Kies pagina               

Wie is het?

Printen

 

Materiaal:

  • 48 plastic lijstjes
  • 2 speelborden (1 rood en 1 blauw)
  • 72 kaartjes
  • 2 score tellers
  • 2 PSE’s

 

Doel:
Het doel is om als eerste speler te raden welke binding op het kaartje van de tegenstander staat.
De speler die als eerste 5 rondes heeft gewonnen, is de winnaar.

 

Start
1. Kies met welk speelbord je gaat spelen. Zet het met de kaartgleuf naar je toe voor je en kantel het achterover, zodat alle lijstjes openklappen. Zet het speelbord nu voorzichtig neer. Controleer of alle lijstjes rechtop staan.
2. Schud de gele kaartjes en pak er elk één. Schuif de kaart, zonder dat de tegenstander het kan zien, in de kaartgleuf aan de voorkant van de speelbord. Het is belangrijk dat je, voordat je de eerste keer gaat spelen, eens goed kijkt naar de verschillen tussen de bindingen.

Metalen en niet-metalen:
Er zijn bindingen met metalen, er zijn bindingen met niet-metalen, maar er zijn ook bindingen met zowel niet-metalen als metalen.

Mono-atomisch of niet:
Er zijn bindingen die opgebouwd zijn uit maar 1 soort atoom en er zijn bindingen die opgebouwd zijn uit meerder atoomsoorten.

Soorten binding
Er zijn covalente bindingen, ionbindingen en metaalbindingen.

Atomen
Er zijn verschillende atoomsoorten in het spel, allemaal met hun bijbehorend atoomnummer, atoommassa, groep en rij.

 

De jongste speler mag beginnen. Als je aan de beurt bent mag je één vraag stellen om erachter te komen wie op het gele kaartje van de tegenstander staat. Met je vragen probeer je telkens bindingen uit te schakelen

De vraag die je stelt, moet met “ja” of “nee” beantwoord kunnen worden.
Voorbeeld: Heeft de binding een metaal?
Als het antwoord “ja” is, weet je dat alle bindingen zonder metaal uitgeschakeld kunnen worden.
Als het antwoord “nee” is, kunnen alle bindingen met metalen uitgeschakeld worden. Bindingen uitschakelen is heel simpel: je klapt gewoon het kaartje omlaag.

Stel om de beurt een vraag. Tijdens je eerste vraag is het verboden om te vragen naar welke binding (covalente, ion- of metaalbinding) er op het kaartje van de tegenstander staat. Bij je volgende beurt of later in het spel mag dit wel.

Denk eraan!
Blijf de kaartjes die overeind staan goed bekijken, soms kan je met één slimme vraag verschillende kaartjes tegelijk uitschakelen. Probeer te onthouden welke vragen je gesteld hebt. Het is zonde om een twee keer dezelfde vraag te stellen.

Raden wie het is!
Als je denkt dat je weet welke binding er op de gele kaart van de tegenstander staat, mag je raden. Je mag niet meteen raden nadat je een vraag hebt gesteld. Je moet wachten tot je opnieuw aan de beurt bent.
Pas op! Als je fout raadt, heb je meteen verloren. Het spel is afgelopen als een van de twee spelers raadt welke binding er op de kaart van de tegenstander staat. Hij of zij heeft deze ronde gewonnen.
Stop de gele kaarten na elke ronde terug in de stapel. Schud de kaarten en begin opnieuw.

Winnaar

Voor elke ronde die je wint, schuif je de scoreteller op je speelbord één plaatsje verder. De speler die als eerste 5 rondes heeft gewonnen, is de winnaar

Zoektermen

Een UCLL project

logo lerarenopleidinglogo UCLLlogo Vakdidactieklogo Art of Teaching

Partners

logo covalent

translate »