Bepaling van gehalte azijnzuur in tafelazijn in een nucleonschaaltje
1.Onderzoeksvraag
Hoeveel azijnzuur zit er in tafelazijn?
2.Voorbereiding
a.Begrippen als achtergrond voor experiment
- Titratie
- Zuur / base
- pH – indicator
b.Materiaal + stoffen
- 5 ml tafelazijn
- 5 ml 0,10 mol/l NaOH
- Fenolftaleïne 1%
- Nucleonschaaltje
- 2 pasteurpipetten
- Tandenstokers
c.Bereiding oplossingen
- Bereiding van 1,0 mol/l NaOH
Los 39,9 g NaOH op in 100 ml water, leng dat aan tot 1 l. - Bereiding fenolftaleïne 1%:1 g fenolftaleïne in 60 ml 95% ethanol oplossen en aanlengen met water tot 100 ml.
d.Opstelling (foto)
Etiketten
COS brochure
3.Uitvoeren
a.Werkwijze
- Spoel een aantal keer een pasteurpipet met de tafelazijn.
- Breng nu 3 keer telkens 50 druppels tafelazijn met de pipet in 3 verschillende kuiltjes van het nucleonschaaltje.
- Voeg telkens 2 druppels fenolftaleïne toe.
- Breng vervolgens nog een kleine hoeveelheid water in de kuiltjes.
- Voeg druppelsgewijs in het eerste kuiltje NaOH – oplossing toe tot een paarse kleur gedurende 30 seconden blijft staan. Je kan roeren met een tandenstokertje.
- Herhaal de vorige stap met het staal in het tweede en derde kuiltje.
- Bereken de concentratie in azijnzuur in de tafelazijn.
b.Waarneming (+ foto’s)
Na een gemiddelde 48 druppels blijft de kleur in de kuiltjes paars. Dit komt omdat op dit punt er neutralisatie is.
4.Reflecteren
a.Optredende reacties
HAC + NaOH –> NaAc + H2O
b.Besluit
Gegeven
VHAc = 50 druppels = 0,0025 l
VNaOH = 48 druppels = 0,0024 l
cNaOH = 0,1 mol/l
Gevraagd
CHAc = ?
Oplossing
VNaOH · cNaOH = VHAc · cHAc
0,0024 l · 0,010 mol/l = 0,0025 l · cHAc
cHac = 0,096 mol/l