Fysische eigenschappen van anorganische stoffen
1.Onderzoeksvraag
Wat is de invloed van het oplosmiddel?
Wat is de invloed van het roostertype van de onderzochte stof?
2.Voorbereiding
Materiaal + stoffen
- Bekers
- Horlogeglazen
- Proefbuizen
- Spanningsbron
- Elektroden
- Ampèremeter
- Spuitfles
- Suiker
- Azijnzuur
- CuSO4
- Ethanol
- Gedemineraliseerd water
- I2
- Zwavel
- NaOH
- Ether
- n-heptaan
Opstelling (foto)
3.Uitvoeren
a.Werkwijze
STAP 1
- Vul een maatbeker met een kleine hoeveelheid water
- Analoog voor ether en ethanol
- Voeg aan elke maatbeker een spatelpunt dijood
- Ga de oplosbaarheid van het dijood na en vergelijk met elkaar!
STAP 2
- Vul een proefbuis tot ongeveer één derde met water
- Voeg een spatelpunt dijood toe aan de proefbuis
- Steek de bunsenbrander aan
- Wees voorzichtig! Vraag hulp indien nodig.
- Houd de proefbuis met een proefbuizenklem in de vlam tot je een duidelijke verandering
- Maak hierbij een draaiende beweging. Hiermee voorkom je dat de proefbuis zou verbanden.
- Koel vervolgens de reageerbuis af onder een waterstraal
- Voeg daarna met een pipet een beetje n-heptaan toe.
- Schud goed!
STAP 3
- Stel de stroomkring op voor het meten van het elektrisch Deze bestaat uit een spanningsbron, ampèremeter, elektroden en beker.
- Leg vervolgens een spanning aan van 12 V
- Vul een maatbeker met water
- Voeg er vervolgens een spatelpunt suiker aan toe
- Laat de waterige oplossing in contact komen met de elektroden
- Meet de stroomsterkte
- Spoel de maatbeker na elke meting goed af (onder kraan en naspoelen met gedemineraliseerd water). Idem voor de elektroden!
- Herhaal de bovenstaande stappen voor de andere waterige oplossingen van de volgende stoffen: azijnzuur, ethanol, NaOH, CuSO4 .
- Plaats de resultaten in een overzichtelijke tabel
b.Waarneming (+ foto’s)
Optredende reacties:
In dit practicum zijn we aan de slag gegaan met een belangrijke fysische eigenschap van anorganische stoffen: “oplosbaarheid”. De oplosbaarheid van een stof geeft aan in welke mate de stof kan oplossen in een andere
Bij stap 1 zijn we de oplosbaarheid van dijood (I2) nagegaan in drie oplosmiddelen, namelijk: water (H2O), ether en ethanol (C2H5OH). We konden vaststellen dat er geen reactie ging ontstaan tussen dijood en water en dat bijgevolg dijood niet goed oplosbaar is in water. In ether en ethanol daarentegen loste het dijood wel goed op. Dit is verklaarbaar met de polariteit van de stoffen. Dijood is een apolaire stof. Het zal bijgevolg enkel goed oplossen in apolaire oplosmiddelen. In dit practicum is dat het geval bij ether en ethanol. Water daarentegen is een polair oplosmiddel. Dit verklaart waarom dijood niet oplost in het water.
In stap 2 hebben we het mengsel van dijood en water verhit. Vooraleer we n- heptaan eraan toevoegden, hebben we dit eerst afgekoeld onder een waterstraal.
Waarom doen we dit?
Het kookpunt van n-heptaan schommelt rond de 98 graden. We koelen het mengsel af om te voorkomen dat n-heptaan (gedeeltelijk) zou verdampen. Op die manier voorkomen we een foute waarneming. Het zou zomaar lijken alsof n-heptaan oplost, terwijl het eigenlijk geleidelijk aan zou verdampen.
In stap 3 hebben we vervolgens het elektrisch geleidingsvermogen er nog aan gekoppeld
5. Aanvullingen
https://www.mrchadd.nl/academy/vakken/anw/de-geleiding-van-stroom
Film: https://youtu.be/ZoTIwqIAhNk