordt meer rood licht geabsorbeerd, waardoor de stof blauwer wordt.