Immobiliseren in een alginaatgel
1.Onderzoeksvraag
Hoe kun je enzymen immobiliseren ?
2.Voorbereiding
Materialen
- 3 bekerglazen van 400 ml
- Maatbeker 250 ml
- Maatcilinder 100 ml
- Magneetroerder met verhittingsplaat
- Thermometer
- Spatel, glazen staaf
- Balans
- Maatcilinder
- Spuit van 10 of 20 ml
- Natriumalginaat
- 1 pakje verse gistcellen
- Calciumchloride
- Fijne suiker
- Gedestilleerd water
3. Werkwijze
- Verwarm met een magneetroerder met verhittingsplaat in een bekerglas van 400 ml 50 ml gedestilleerd water tot ongeveer 70°C.
- Voeg met roeren 1 gram natriumalginaat aan het warme water
- Roer verder tot een homogene oplossing en laat dan afkoelen.
- Voeg 12 ml water en 12 gram verse gistcellen in een beker van 250 ml. Roer zodat een gladde brei ontstaat.
- Giet de suspensie toe aan de gekoelde alginaatoplossing en roer met de glazen staaf.
- Los in een bekerglas van 400ml in 200 ml water 15 g calciumchloride.
- Druppel nu met de spuit de gist-alginaat-suspensie in de calciumchlorideoplossing. Er ontstaan lichtbruine bolletjes?
- Laat deze bolletjes ongeveer 10 minuten uitharden en decanteer ze voorzichtig af. Spoel ze met water en decanteer opnieuw.
- Breng de bolletjes in een maatcilinder en overgiet ze rustig met een 40°C warme oplossing van 14g suiker in 200 ml water.
4. Reflectie
Na toevoegen van de gistcellen-alginaat-suspensie aan de calciumchlorideoplossing ontstaan bolletjes die zich na ongeveer 10 minuten tot de bodem zinken. Deze gisten zitten in de bolletjes ingebed en zijn gefixeerd. Na toevoeging van een suikeroplossing kunnen vanaf de bodem kleine gasbelletjes opgemerkt worden. Na 5 tot 10 minuten bewegen de bolletjes langzaam naar boven. De suiker kan door de alginaatgel diffunderen en de aanwezige gistcellen kunnen deze omzetten in koolstofdioxide en ethanol.
Het koolstofdioxide diffundeert naar het grensvlak gel/water. Het gas zorgt voor een daling van de dichtheid waardoor de bolletjes naar het oppervlak kunnen bewegen.