Raffinage van suiker uit de suikerbiet
1.Voorbereiding
Materiaal + stoffen
- groot bekerglas (800ml)
- suikerbieten
- filterpapier, trechter, erlenmeyer
- kalkwater
- kristallisatieschaal
- centrifuge
2.Uitvoeren
Werkwijze
- Leg een suikerbiet in een groot bekerglas en overgiet hem overvloedig met water. Was daarna de biet grondig, zodat alle aarde en vuil verwijderd wordt.Na de wasbeurt is de biet zuiver
- Met een rasp wordt een stuk suikerbiet van ongeveer 500 g zo fijn mogelijk geraspt. Breng de geraspte suikerbiet in een beker van 1.5 liter en overgiet met 750 ml gedemineraliseerd water.Verwarm het mengsel gedurende één uur op ongeveer 75°C. De temperatuur mag niet te hoog oplopen
- De suikerbietsnijdsels krijgen een grijsgrauwe kleur. Er komt een beetje schuim op het water en men ruikt suiker. De suiker is als het ware uit de biet getrokken. Men bekomt op die manier ruwsap. Het ruwsap bevat opgeloste suiker. De gebruikte techniek is een extractie.
- Tenslotte moeten de snijdsels gescheiden worden van het ruwsap. Hiervoor kan een filtratie gebeuren. Plooi een filtreerpapiertje zo dat het mooi past in de filter en hang die in een erlenmeyer. Giet het mengsel van snijdsels en ruwsap in de filter.
- Het ruwsap loopt door de filter. Het filtraat is een lichtbruine vloeistof, de snijdsels blijven achter in de filter.Giet nu het ruwsap over in een beker van 1 liter.
- Bereid kalkmelk door 15 gram gebluste kalk (calciumhydroxide) te mengen met 70 ml gedemineraliseerd water.Voeg nu de kalkmelk geleidelijk toe aan het ruwsap.
- Er wordt een lichtbruine neerslag gevormd, dat meteen naar de bodem zakt.Onzuiverheden in het ruwsap reageren met de kalkmelk tot vorming van een neerslag. Deze stoffen kunnen nu definitief uit het ruwsap verwijderd worden door te filtreren. De onzuiverheden blijven op de filter liggen en het gezuiverde ruwsap loopt door de filter.
- Om alle onzuiverheden te verwijderen, werd eigenlijk te veel kalkmelk toegevoegd. Om die te verwijderen is er een methode door de oplossing koolstofdioxide te blazen.Er wordt opnieuw een neerslag gevormd. Het is bruingrijs gekleurd.
- De overtollige kalkmelk heeft gereageerd met het koolstofdioxide, waarbij een neerslag gevormd wordt. Nu moet opnieuw gefiltreerd worden. De neerslag is echter heel fijn. Daarom laat men het carbonatatiesap een hele tijd staan, zodat de neerslag kan bezinken, of men kan centrifugeren.
- Na filtratie verkrijgt men het gezuiverde dunsap. Laat nu het dunsap kristalliseren. Dat gaat niet zomaar. Eerst wordt het dunsap ingedampt. Daardoor wordt verwarmd tot ongeveer 70°C, zeker niet hoger dan 80°C. Als ongeveer twee derde van het water verdampt is, wordt een halve koffielepel poedersuiker toegevoegd.Laat het geheel afkoelen.
- Nu ontstaat een bruine stroop: het diksap.De poedersuiker wordt toegevoegd om de kristallisatie op gang te brengen. Daardoor bestaat het diksap uit suikerkristallen omgeven door stroop.
- Giet nu het diksap in een kristalliseerschaal en zet dat op een trilvrij oppervak, zodat de suikerkristallen verder kunnen groeien.Na verloop van tijd worden de suikerkristallen zichtbaar. Men spreekt van ruwe suiker.