Ei uitblazen met fles
1.Onderzoeksvraag
Hoe kunnen we een rauw ei laten uitblazen met een fles?
2. Materiaal + stoffen
- Rauw ei
- Plasticine
- Water
- Naald
- Plastieken fles
- Schroevendraaier
- Kom
3.Uitvoeren
a.Werkwijze
Plasticine maken (boetseerklei):
– een oude braadpan, kookplaat en een houten lepel
– 2 glazen bloem (= ongeveer 175 g)
– 1 glas zout (= ongeveer 175 g)
– 2 glazen water (1 glas = 125 ml)
– 2 eetlepels sla – olie
– 1 koffielepel wijnsteenzuur (bij apotheker of drogist)
– kleurstoffen om je plasticine mooi te kleuren
Werkwijze:
– Doe de bloem, het zout en het wijnsteenzuur in de pan en roer goed.
– Voeg dan het water, de olie en wat kleurstof toe.
– Roer alles tot er geen klonters meer zijn. Je ‘deeg’ wordt steeds dikker en dikker.
– Blijf kneden met de lepel tot het een dikke bal geworden is.
– Haal de pan dan van het vuur.
– Zet nu de braadpan op een zacht vuurtje. Blijf altijd goed roeren zodat er niets kan ‘aanbakken’ !
– Laat je plasticine een beetje afkoelen. Dan moet je alles nog eens heel goed kneden en klaar!
Neem een rauw ei, maak zowel in de boven als onderkant een klein gaatje met behulp van een naald. Leg het ei even aan de kant.
– Neem nu je grote plastieken fles. Maak met behulp van de schroevendraaier een gat in de onderkant van de fles.
– Vul de fles met water. (Houdt het gat dicht met je vinger)
– Op de bovenkant van de fles plaats je een stuk plasticine.
– Plaats het ei op de plasticine en boetseer de plasticine rond het ei.
– Licht de fles op en laat het water eruit stromen. (doe dit boven een grote kom!)
b.Waarneming (+ foto’s)
Voor:
We zien het water uit de fles stromen.
Tijdens:
We zien een barst verschijnen in de schel van het ei. Enkele seconden later zien we eerst het eiwit uit het ei komen. Wanneer bijna al het water uit de fles gestroomd is zien we ook de dooier van het ei in de fles.
Na:
We zien dat de fles leeg is. Enkel de schaal van het ei met de membraan in blijft over. De inhoud van het ei zien we samen met het water in de kom onder de fles.
4.Reflecteren
In de fles zit lucht en water. Lucht is een gas en de deeltjes van een gas willen zoveel mogelijk volume innemen.
Naarmate er meer water uit de fles stroomt, krijgen de ingesloten luchtdeeltjes in de fles natuurlijk meer ruimte.
Door de grotere ruimte voor dezelfde hoeveelheid lucht, verlaagd de druk.
Er is bijgevolg een onderdruk in de fles gecreëerd. De atmosferische druk duwt het ei in de fles. Dit is de reden waarom het ei breekt.
Er is een onderdruk als de druk van het gas kleiner is dan de atmosferische druk.
pgas < patm.
Omgekeerd geldt ook: Er is een bovendruk als de druk van het gas groter is dan de atmosferische druk. pgas > patm.