Bloedgroepen onderscheiden
1.Onderzoeksvraag
Van welke bloedgroep is het bloedstaal aangetroffen op de plaats van het delict?
2.Voorbereiding
a. Begrippen
Een bloedgroep is een classificatie van bloed bepaald door het al dan niet aanwezig zijn van bepaalde moleculen (‘antigenen’) op de buitenkant van het celmembraan van de rode bloedcellen.
Het belangrijkste bloedgroepensysteem is AB0. De bloedgroep wordt bepaald door een enkel gen, waarvan er drie verschillende allelen zijn: A, B en 0 (nul). Het A-allel geeft bloedgroepantigeen A, het B-allel geeft bloedgroepantigeen B en het 0-allel is een recessief allel, dat niet in een bloedgroepantigeen resulteert. De allelen A en B zijn dominant ten opzichte van 0 en intermediair ten opzichte van elkaar. Aangezien de mens diploïd is, wordt de bloedgroep bepaald door een combinatie van twee allelen:
- AB → bloedgroep AB (A en B zijn co-dominant)
- AA → bloedgroep A
- A0 → bloedgroep A (A domineert over 0)
- BB → bloedgroep B
- B0 → bloedgroep B (B domineert over 0)
- 00 → bloedgroep 0 (nul)
b. Materialen
Stoffen:
- 4 stalen simulatie bloed
- Anti-A bloed serum
- Anti-B bloed serum
- Anti-Rhesus bloed serum
Materiaal:
Forensic Chemistry Of Blood Typing KIT van Aldon Corporation
c. Opstelling
3. Uitvoeren
a. Werkwijze
- Neem 4 cups en noteer op elk cupje het bijhorende bloedstaal: ‘Suspect #1’, ‘Suspect #2’, Victim’, ‘Crime scene’.
- Doe 3 à 4 druppels bloed in elk cupje.
- Doe 3 à 4 druppels anti-A bloed serum in het A-kuipje.
- Doe 3 à 4 druppels anti-B bloed serum in de B-kuipje.
- Doe 3 à 4 druppels anti-rhesus bloed serum in de Rh-kuipje.
- Neem de agglutinatie waar in de kuipjes en noteer dit in het analysekader.
Herhaal dit proces voor de drie andere bloedstalen.
b. Waarneming
4.Reflecteren
a. Besluit
Agglutinatie: samenklontering van cellen gesuspendeerd in een vloeistof in het bloed door een antistof of agglutinine.
De test is gebaseerd op een antistof – antigeen reactie die tot uiting komt als een agglutinatie.
Bloedgroepantigenen kunnen zorgen voor de vorming van bloedgroepantistoffen. Antistoffen zijn eiwitten die door het lichaam worden gevormd in reactie op een lichaamsvreemde stof. Antistoffen spelen onder andere een belangrijke rol in de afweer tegen ziekteverwekkers. In het bloedgroepensysteem is er sprake van natuurlijk voorkomende antistoffen (regulaire antistoffen) en niet van nature voorkomende antistoffen (irregulaire antistoffen). De natuurlijk voorkomende antistoffen zijn anti-A en anti-B.
Anti-A is altijd aanwezig bij mensen met bloedgroep B en anti-B is altijd aanwezig bij mensen met bloedgroep A. Mensen met bloedgroep O hebben zowel anti-A als anti-B en mensen met bloedgroep AB hebben geen anti-A of anti-B. De natuurlijk voorkomende antistoffen worden gevormd na de geboorte.
Mensen met bloedgroep A hebben A-antigen op hun rode bloedcellen, mensen met bloedgroep B hebben B-antigen op de rode bloedcellen. Mensen met bloedgroep O hebben geen antigenen op de rode bloedcellen. Terwijl mensen met bloedgroep AB zowel A-antigen als B-antigen hebben op hun rode bloedcellen.