Kies pagina               

Kwantitatief oplossingen maken en verdunnen

Oplossingen maken

Onderzoeksvraag

Hoe kunnen we kwantitatief oplossingen maken?

 

Benodigdheden

  • Natriumchloride (NaCl)
  • gedestilleerd water (spuitfles)
  • balans
  • spatel
  • weegschuitje
  • bekerglas (50 ml)
  • roerstaaf
  • maatkolf (100 ml)
  • druppelpipetje of pasteurpipetje.

 

Werkwijze

Maak een natriumchloride-oplossing met een concentratie van 20 g/l en 40 g/l.

  1. Weeg de berekende hoeveelheid natriumchloride af in een weegschuitje.
  2. Breng de stof over in een bekerglas van 50 ml.
  3. Spoel het weegschuitje na boven de beker met een kleine hoeveelheid gedestilleerd water.
  4. Voeg gedestilleerd water toe tot ongeveer 50 ml.
  5. Roer goed met een roerstaaf tot alle stof is opgelost.
  6. Spoel nadien de roerstaaf af boven het bekerglas met een kleine hoeveelheid gedestilleerd water.
  7. Spoel de maatkolf twee maal met demiwater.
  8. Breng de oplossing over in een maatkolf van 100 ml, spoel het bekerglas uit en voeg dat ook bij de maatkolf.
  9. Vul de maatkolf tot ongeveer 1 cm onder de maatstreep.
  10. Vul nu verder aan op ooghoogte tot de onderkant van de meniscus op de maatstreep ligt. Gebruik hiervoor een druppelpipetje of pasteurpipetje.

 

 

Oplossingen verdunnen

Onderzoeksvraag

Hoe kunnen we kwantitatief oplossingen verdunnen?

Benodigdheden

  • Natriumchloride-oplossing (20 g/l en 40 g/l)
  • gedestilleerd water (spuitfles)
  • maatkolf (100 ml)
  • volpipet
  • druppelpipetje of pasteurpipetje
  •  rubberpeer
  • doekje (tissue)
  • bekerglaasje 50 ml
  • bekerglas 150 ml.

Principe

Er zijn verschillende soorten pipetten, nl. druppelpipetten of pasteurpipetten, maatpipetten of gegradueerde pipetten en volume pipetten of volpipetten.

Een pipet wordt gebruikt voor het overbrengen van een nauwkeurige hoeveelheid vloeistof van één recipiënt naar een ander.
Alleen als het uitdrukkelijk vermeld wordt, mogen we de vloeistof opzuigen met de mond.  Voor gevaarlijke stoffen gebruiken we steeds een rubberpeer.

Met een volpipet kan je alleen het volume afmeten vermeld op de pipet; met een gegradueerde pipet kan je meerdere volumes afmeten.  Het werken met een pipet noemen we pipetteren.

Druppelpipetten of pasteurpipetten

Druppelpipetten of pasteurpipetten worden gebruikt voor het overbrengen van kleine hoeveelheden vloeistof.

 

Maatpipetten of gegradueerde pipetten

Maatpipetten of gegradueerde pipetten worden gebruikt voor het overbrengen van relatief grotere hoeveelheden waarbij er wat minder nauwkeurig te werk wordt gegaan.

 

Volume pipetten of volpipetten

Volume pipetten of volpipetten worden gebruikt voor het nauwkeurig afmeten en overbrengen van een vloeistof.

 

Werkwijze

  1. Gebruik de oplossingen van het vorige labo.
  2. Giet een deel van de natriumchloride-oplossing van 20 g/l over in een beker van 150 ml.
  3. Neem een volpipet van 10 ml en spoel deze 2 maal met gedestilleerd water en 2 maal met de natriumchlorideoplossing (Zie: ‘Het spoelen van de pipet’).
  4. Vul nu de pipet met de natriumchlorideoplossing (Zie: ‘Het vullen van de pipet’).
  5. Ledig de pipet in een maatkolf van 100 ml (Zie: ‘Het ledigen van de pipet’).
  6. Leng verder aan met gedestilleerd water tot ongeveer 1 cm onder de maatstreep.
  7. Vul nu verder aan op ooghoogte tot de onderkant van de meniscus op de maatstreep ligt. Gebruik hiervoor een druppelpipetje of pasteurpipetje.
  8. Doe hetzelfde voor de natriumchloride-oplossing van 40 g/l.

 

Het gebruik van een rubberpeer

  1. Een pipetteerballon bestaat uit een gummibal met 3 ventielen.
  2. De aanzuigzijde van de pipet wordt bij B in de klemmende opening gedrukt.
  3. De lucht gaat uit de ballon door met de duim en wijsvinger ventiel A in te drukken en gelijktijdig met de palm van de hand de ballon leeg te persen. Vervolgens plaatst men de pipet in de vloeistof en drukt het ventiel S in (Sample). Hierdoor wordt de vloeistof omhoog gezogen.
  4. Wanneer de vloeistof boven de maatstreep staat, wordt ventiel S losgelaten, de pipet uit de vloeistof getrokken en met absorberend papier afgeveegd.
  5. Door ventiel E in te drukken kan de vloeistofkolom in de pipet op correcte wijze (hoek van 45° op de wand van het glaswerk) teruglopen tot de maatstreep.
  6. De gehele hoeveelheid vloeistof kan uitstromen door blijvend op ventiel E te drukken.

 

Het spoelen van de pipet

  1. Dompel de pipet in de te gebruiken vloeistof en zuig zeer voorzichtig met een peer een weinig vloeistof op.
  2. Neem de pipet uit de oplossing en haal de peer van de pipet.
  3. Hou de pipet ongeveer horizontaal en bevochtig de binnenwand volledig met de oplossing.
  4. Verwijder de spoeloplossing en herhaal deze bewerking.

Het vullen van de pipet

  1. Dompel de pipet in de oplossing en zuig zeer voorzichtig met een peer de vloeistof op tot ongeveer 2 cm boven het streepje.
  2. Haal de pipet uit de oplossing en droog de buitenkant met een doekje.
  3. Plaats de punt van de pipet tegen de wand van een bekerglaasje.
    4. Houd de pipet verticaal op ooghoogte en laat langzaam het vloeistofniveau dalen tot de onderste rand van de meniscus gelijk staat met het streepje.

 

Het ledigen van de pipet

  1. Breng de pipet over naar het recipiënt waar de vloeistof in moet.
  2. Laat de pipet verticaal leeglopen met de punt tegen de wand van de recipiënt, terwijl je de recipiënt kantelt over een hoek van ongeveer 45°.
  3. Als de vloeistof is uitgelopen, draai je nog even met de punt tegen de wand van de behouder.
  4. De kleine hoeveelheid vloeistof die in de punt van de pipet achterblijft, mag in geen geval uitgeblazen worden.

 

Het ledigen van een pipet

Onderzoeksvraag

Hoe kunnen we op een gepaste manier de pipet ledigen?

Benodigdheden

  • Water
  • bekerglas (150 ml)
  • 2x maatkolf (100 ml)
  • volpipet
  • rubberpeer

Werkwijze

In dit labo ledigen we een pipet op twee verschillende manieren:

  1. Weeg een droog maatkolfje van 50 ml (m1).
  2. Pipetteer op correcte wijze 20 ml water in dit kolfje.
  3. Weeg het kolfje opnieuw (m2).
  4. Weeg een ander droog maatkolfje van 50 ml (m1).
  5. Pipetteer op 20 ml water in dit kolfje, maar blaas nu het water uit de pipet in het kolfje.
  6. Weeg het kolfje opnieuw (m2).

 

Door de uitgelopen vloeistof af te wegen op een nauwkeurige balans, kunnen we bepalen welke manier van ledigen de meest nauwkeurige is.

Resultaten

Waarnemingen

Zijn er verschillen?

Taken

  1. Wat betekent kwantitatief werken in een labo?
  2. Waarom gebruik je een volpipet i.p.v. een gegradueerde pipet?
  3. Waarom is het belangrijk de pipet aan de buitenkant af te drogen?
  4. Waarom mag je de kleine hoeveelheid vloeistof die in de punt van de pipet achterblijft in geen geval uit de pipet blazen?

 

 

 

Zoektermen

Een UCLL project

logo lerarenopleidinglogo UCLLlogo Vakdidactieklogo Art of Teaching

Partners

logo covalent

translate »