Bepaling van de dikte van een haar
1.Onderzoeksvraag
Er wordt een haar gevonden op de moordplaats. Wat is de haardikte van het gevonden haar? Tracht a.d.h.v. de gevonden waarde en de verdachtenbundel de dader te zoeken.
2.Voorbereiding
a. Begrippen
* lichtbundel
* micrometer
* golflengte
b. Materialen
- Preparaathouder
- Laser (golflengte = 632.8nm)
- Scherm (gebruik hiervoor een blad papier)
- Lintmeter
- Meetlat
- Potlood
c. Opstelling
3. Uitvoeren
a. Werkwijze
- Maak een blad papier vast op het scherm
- Plaats de preparaathouder op precies 1 m van het scherm
- Plaats de laser op ongeveer 20 cm voor de preparaathouder
- Zet de laser aan.
- Beweeg voorzichtig met de laser totdat deze het haar raakt en er een diffractiepatroon optreedt.
- Meet de afstanden A tussen de heldere lichtvlek van de recht doorgaande lichtbundel en het 1ste tot en met het 5de Duidt hiervoor de posities aan op het blad papier met een potlood.
- Zet de laser uit en haal het blad van het scherm.
- Meet de afstanden (A) en vul de tabel verder aan.
- Bereken met behulp van de formule de dikte van het haar (b).
D= dikte van de haar
m= nummer van het minimum
λ= golflengte van de laser (dit staat op de laser zelf, rode laser is meestal=694nm)
A= afstand van het middelpuntminimum
L= afstand van de preparaathouder tot het scherm
b. Waarneming
4.Reflecteren
a. Besluit
Het haar van de dader is ongeveer 67 µm dik. Het haar van Hilde Crevits is 67,3 µm dik, het haar van Annemie Turtelboom 2 is 75,5µm dik. Hieruit kunnen we dus besluiten dat Hilde Crevits de dader is. Dit is een benaderende waarde want we hebben een gemiddelde genomen. De dikte van een haar bevindt zich altijd tussen de volgende waarden: 9 – 100µm.
b. Bronnen
5.Verdachten
Op het lichaam van het slachtoffer wordt een haar gevonden. Er zijn 2 verdachten van wie het haar zou kunnen zijn, namelijk Hilde Crevits en Annemie omdat zij zich de dagen voor de moord verdacht gedroegen. We weten dat het haar van de dader 67µm dik is, bepaal via de verdachtenbundel de haardikte van de verdachten.