Onderzoek en hydrolyse van glycogeen

1.Onderzoeksvraag

Hoe is glycogeen opgebouwd?

2.Voorbereiding

Materialen

• 4 proefbuizen en proefbuisrek
• Magneetroerder
• Verhittingsbad
• Pipet 10 ml
• Glycogeenoplossing
• Benedictreagens
• Glucosesticks
• Lugoloplossing
• 5 mol/l zwavelzuuroplossing
• 10% natriumhydroxide oplossing
• Universeel indicatorpapier

3. Werkwijze

2 ml glycogeenoplossing wordt met 2 ml benedictreagens gemengd en in een waterbad gedurende 5 minuten gekookt.

5 ml glycogeenoplossing wordt in een proefbuis gebracht. Voeg hierbij 5 druppels lugoloplossing.

Breng 10 ml glycogeenoplossing samen met 2 ml 5 mol/l zwavelzuuroplossing in een proefbuis. Breng dit staal voorzichtig tot koken gedurende 10 minuten en dit via een warmwaterbad. Laat afkoelen en neutraliseer met de 10% natriumhydroxide-oplossing. Verdeel over twee proefbuizen en voer een controle uit met glucosesticks en met het benedictreagens

4. Waarneming

Glycogeen heeft een gelijkaardige structuur als amylopectine. Het bezit kleinere vertakkingen. Hierdoor gebeurt er verkleuring met de lugoloplossing tot roodbruin en niet tot roodpaars zoals bij amylopectine. Met het benedictreagens wordt geen positieve test verkregen.

Na hydrolyse ontstaat met het benedictreagens een rode neerslag van het koper(I)oxide. De glucosesticks kleuren blauwgroen. Door hydrolyse van glycogeen ontstaat glucose.