Onderscheid tussen chocolade en ‘dieetchocolade’
1.Onderzoeksvraag
Hoe kunnen we chocolade onderscheiden van ‘dieetchocolade’?
2.Voorbereiding
a.Begrippen als achtergrond voor experiment
- Scheidingstechnieken, filtratie, filtraat, residu, verdamping
b.Materiaal + stoffen
- Verschillende soorten chocolade,
- aceton,
- veiligheidsbril,
- een erlenmeyer van 100ml,
- een glazen staaf,
- een kookplaat,
- een thermometer,
- filtreerpapier,
- afzuigfles,
- afsluitingen,
- waterstraalpomp,
- bekerglas van 50ml, balans,
- 50ml 70-80°C heet water,
- papieren doekjes,
- trechter,
- erlenmeyerkolf van 100ml,
- bekerglas van 100ml
c.Opstelling (foto)
d.Etiketten
3.Uitvoeren
a.Werkwijze
- Weeg zo goed mogelijk 1 gram chocolade af.
- Weeg het filtreerpapier.
- Weeg de erlenmeyer.
- Breng 30ml aceton in de erlenmeyer.
- Verwarm het tot 50°C met behulp van een warmwaterbad en de thermometer. Gebruik hiervoor in geen geval de brandbare stof. Let erbij op dat de thermometer niet de bodem van de erlenmeyer raakt.
- Laat de chocolade zo goed mogelijk tijdens het roeren oplossen in de warme aceton.
- De suspensie wordt met een waterstraalpomp, afsluitingen en porseleinen afzuigtrechter met onderdruk gefiltreerd. Zorg dat de pomp traag ingesteld is. Anders worden ook niet opgeloste stoffen doorgelaten. De rest kan met opgewarmde aceton uit de filter gespoeld worden.
- Beschrijf het uitzicht van het filtreerpapier (je legt het eventueel in een porseleinen schaaltje.) en het filtraat.
- Laat de aceton verdampen en weeg de rest van het filtraat.
- Verwarm iets meer dan 50 ml water in de erlenmeyerkolf op tot 70-80°C.
- Neem een leeg bekerglas, meet zijn massa en noteer het.
- Vouw het filtreerpapier uit proef 1 zoals u ziet en leg het in de trechter.
- Giet het water in kleine hoeveelheden in de filter.
- Vang de oplossing in het gewogen bekerglas op.
- Leg het filtreerpapier terug in het porseleinen schaaltje.
- Zet het bekerglas en het filtreerpapier bij een temperatuur van 60°C gedurende het volgende uur (minstens over nacht) in de droogkast.
- Neem het bekerglas en het filtreerpapier uit de droogkast.
- Weeg het bekerglas. Let op de ontwikkeling van een verschil tussen de massa van het zojuist gewogen bekerglas en het pas gewogen bekerglas en noteer de verschilwaarde.
- Bepaal de massa van de suikers die in het bekerglas voor handen is.
- Bereken het procent van het aantal suikers in de chocolade.
- Tel nu de massa van de vetten, die je in proef 1 berekend hebt, en de net berekende massa van de suikers in chocolade samen.
- Trek de waarde van de massa af van de chocoladeportie. De uitkomst geeft de massa van de rest uit het filtreerpapier aan.
- Waaruit bestaat de rest?
- Geeft de samenstelling van de onderzochte chocolade in procenten.
- Vergelijk de waarde met waarden van het internet of geschikte literatuur. Let op dat je waarden bekijkt van de door jouw onderzochte chocoladesoort.
4.Reflecteren
In het eerste deel van de proef gaan we chocolade laten smelten in aceton. Dit doen we omdat aceton vet oplost en wij willen het vet scheiden van de chocolade. Daarna filteren we het mengsel. Hierbij zal de aceton en het vet van de chocolade die opgelost is in de aceton, door de filter lopen. De onopgeloste delen blijven achter in de filter, het is het residu. Om de massa van het vet te meten, moet de aceton uit het mengsel. Dit doen we door de aceton te laten verdampen. Nu hebben we de massa van het vet ten opzichte van de massa van het stuk chocolade en kunnen we het percentage vet berekenen.
In het tweede deel laten we warm water door dezelfde filter als in deel 1 lopen. Hierdoor zal de suikers uit de chocolade oplossen in het water en mee door de filter lopen. Het filtraat bevat dus suikers en water. Door het in de droogkast te plaatsen zal het water verdampen en blijft enkel de suikers over. Je kan de massa van de suikers bepalen en ook dit in een percentage ten opzichte van de totale massa van het stuk chocolade plaatsen.