Kies pagina               

Herfst

1.Onderzoeksvraag

Kunnen we een oplossing maken die in 3 kleuren kan veranderen?

2.Voorbereiding

a.Begrippen als achtergrond voor experiment

  • Reductie
  • Oxidatie
  • Reductor
  • Oxidator
  • Redoxreactie

b.Materiaal + stoffen

  • Bekerglas
  • Spatel
  • Maatcilinder (100mL)
  • glucoseoplossing (0,1 mol/l), je hebt hiervan ongeveer 50 mL nodig
  • Natronloog (0,6 mol/l), hiervan heb je maximaal 100 mL nodig)
  • Indigokarmijn (een spatelpuntje volstaat)

c.Bereiding oplossingen

Glucoseoplossing
Los 1,8 gram glucose op in 100 ml warm water.
Natronloog
Los 1,2 gram NaOH op in 50 ml water.

d.Opstelling (foto)

e.Etiketten

COS brochure

3.Uitvoeren

a.Werkwijze

  1. Maak de glucoseoplossing
    Maak de natronloogoplossing
    Voeg beide oplossingen samen
    Even roeren

b.Waarneming (+ foto’s)

4.Reflecteren

De natriumhydroxide maakt de oplossing basis. De glucose werkt als een reductiemiddel met indigokarmijn. Deze gedraagt zich als indicator bij de redox proces. Indigokarmijn kan bestaan in geoxideerde, gereduceerde en tussenvormen. Elke vorm heeft een iets andere structuur waardoor elke structuur verschillende frequentie van het licht absorbeert. Vandaar de drie verschillende kleuren – rood, geel en groen. Wanneer het mengsel eerst in de beker gegoten wordt, is de indicator groen, dit is de geoxideerde vorm. Op dit moment is het reactiemengsel het meest blootgesteld aan zuurstof in de lucht. De kleuren veranderen vervolgens via rood naar geel als het indigokarmijn wordt gereduceerd.

 

5. Aanvullingen

Indigokarmijn is sterk smettend, draag dus oude kleding;
0,6 mol/l natronloog is behoorlijk agressief, zet dus ook een veiligheidsbril op en draag latex handschoenen.

Bronnen

KLIKKLIKKLIK

Zoektermen

Een UCLL project

logo lerarenopleidinglogo UCLLlogo Vakdidactieklogo Art of Teaching

Partners

logo covalent

translate »