Elektrische geleidbaarheid van voorwerpen
1.Onderzoeksvraag
Wanneer geleiden voorwerpen elektrische stroom?
2.Voorbereiding
Materiaal en stoffen:
- -Geodriehoek
- -sleutel
- -lepel
- -houten klem
- -geleidbaarheidstester
Opstelling
3.Uitvoeren
a.Werkwijze
- Zet de geleidbaarheidstester aan.
- Houdt de twee lange elektroden tegen één van de voorwerpen die we gaan testen.
- Kijk of de lichtjes op de geleidbaarheidsmeter gaan branden.
- Herhaal stappen 2+3 voor de andere drie voorwerpen.
b.Waarneming (+ foto’s)
4.Reflecteren
Elektrische stroom is het transport van ladingen. In een elektrisch netwerk vindt dit transport voornamelijk plaats door de beweging van elektronen of beweeglijke ionen door geleiders en halfgeleiders. Het ladingstransport vindt dus plaats door de verplaatsing van ladingdragers.
De voorwerpen die de stroom in deze proef WEL geleiden bestonden uit een metaal. De ionen van de metaalatomen vormen een metaalrooster en zijn aan elkaar gebonden door metaalbindingen. De metaalionen in een metaalrooster delen onderling de elektronen die uit hun buitenste schil afkomstig zijn. Het gevolg is dat de buitenste elektronen zich tamelijk vrij bewegen kunnen tussen de atomen. Eén voorstelling van metaalbinding is dat het metaal een rooster vormt van positieve metaalionen met daartussen vrije, beweeglijke elektronen.
De reden dat metalen dus de stroom kunnen geleiden, is dat ze vrije bewegelijke elektronen (ladingdragers) hebben.
De voorwerpen die de stroom in deze proef NIET geleidden bestonden uit hout of plastic. Deze stoffen zijn isolatoren. Isolatoren zijn materialen die geluid, warmte of elektriciteit tegenhouden. Voor deze proef is voornamelijk dat tegenhouden van de elektrische stroom van belang. Voorbeelden van isolatoren zijn rubber, plastic (geodriehoek), hout (klem), lucht,… .