Kies pagina               

Zeeslag anorganische stoffen

 

Printen

Materiaal:
• 2 zeeslagborden
• 2 vloten van elk 5 schepen : 1 schip van 4, 2 schepen van 3 en 2 schepen van 2
• 130 witte pinnen
• 60 rode pinnen
• 34 theorievragen
• 36 oefeningen

Voor het spelen:
De 70 theorievragen en oefeningen worden door elkaar gemixt, zodat je niet kan kiezen voor
een oefening of een theorievraag.

Spelregels:
• Het spel is voor 2 personen. Elke speler krijgt zijn eigen zeeslagbord met een aantal pinnetjes.
• De spelers plaatsen elk hun schepen op het onderste speelveld. De schepen mogen niet met
de lange zijde tegen elkaar staan.
• De jongste speler mag beginnen. De tegenspeler trekt een vraag van de stapel en leest deze voor.

De andere persoon moet de vraag correct beantwoorden. Het antwoord staat in vet op het kaartje.
Heeft hij/zij een juist antwoord gegeven dan mag deze speler ‘schieten’.
• De speler zegt een letter gevolgd door een cijfer (bvb. B3). De tegenspeler moet op zijn bord kijken
of hij/zij een van de schepen heeft geraakt.
Is het schip geraakt zeg dan ‘boem’. Is het schip niet geraakt zeg dan ‘plons’.

Dit kan je aanduiden met een rood (een bom) of wit pinnetje op het bovenste speelveld.
• Wanneer de speler de vraag fout heeft beantwoord of niet kan beantwoorden dan mag de tegenspeler
schieten. Zeg ook hier ‘boem’ of ‘plons’.
• Degene die als eerste al de schepen heeft neergeschoten van de tegenspeler is gewonnen.

Speldoel:
• De leerlingen herhalen de geziene leerstof over anorganische stoffen, dit op een educatieve manier.
• De formules en begrippen worden herhaald in het spel.

Zoektermen

Een UCLL project

logo lerarenopleidinglogo UCLLlogo Vakdidactieklogo Art of Teaching

Partners

logo covalent

translate »