Kies pagina               

Eigenschappen van buffermengsels

1.Onderzoeksvraag

: Hoe kunnen we buffermengsels aantonen aan de hand van toevoegingen?

2.Voorbereiding

a. Materiaal + stoffen

  • 4 proefbuizen
  • universele indicator
  • 3 beralpipetten
  • een proefbuisrekje
  • 4 bekers:
  • Water (beker A)
  • NaCl (c = 0,10 mol/l)) (5,9 g/l )) (beker B)
  • buffer met pH 5,8 (beker C)
  • buffer met pH 8,5 (beker D)
  • 3 erlenmeyers:
  • water
  • HCl (c = 0,10 mol/l ))
  • NaOH (c = 0,10 mol/l )

b.Opstelling (foto)

3.Uitvoeren

a.Werkwijze

  • Voeg in elke proefbuis 1 druppel universele indicator.
  • 1) Voeg in elke proefbuis 3ml van beker A
    • Voeg aan de eerste proefbuis verder niks toe.
    • Voeg aan de tweede proefbuis 3 ml water uit de erlenmeyer toe.
    • Voeg aan de derde proefbuis 3 druppels HCl (c = 0,10 )
    • Voeg aan de vierde proefbuis 3 druppels NaOH (c = 0,10 )

Kijk nu door elke proefbuis door een blad papier en determineer de pH (in de tabel)

  • 2) Voeg in elke proefbuis 3ml van beker B
    • Voeg aan de eerste proefbuis verder niks toe.
    • Voeg aan de tweede proefbuis 3 ml water uit de erlenmeyer toe.
    • Voeg aan de derde proefbuis 3 druppels HCl (c = 0,10 )
    • Voeg aan de vierde proefbuis 3 druppels NaOH (c = 0,10 )

Kijk nu door elke proefbuis door een blad papier en determineer de pH (in de tabel)

  • 3) Voeg in elke proefbuis 3ml van beker C
    • Voeg aan de eerste proefbuis verder niks toe.
    • Voeg aan de tweede proefbuis 3 ml water uit de erlenmeyer toe.
    • Voeg aan de derde proefbuis 3 druppels HCl (c = 0,10 )
    • Voeg aan de vierde proefbuis 3 druppels NaOH (c = 0,10 )

Kijk nu door elke proefbuis door een blad papier en determineer de pH (in de tabel)

  • 4) Voeg in elke proefbuis 3ml van beker D
    • Voeg aan de eerste proefbuis verder niks toe.
    • Voeg aan de tweede proefbuis 3 ml water uit de erlenmeyer toe.
    • Voeg aan de derde proefbuis 3 druppels HCl (c = 0,10 )
    • Voeg aan de vierde proefbuis 3 druppels NaOH (c = 0,10 )

b.Waarneming en besluit (+ foto’s)

Geef  een  verklaring van de waargenomen verschijnselen in  de  vier oplossingen  A,  B, C en D.

  1. Water heeft een pH van 7. De formule voor de pH te berekenen: pH= – log c. Bij elke toevoeging van een zuur of een base verandert dus de pH. Water heeft geen invloed op de pH.
  2. Keukenzoutoplossing heeft een pH van 7. Bij elke toevoeging van een zuur of een base verandert dus de pH. Keukenzoutoplossing heeft geen invloed op de pH.
  3. Er gaat dus veel HCl toegevoegd moeten worden voordat het buffermengsels van pH verandert. 
  4. De formule voor de pH van een buffer is . Er gaat dus veel HCl of NaOH toegevoegd moeten worden voordat het buffermengsels van pH verandert.

Zoektermen

Een UCLL project

logo lerarenopleidinglogo UCLLlogo Vakdidactieklogo Art of Teaching

Partners

logo covalent

translate »