Bloed opsporen met luminol
1.Voorbereiding
a.Materiaal + stoffen
- Sproeiflesje
- 1 g luminol
- 1 g natriumcarbonaat
- 7 g natriumperboraat
- Bloed of nepbloed (FeCl3)
- 3% waterstofperoxide oplossing
2.Uitvoeren
a.Werkwijze
Maak de luminoloplossing door 1 g luminol toe te voegen aan 1 l water, waarin al 1 g natriumcarbonaat en 7 g natriumperboraat is opgelost. Breng een deel in een sproeiflesje.Zorg voor bloed en breng dat aan op een bepaalde plaats.
Eigenlijke proef
Breng wat bloed aan ter grootte van een kootje van de wijsvinger . Het lokaal wordt verduisterd. Met het sproeiflesje wordt het bloedspoor opgespoord.
b.Waarneming (+ foto’s)
3.Reflecteren
Luminol onthult vaak niet alleen de aanwezigheid van bloed op het plaats delict,maar ook andere sporen die van belang zijn voor het forensisch onderzoek.
Daarbij kan men denken aan bloedstromen, bloedspetters, sleepsporen of in het bloed achtergelaten afdrukken van handen, voeten, vingers of schoenzolen. Al deze sporen geven de forensisch rechercheur aanvullende informatie over de toedracht van het misdrijf en misschien zelfs over de identiteit van de dader. Om deze sporen vast te leggen moeten er foto’s of video-opnamen worden gemaakt op het moment dat de luminol oplicht. Luminol is erg gevoelig en detecteert het bloed nog als het erg verdund is, al bij een verhouding van 1:12.000. Daardoor kan het bijna elke manier waarop vlekken zijn weggewerkt weerstaan. Of het bloed nu is weggeveegd, afgewassen of zelfs overgeschilderd, luminol reageert er meestal toch op. Alleen als de plaats delict is schoonmaakt met een bleekmiddel werkt het niet, omdat bleekmiddel ook reageert met luminol. Datzelfde geldt ook voor bepaalde verfstoffen.