Werking van antivries
Deel 1: Onderzoeksvraag
ONDERZOEKSVRAAG:
Wat gebeurt er als we glycol en/of glycerol toevoegen aan water ?
MOGELIJKE HYPOTHESEN:
Het water zal niet bevriezen wanneer er glycol en/of glycerol aan toegevoegd is.
Deel2: Voorbereiden
THEORETISCHE VOORBEREIDING:
Wat is glycol en glycerol precies?
Zijn hiervan toepassingen in het dagelijks leven?
Waarom voegen we zout toe aan het ijs?
BENODIGDHEDEN:
Materiaal:
- 1 beker (200 ml)
- 3 kleine proefbuizen + stoppen
- Thermometer
Stoffen:
- Ijs
- NaCl
- Gycol
- Glycerol
- Gedestilleerd water
Etiketten:
OPSTELLING:
Deel3: Uitvoeren
Voorbereiding Sparkvue:
- Zie handleiding
Werkwijze:
- Breng 100 g ijs in een beker.
- Voeg hier 33g NaCl aan toe.
- Meet de temperatuur.
- Maak de volgende mengsels in de proefbuizen:
- Proefbuis 1: 6 ml water
- Proefbuis 2: 3 ml water + 3 ml glycol
- Proefbuis 3: 3 ml water + 3 ml glycerol.
- Plaats dit in de beker. Zorg dat de stoffen volledig ondergedompeld zijn.
- Laat dit een tijd rusten en bekijk dan de aggregatietoestanden.
Waarneming:
- De aggregatietoestand in de proefbuis zonder glycol en/of glycerol is vast. Het water is bevroren. Zie afbeelding 1.
- De aggregatietoestand in de proefbuizen met glycol en/of glycerol is vloeibaar. Het water is niet bevroren. Zie afbeelding 2.
Deel4: Reflecteren
Besluit:
–verklaring van de waarneming: doordat men bepaalde stoffen met het water gaat samenvoegen, gaat het vriespunt van deze nieuwe oplossing lager liggen dan het vriespunt van water zelf. De ‘OH’-groepen trekken sterk water aan waardoor het water minder snel gaat bevriezen.
–afleiding van nieuwe begrip/begrippen met definitie: Glycerol en glycol horen bij de alcoholen. Deze beide stoffen hebben als toepassing in het dagelijks leven antivriesmiddel.
–met koppeling naar de onderzoeksvraag: Het glycol en glycerol zorgt er wel degelijk voor dat water niet bevriest in de vrieskou. Daarom wordt het dan ook in de auto’s gedaan als antivriesmiddel.
Deel5: Didactische verwerking
Methodische verwerking als demo:
-leerkracht: Wanneer de leerkracht deze proef uitvoert, moet hij/zij zorgen dat de stof in de proefbuisjes volledig ondergedompeld zijn.
-leerling: De leerlingen kunnen deze proef gemakkelijk alleen doen. Er is weinig begeleiding voor nodig. Het is een zeer duidelijke proef alsook de waarnemingen zijn goed te trekken. Ze moeten er zeker op letten dat de stoffen in de proefbuizen goed ondergedompeld zijn.
-veiligheidsaspecten: We doen steeds een labojas en een veiligheidsbril aan. De leerlingen/leerkracht moeten voorzichtig zijn dat ze glycol niet in hun mond krijgen.