Amfotere eigenschappen van metaalhydroxiden
1.Onderzoeksvraag
Hoe regeren metaalhydroxiden verschillend met zuren en basen?
2.Voorbereiding
Begrippen als achtergrond voor experiment
- zuren en basen
Materiaal + stoffen
-
- 1 L beker
- 2 – 400 ml bekers roerstaaf
- 100 ml 0.5 mol/l zinkchloride
- 250 ml van 1.0 mol/l natriumhydroxide
- 250 ml van 1.0 mol/l zoutzuur
Opstelling
3.Uitvoeren
a.Werkwijze
- Doe 100 ml zinkchloride-oplossing in een bekerglas van 600 ml.
- Doe 250 ml van elk van de NaOH- en HCl-oplossingen in afzonderlijke bekers van 400 ml.
- Voeg langzaam NaOH-oplossing toe aan de ZnCl2-oplossing en merk de vorming van een gelatineachtig wit neerslag op. Giet de helft van het mengsel in een apart bekerglas van 600 ml.
- Blijf de NaOH-oplossing in een van de bekers met het neerslag gieten. Het neerslag lost op.
- Voeg HCl-oplossing toe aan het andere bekerglas dat neerslag bevat en merk op dat het neerslag oplost.
b.Waarneming (+ foto’s)
4. Verklaring
De neerslagreactie is: Zn2+ + 2 OH– –> Zn(OH)2(s)
De oplossende reactie is: Zn(OH)2(s) + 2 OH– –> Zn(OH)42 –