Kies pagina               

Keer op keer

Printen

Spelinhoud:

  • TIP: neem best nog een kladblad zodat je je bewerkingen kunt opschrijven.
  • 6 kaartjes
  • 6 uitwisbare stiften
  • 4 dobbelstenen (2 met cijfers, 2 met kruisjes)
  • 24 vragen per kleur (in totaal 120 vragen)
  • Antwoordenblad

Voorbereiding:

Iedere speler/ ieder groepje krijgt 1 kaart en 1 uitwisbare stift. De vragen worden per kleur op een stapeltje in het midden gelegd.

Speelveld:

H:

Dit is de startkolom, je mag altijd aankruisen binnen deze kolom, zelfs als dit niet aangrenzend is aan je reeds aangekruiste gebied. het eerste gebiedje dat je aankruist moet (gedeeltelijk of volledig) in deze kolom liggen.

A-O: de kolommen

Atoomvelden ():

Deze moet je proberen allemaal weg te kruisen doorheen het spel, per atoom dat over blijft worden op het einde 2 punten afgetrokken.

Overwinningspunten:

Hier wordt een onderscheid gemaakt. De bovenste rij is voor de speler die het eerst de kolom af heeft, de onderste is voor alle andere spelers die hierna de kolom af maken.

Kleurbonus:

Deze behaal je wanneer je een volledige kleur af hebt. Hier krijgt de eerste die de kleur af heef 5 punten, de anderen die deze af hebben krijgen er 3.

 

Puntenvak: helpt na afloop met het tellen.

 

 

Spelverloop: iedere speler gooit eenmalig met de dobbelsteen, diegene die het hoogst aantal ogen gooit mag beginnen.

De eerste speler gooit de 4 dobbelstenen gelijktijdig. Daar mag die 1 kleursteen en 1 ogensteen uit kiezen, afhankelijk van de kleur die deze gekozen heeft, moet die een vraag beantwoorden. De speler kan ook (indien de kleur en ogen niet goed uitkomen) passen, dan mag de volgende speler kiezen van welke combinatie (ogen en kleur) die een vraag beantwoord. De vragen hebben volgende onderwerpen:

  • Roze: polair/apolair
  • Blauw: oplosbaarheid van verbindingen in water op submicroscopisch niveau
  • Groen: elektrisch geleidingsvermogen
  • Geel: factoren die de oplosbaarheid van verbindingen beïnvloeden
  • Oranje: intermoleculaire krachten

De speler rechts van diegene die de vraag moet beantwoorden, heeft steeds het antwoordenblad om te controleren of de speler het juist heeft. Pas NA de ronde mag dit blad doorgegeven worden in wijzerzin.

Als de speler de vraag juist heeft mag deze de vakjes aanduiden.

  • In de eerste ronde moeten de vakjes in de H-kolom liggen, daarna moeten ze aangrenzend zijn aan andere aangekruiste gebieden OF ook in de H-kolom liggen

Als de speler de vraag fout heeft, mag die een joker (zie onderdeel joker) inzetten om een nieuwe poging te wagen. Als de speler dit niet wilt doen, dan mag de speler links ervan ook een poging doen. Als deze het dan wel juist heeft mag die de vakjes aankruisen. als deze het ook niet weet mag de speler daar links van ook weer een poging doen… tot men aan de speler met het antwoordenblad komt (deze mag zelf niet antwoorden). Als het dan nog niet opgelost is, dan gaat de beurt naar de volgende.

  • Als er bij een vraag een verklaring gevraagd wordt, moet de verklaring ook juist zijn, indien deze fout is, is bijgevolg de hele vraag fout.
  • Alle spelers lossen de vraag op( dus ook als iemand anders aan de beurt is), zo moet (indien de eerste het fout heeft) de rest niet steeds wachten.

 

 

Hieronder nog enkele spelregels:

  • Vakjes die aan één hoekje raken, tellen NIET als aangrenzend
  • Je moet precies het aantal ogen van de dobbelsteen aankruisen, niet meer of minder
  • Je moet niet een hele blok van een kleur in 1 keer vullen, je mag dit opsplitsen over verschillende beurten
  • Het is niet toegestaan om een cijfer dat je gekozen hebt op te splitsen over meerdere blokjes van 1 kleur die niet aangrenzend zijn

 

Voorbeelden:

  1. Je gooit 5 roze, deze actie mag niet!
  • De roze vakjes grenzen niet aan elkaar

 

  1. Je gooit 3 groen, deze actie mag niet!
  • De groene vakjes grenzen aan elkaar maar niet aan ten minste 1 ander (eerder gezet) kruisje. Diagonaal geldt niet als aangrenzend

 

  1. Je gooit 2 roze, deze actie mag wel!
  • De roze vakjes grenzen aan elkaar en aan ten minste 1 ander kruisje

 

  1. Je gooit 4 groen, deze actie mag wel!
  • De groene vakjes grenzen aan elkaar en aan ten minste 1 ander kruisje

Maar: nu heb je wel twee nieuwe aan te kruisen blokjes gemaakt. Dat mag, maar is enkel op te lossen als je 2 keer 1 groen gooit.

Joker: iedere speler heeft aan het begin van het spel 8 jokers, deze mag die dan inzetten als de speler een vraag fout heeft en een nieuwe poging wilt wagen. Als de speler hiervoor gekozen heeft, dan moet die daarna één uitroeptekenbolletje doorkruisen. Als de speler geen jokers meer heeft, mag die er ook geen meer inzetten.

  • Let op: iedere joker die overblijft is aan het eind van het spel een bonuspunt waard, dus ze moeten niet op

Een kolom af? De speler die als eerste een kolom af heeft zegt luidop in de groep dat dit zo is, alle andere spelers moeten nu de bovenste overwinningspunten van die kolom doorkruisen. Ze kunnen die punten niet meer winnen, maar wel nog de onderste (lagere) overwinningspunten

  • De onderste punten worden niet doorkruist, als de tweede speler deze kolom heeft moet die dit ook niet luidop zeggen, de derde mag dan op zijn beurt ook die punten omcirkelen en bij zijn totaal tellen.
  • Een speler kan in 1 ronde meerdere kolommen als eerste af hebben, die mag ze dan ook allemaal afroepen.

Ook als een speler een volledige kleur af heeft moet die dit luidop zeggen zodat de andere spelers de waarde kunnen wegkruisen, zij kunnen dan nog 3 punten verdienen voor die kleur.

 

Einde van het spel: het spel wordt beëindigd als een speler twee kleuren volledig afmaakt (de hoeveelheid punten die hij ervoor krijgt doet er niet toe). De ronde wordt dan afgemaakt en de punten worden als volgt opgeteld:

  • Bonus: som van de (eventuele) kleurbonussen
  • A-O: som van de punten die behaald zijn door kolommen af te maken
  • !: elk niet gebruikt uitroepteken is 1 punt waard
  • : elk atoom dat niet doorkruist is, levert 2 minpunten op
  • Totaal: de som van alle bovenstaande. De speler met de meeste punten wint het spel. Maar, in geval van een gelijke stand, wint de speler met de meeste overblijvende uitroeptekens het spel.

 

Zoektermen

Een UCLL project

logo lerarenopleidinglogo UCLLlogo Vakdidactieklogo Art of Teaching

Partners

logo covalent

translate »