Kies pagina               

Bloedgroepen bepalen met zelfgemaakt nepbloed

1.Onderzoeksvraag

Prins carnaval Cor (bloedgroep A) werd dood onder de praalwagen gevonden. Op het lijk vinden de onderzoekers bloedsporen terug met verschillende bloedgroepen. Een van de bloedgroepen reageert met een antistof B maar niet met antistof A. Er zijn drie verdachten opgepakt:

  1. Korneel: de rivaal van Cor die net niet prins werd. Hij heeft bloedgroep O.
  2. Joke: de achternicht van Cor die hem haat sinds hij haar barbiepop kaal schoor toen ze vier was. Zij heeft bloedgroep B.
  3. Olivier: de tuinman van Cor die vindt dat hij onderbetaald wordt. Hij heeft bloedgroep AB.

Welke verdachte heeft dezelfde bloedgroep als van het gevonden bloedspoor?

2.Voorbereiding

a. Begrippen

  • Neerslagreacties
  • Bloedgroepen

b. Materialen

  • Nucleonschaaltjes
  • Pipetten
  • (rode kleurstof)
  • Ba(OH)2
  • CaSO4
  • BaCl2
  • MgCl2
  • H2O

Weeg

  • 1,36 g CaSO4
  • 0,95 g MgCl2
  • 1,71 g Ba(OH)2
  • 2,08 g BaCl2

Doe de stoffen in aparte bekerglazen en voeg er 100 ml water aan toe om oplossingen van 0,1mol/l te bekomen.

c. Opstelling

d. Veiligheid

3. Uitvoeren

a. Werkwijze

Zet de bekerglazen met de stoffen op de juiste plaatsen bij de openingen van de nucleonschaal. (zie tabel)

Vul de twee openingen onder A voor de helft met de  BaCl2-oplossing.

Vul de twee openingen onder B voor de helft met de  MgCl2-oplossing.

Vul de twee openingen onder AB voor de helft met de  BaCl2 en MgCl2 -oplossing.

Vul de twee openingen onder O voor de helft met de  water.

In het bekerglas voor anti-A doe je CaSO4.

In het bekerglas voor anti-B doe je Ba(OH)2.

Doe in de eerste rij van de verschillende bloedgroepen in iedere opening een paar druppels anti-A. Doe hetzelfde voor de tweede rij maar dan met anti-B.

Je kan de proef nog een paar keer uitvoeren maar dan voeg je een druppel rode kleurstof toe aan de bloedgroepen om ze er meer als bloed uit te laten zien.

De laatste rij is als referentie bedoeld, omdat er bij sommige oplossingen een lichte kleurverandering optreedt.

b. Waarneming

4.Reflecteren

a. Besluit

A + anti-A : CaSO4 + BaCl2 –> CaCl2 + BaSO4

B + anti-B : Ba(OH)2 + MgCl2 –> Mg(OH)2↓ + BaCl2

AB + anti-A: MgCl2 + BaCl2 + CaSO4 –> BaSO4↓ +CaCl2 +MgCl2

AB + anti-B: MgCl2 + BaCl2 + Ba(OH)2 –> Mg(OH)2↓ + 2 BaCl2

O + anti-A of anti-B : geen reactie

We kunnen besluiten dat anti A met bloedgroep A reageert, Anti B met bloedgroep B, zowel anti-A als anti-B met bloedgroep AB en niets met bloedgroep O.

Door de reacties van het bloedspoor op de dader te vergelijken met de bloedstalen van Heleen en Korneel kan een verdachte worden gevonden.

Het gevonden bloed reageert enkel met anti-B. De dader heeft bloedgroep B en is dus Joke omdat bloedgroep O niet met anti-A of anti-B reageert.

b. Bronnen

KLIKKLIKKLIK

5.Tips en Trics

Om de stoffen meer op bloed te laten lijken, kan er rode voedingskleurstof worden toegevoegd.

Neem stoffen waarvan je weet dat ze enkel in bepaalde combinaties met andere stoffen een neerslag geven. Indien je bepaalde stoffen niet hebt, kan je deze vervangen door andere stoffen die een neerslagreactie geven.

6.Werkblaadje

Zoektermen

Een UCLL project

logo lerarenopleidinglogo UCLLlogo Vakdidactieklogo Art of Teaching

Partners

logo covalent

translate »