Kies pagina               

Bereiding en werking van een buffer

Video: LINK
1.Onderzoeksvraag

Hoe werkt een buffer?

2.Voorbereiding

a. Materiaal + stoffen

  • drie maatbekers (100 mL)
  • maatcilinder (20 mL)
  • azijnzuuroplossing (1 mol/L)
  • ammoniakoplossing (1 mol/L)
  • natriumacetaat (vast)
  • ammoniumchloride (vast)
  • HCl-oplossing (1 mol/L)
  • NaOH-oplossing (1 mol/L)
  • gedestilleerd water
  • pH-meter

b.Opstelling (foto)

 

3.Uitvoeren

a.Werkwijze

  • Je neemt drie maatbekers: de eerste wordt gevuld met 20 mL gedestilleerd water, de tweede met 20 mL azijnzuuroplossing (1 mol/L), de derde met 20 mL ammoniakoplossing (1 mol/L).
  • Aan de tweede maatbeker (zure buffer) wordt 2,7 g natriumacetaat toegevoegd, aan de derde maatbeker (basische buffer) 1 g ammoniumchloride.
  • De pH van de drie oplossingen wordt gemeten met een pH-meter.
  • Vervolgens wordt aan elke oplossing 2 mL NaOH-oplossing (1 mol/L) toegevoegd, geroerd en opnieuw de pH gemeten.
  • Bij de eerste oplossing zal de pH sterk stijgen (tot 12-13), bij de twee andere oplossingen zal de pH niet of nauwelijks wijzigen (respectievelijk 4,4 en 9,4).
  • Dezelfde procedure kan herhaald worden via het toevoegen van een HCl-oplossing (1 mol/L).
  • Voor het verkrijgen van nauwkeurige pH-metingen wordt de pH-meter best vooraf geijkt met twee bufferoplossingen.

b.Waarneming (+ foto’s)

4. Reflectie

Zowel de basische als zure buffer werken zoals het hoort. Als er een zuur of een base wordt toegevoegd zou er geen verandering zichtbaar mogen zijn in de pH. De pH van de buffers blijven constant.

 

 

Zoektermen

Een UCLL project

logo lerarenopleidinglogo UCLLlogo Vakdidactieklogo Art of Teaching

Partners

logo covalent

translate »