Begrippen chemie in de derde graad secundair onderwijs
A
aardalkalimetalen |
De aardalkalimetalen zijn de elementen die in de tweede hoofdgroep van het PSE staan. |
aardmetalen |
De aardmetalen zijn de elementen die in de derde hoofdgroep van het PSE staan. Deze naam is verouderd, tegenwoordig spreek je over de boorgroep. |
absolute atoommassa |
De absolute atoommassa is de werkelijke massa van het atoom uitgedrukt in kilogram. |
absolute molecuulmassa |
De absolute molecuulmassa is de werkelijke massa van het molecule uitgedrukt in kilogram. |
absorptie |
Absorptie is het verschijnsel waarbij atomen energie opnemen. |
actiniden |
De actiniden zijn een serie elementen uit het f-blok, gaande van het element met atoomnummer 90 tot en met het element met atoomnummer 103. |
activeringsenergie (Ea) |
De activeringsenergie is de minimale kinetische energie om een effectieve botsing te veroorzaken. |
additie |
Een additie is een reactie waarbij atomen of atoomgroepen toegevoegd worden aan een onverzadigde verbinding. |
adsorberen |
Adsorberen is een scheidingstechniek die gebaseerd is op het verschil in adsorptievermogen. |
aflopende reactie |
Een aflopende reactie is een reactie die verloopt tot het limiterend reagens is opgebruikt. |
alcohol |
Alcoholen zijn koolstofverbindingen met als functionele groep de hydroxyl groep (–OH). |
aldehyde |
Aldehyden zijn een koolstofverbindingen met als functionele groep een eindstandige carbonylgroep (–CHO).
|
alkaan |
Alkanen zijn verzadigde acyclische koolwaterstoffen. |
alkalimetalen |
De alkalimetalen zijn de elementen die in de eerste hoofdgroep van het PSE staan. |
alkeen |
Alkenen zijn acyclische koolwaterstoffen met één dubbele binding. |
alkyn |
Alkynen zijn acyclische koolwaterstoffen met één drievoudige binding |
alkylgroep |
Een alkylgroep is een atoomgroep met één waterstof minder dan het corresponderende n-alkaan. |
amfolyt |
Een amfolyt is een deeltje dat zowel een proton kan opnemen als afstaan. |
amfotere elementen |
Amfotere elementen zijn elementen die zich soms als metaal en soms als niet-metaal gedragen, afhankelijk van de bindingspartner. |
amide |
Amides zijn koolstofverbindingen met als functionele groep de amidegroep (–CONH2). |
amine |
Amines zijn koolstofverbindingen met als functionele groep de aminegroep (–NH2). |
analyse |
Een analyse of ontleding is de omzetting van een samengestelde stof naar twee of meer enkelvoudige stoffen. |
anion |
Een anion is een negatief geladen ion. |
anode |
Een anode is de elektrode waar de oxidatie gebeurt. |
anodiseren |
Anodiseren is een elektrolytische oppervlaktebehandeling om metalen te voorzien van een oxidelaag. |
anorganische stof |
Anorganische stoffen of minerale stoffen zijn stoffen die hoofdzakelijk voorkomen in de niet-levende natuur. |
apolaire binding |
Een apolaire binding is een binding waarbij het verschil in EN-waarde van de bindingspartners nul is. |
apolaire molecule |
Een apolaire molecule is een molecule die niet polair is. |
aromaat |
Aromaten zijn moleculen met een vlakke ringstructuur die afwisselend enkelvoudige en dubbele bindingen bevatten. |
atoom |
Een atoom is het kleinst mogelijk deeltje waaruit de materie is opgebouwd. |
atoombinding |
De atoombinding of covalente binding treedt op tussen twee niet-metaalatomen. De atomen stellen hun ongepaarde elektronen gemeenschappelijk. |
atoomkern |
De atoomkern is het centrale gedeelte van het atoom dat opgebouwd is uit protonen en neutronen. |
atoommassa-eenheid (u) |
De atoommassa-eenheid is gelijk gesteld aan 1/12 van de absolute massa van één 12C-isotoop. |
atoommodel |
Een atoommodel is een visuele voorstelling van het uitzicht van een atoom. |
atoommodel van Bohr |
Het atoommodel van Bohr stelt dat de elektronen zich enkel op bepaalde energieniveaus of banen rond de atoomkern kunnen bewegen. |
atoomnummer (Z) |
Het atoomnummer geeft het aantal protonen in een atoom weer. |
atoomrooster |
In een atoomrooster zijn alle atomen aan mekaar gebonden in een groot, stevig en regelmatig rooster dat zich onbeperkt kan uitbreiden. |
atoomsoort |
Alle atomen met hetzelfde aantal protonen in de atoomkern behoren toe aan dezelfde atoomsoort of element |
autoprotolyse van water |
De autoprotolyse van water is het verschijnsel waarbij twee watermoleculen met elkaar kunnen reageren in een zuurbasereactie |
B
base |
Basen zijn deeltjes die een proton kunnen opnemen. Het zijn protonacceptoren. |
Baseconstante (Kb) |
De baseconstante is de maat voor de sterkte van een base. |
batterij |
Een batterij is een aaneenschakeling van galvanische cellen |
binair zout |
Een binair zout is een zout waarvan de zuurrest afkomstig is van een binair zuur. |
binair zuur |
Binaire zuren zijn zuren die uit twee elementen bestaan: waterstof en een niet- metaal. |
bindingselektronen |
Bindingselektronen zijn elektronen die een bindend elektronenpaar vormen. |
bindingsenergie |
De bindingsenergie is de potentiële energie de vrijkomt wanneer twee atomen binden. |
bindingshoek |
De bindingshoek is de hoek tussen twee bindingen van eenzelfde atoom. |
bindingslengte (r0) |
De bindingslengte is de afstand tussen de atomen waarbij de afstotingskracht en de aantrekkingskracht even groot zijn. |
Bohr |
Bohr formuleerde dat elektronen zich niet om het even waar in de elektronenwolk kunnen bewegen, maar op welbepaalde energieniveaus. |
boxnotatie |
De boxnotatie geeft de bezetting van de orbitalen weer door middel van hokjes gevuld met pijltjes die de elektronen voorstellen. |
bronspanning |
De bronspanning van een galvanische cel onder standaardomstandigheden is het verschil in standaardreductiepotentiaal van de oxidator en de reductor. |
brutoformule |
De brutoformule van een stof geeft het aantal atomen van elke atoomsoort weer waaruit de molecule van die stof is opgebouwd. In geval van ionverbindingen geeft de brutoformule de verhouding van voorkomen van de verschillende elementen weer. |
buffercapaciteit |
De buffercapaciteit is de hoeveelheid sterk zuur of sterke base die aan één liter buffermengsel toegevoegd moet worden om de pH één eenheid te veranderen. |
buffermengsel |
Een buffermengsel is een mengsel waarvan de pH binnen zekere grenzen weinig verandert bij toevoegen van kleine hoeveelheden zuur of base. |
C
carbonylgroep |
De carbonylgroep is de functionele groep van aldehyden en ketonen. |
carbonzuur |
De carbonzuren zijn koolstofverbindingen met als functionele groep de carboxylgroep (–COOH) |
carboxylgroep |
De carboxylgroep is de functionele groep van de carbonzuren |
chemie |
Chemie is de wetenschap die de samenstelling en verandering van de materie bestudeerd en de energieveranderingen die hiermee gepaard gaan. |
chemisch verschijnsel |
Een chemisch verschijnsel of reactie is een proces waarbij de samenstelling van de materie verandert. |
chiraal koolstof atoom |
Een chiraal koolstofatoom is een koolstofatoom waaraan vier verschillende atomen en/of atoomgroepen zijn gebonden. |
chromatografie |
Chromatografie is een scheidingstechniek die gebaseerd is op het verschil in oplosbaarheid en adsorptievermogen. |
cis-transisomerie |
Cis-transisomerie is een soort van isomerie die kan optreden bij een dubbele koolstof-koolstofbinding. |
coëfficiënt |
Een coëfficiënt geeft het aantal moleculen weer. |
concentratie |
De concentratie van een oplossing geeft aan hoeveel opgeloste stof er in een bepaalde hoeveelheid oplossing aanwezig is. |
condensatie |
Een condensatie is een reactie waarbij twee grotere substraatmoleculen binden met afsplitsing van een klein anorganisch molecule. |
constante van Avogadro (NA)
|
De constante van Avogadro geeft weer hoeveel deeltjes aanwezig zijn in één mol van om het even welke stof. NA = 6,02 . 1023 1/mol . |
continu spectrum |
Een continu spectrum is een spectrum waarin alle kleuren vertegenwoordigd zijn |
corrosie |
Corrosie is het proces waarbij metalen worden aangetast door oxidatie |
covalente binding |
zie Atoombinding |
cycloalkaan |
Cycloalkanen zijn verzadigde cyclische koolwaterstoffen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
D
D
d-blok |
Het d-blok is een blok in het PSE waarin de elementen uit de b-groepen zich bevinden. |
d-orbitaal |
Een d-orbitaal is een voorstelling van het trefkansgebied om elektronen aan te treffen in een magnetisch niveau van het d-subniveau |
Dalton |
Dalton formuleerde dat materie opgebouwd is uit kleine ondeelbare en onvernietigbare deeltjes of atomen. |
daniellcel |
De daniëllcel is de eenvoudigste galvanische cel. |
de Broglie |
De Broglie postuleerde dat aan elektronen naast een deeltjeskarakter ook een golfkarakter moest worden toegekend. |
decanteren |
Decanteren is een scheidingstechniek die gebaseerd is op het verschil in massadichtheid. |
deelreactiemethode |
De deelreactiemethode is een methode voor het balanceren van redoxreacties in waterig milieu. |
deeltjesmodel |
Het deeltjesmodel is een modelvoorstelling van moleculen. |
degradatie |
Een degradatie is een reactie waarbij een molecule afgebroken wordt tot kleinere moleculen. |
Democritus |
Democritus formuleerde dat alle materie is opgebouwd uit zeer kleine ondeelbare deeltjes. |
destillaat |
Het destillaat is de stof die bij destilleren het eerst uit het mengsel verdampt. |
destilleren |
Destilleren is een scheidingstechniek die gebaseerd is op het verschil in kooktemperatuur |
diagonaalregel |
De diagonaalregel is een hulpmiddel om de energievolgorde van de subniveaus te onthouden. |
dipoolkarakter |
Dipoolmoleculen of polaire moleculen hebben een dipoolkarakter. Hoe groter de deelladingen, hoe groter het dipoolkarakter. |
dipoolkrachten |
Dipoolkrachten zijn intermoleculaire krachten die optreden tussen polaire moleculen. |
dipoolmolecule |
Een dipoolmolecule is een molecule met een positieve en een negatieve pool. |
discontinu spectrum |
Een discontinu spectrum is een spectrum waarin slechts één of enkele kleuren zijn vertegenwoordigd. |
dispersiekrachten |
Dispersiekrachten zijn intermoleculaire krachten die optreden ten gevolge van beweging van elektronen binnen de moleculen. |
donor-acceptor atoombinding
|
De donor-acceptorbinding is een atoombinding die optreedt tussen twee niet- metaalatomen wanneer het ene atoom al edelgasconfiguratie heeft bereikt en het andere atoom twee elektronen tekort heeft voor een edelgasconfiguratie. |
doublet |
Een doublet bestaat uit twee elektronen in éénzelfde magnetische niveau met tegengestelde spin. |
dubbelzout |
Dubbelzouten zijn zouten waarbij twee soorten metaalionen zijn gebonden aan één soort zuurrestion. |
dynamisch evenwicht |
Een dynamisch evenwicht ontstaat wanneer de heen- en terugreactie blijven optreden, terwijl de concentraties constant blijven.
|
E
E
edelmetaal |
Edelmetalen zijn metalen die weinig geneigd zijn om elektronen af te geven. |
edelgasconfiguratie |
De edelgasconfiguratie is een stabiele elektronenconfiguratie van een element dat evenveel valentie-elektronen heeft als een edelgas, nl. twee voor helium en acht voor alle andere edelgassen |
edelgassen |
De edelgassen zijn de elementen die in de achtste hoofdgroep van het PSE staan. |
eenstapsreactie |
Een éénstapsreactie is een reactie waarbij de reagentia onmiddellijk in reactieproducten omzetten via een geactiveerd complex. |
eerste hoofdwet van de thermodynamica |
De eerste hoofdwet van de thermodynamica stelt dat energie nooit kan ontstaan of verloren gaan. |
effectieve botsing |
Een effectieve botsing is een botsing tussen deeltjes die een reactie veroorzaakt. |
Einstein |
Einstein formuleerde dat licht naast een golfkarakter ook een deeltjeskarakter heeft. |
eiwit |
Eiwitten zijn macromoleculen die opgebouwd zijn uit aminozuren. |
elastische botsing |
Een elastische botsing is een botsing waarbij de deeltjes niet reageren en onveranderd terug uit elkaar gaan. |
elektrofiel |
Een elektrofiel deeltje is een deeltje dat een elektronenpaar kan binden. Het is een elektronenpaaracceptor. |
elektrofiele reactie |
Een elektrofiele reactie is een reactie waarbij een elektrofiel aanvalt op een plaats in een molecule met een hoge elektronendichtheid. |
elektrolyse |
Elektrolyse is een proces waarbij met een externe spanningsbron een niet- spontane redoxreactie optreedt. |
elektrolyt |
Een elektrolyt is een samengestelde stof die in gesmolten toestand en/of opgelost in water vrije ionen vormen en in die toestand de elektrische stroom geleidt. |
elektrolytbrug |
Een elektrolytbrug is een onderdeel van een galvanische cel die een verbinding maakt tussen de twee halfcellen om de gewijzigde ladingssituatie te compenseren. |
elektron (e–) |
Een elektron is het klein negatief geladen deeltje dat zich rond de atoomkern bevindt. |
elektronegatief element |
Een elektronegatief element is een element dat elektronen kan opnemen om een stabiele edelgasconfiguratie te bekomen. Een elektronegatief element vormt negatieve ionen of anionen. |
elektronegatieve waarde (EN-waarde) |
De elektronegatieve waarde van een atoom geeft aan hoe sterk het atoom de neiging heeft om de bindingselektronen naar zich toe te trekken. |
elektronenconfiguratie |
De elektronenconfiguratie geeft weer hoe de elektronen van een atoom over de verschillende hoofd- en subniveaus zijn verdeeld. |
elektronendelokalisatie |
Elektronendelokalisatie is het fenomeen dat optreedt wanneer elektronen geen vaste plaats in de molecule hebben, maar verdeeld worden over (een deel van) de molecule. |
elektronenpaar |
zie doublet |
electronenuitwisselings- reactie
|
Een elektronenuitwisselingsreactie of redoxreactie is een reactie waarbij het oxidatiegetal van één atoom toeneemt en het oxidatiegetal van een ander atoom afneemt. |
elektroplating |
Elektroplating is een elektrochemisch proces om een oppervlak te bedekken met een bepaald metaal. |
elektropositief element |
Een elektropositief element is een element dat elektronen kan afgeven om een stabiele edelgasconfiguratie te bekomen. Een elektropositief element vormt positieve ionen of kationen. |
element |
Zie atoomsoort |
eliminatie |
Een eliminatie is een reactie waarbij atomen of atoomgroepen worden onttrokken aan een verbinding. |
emissie |
Emissie is het uitzenden van elektromagnetische straling wanneer elektronen terugvallen naar een lager gelegen energieniveau. |
emulsie |
Een emulsie bestaat uit fijne vloeistofdeeltjes in een andere vloeistof. |
endo-energetische reactie |
Een endo-energetische reactie is een reactie waarbij energie wordt opgenomen. |
endotherme reactie |
Een endotherme reactie is een reactie waarbij warmte wordt opgenomen. |
energieniveau |
Een energieniveau is de hoeveelheid energie die een elektron bezit. |
enkelvoudige stof |
Een enkelvoudige stof is een stof waarvan de moleculen bestaan uit één atoomsoort. |
enthalpie (H) |
De enthalpie van een systeem is de som van de inwendige energie en de volumetoestand van het systeem. |
entropie (S) |
De entropie is een maat voor de wanorde in een systeem. |
ester |
Esters zijn koolstofverbindingen met als functionele groep de estergroep (-COO-). |
ether |
De ethers zijn koolstofverbindingen met als functionele groep een zuurstofatoom dat gelegen is tussen twee koolstofatomen |
evenwichtsconstante (K) |
De evenwichtsconstante geeft de verhouding weer van de snelheidsconstante van de heenreactie tot de terugreactie. |
evenwichtsreactie |
Een evenwichtsreactie is een reactie die niet aflopend is. |
exo-energetische reactie |
Een exo-energetische reactie is een reactie waarbij energie wordt afgegeven |
exotherme reactie |
Een exotherme reactie is een reactie waarbij warmte wordt afgegeven. |
extraheren |
Extraheren is een scheidingstechniek die gebaseerd is op het verschil in oplosbaarheid. |
F
F
f-blok |
Het f-blok is een blok in het PSE waarin de lanthaniden en actiniden zich bevinden |
f-orbitaal |
Een f-orbitaal is een voorstelling van het trefkansgebied om elektronen aan te treffen in een magnetisch niveau van het f-subniveau. |
filtraat |
Het filtraat is de vloeistof die door de filter gelopen is. |
filtreren |
Filtreren is een scheidingstechniek die gebaseerd is op het verschil in deeltjesgrootte |
functie-isomerie |
Functie-isomerie is een soort van isomerie waarbij de moleculen van elkaar verschillen door de functionele groep. |
functionele groep |
Een functionele groep of karakteristieke groep is een atoom of atoomgroep die de gemeenschappelijke chemische eigenschappen van een stofklasse bepaalt. |
fysisch verschijnsel |
Een fysisch verschijnsel is een proces waarbij de samenstelling van de materie niet verandert. |
G
G
galvanische cel |
Een galvanische cel is een elektrochemische spanningsbron die een elektrische stroom kan genereren als resultaat van een redoxreactie. |
galvaniseren |
zie elektroplating |
gasontwikkelingsreactie |
Een gasontwikkelingsreactie is een reactie waarbij een gas ontstaat. |
geactiveerd complex |
Een geactiveerd complex is een overgangstoestand van moleculen waarbij bindingen worden gebroken en nieuwe bindingen ontstaan |
geconjugeerd zuur |
Een geconjugeerd zuur ontstaat wanneer een base een proton opneemt. |
geconjugeerde base |
Een geconjugeerde base ontstaat wanneer een zuur een proton afgeeft. |
geconjugeerde oxidator |
Een geconjugeerde oxidator ontstaat wanneer een reductor één of meerdere elektronen afgeeft. |
geconjugeerde reductor |
Een geconjugeerde reductor ontstaat wanneer een oxidator één of meerdere elektronen opneemt. |
geëxciteerde toestand |
Een atoom bevindt zich in een onstabiele, geëxciteerde toestand indien een elektron naar een hoger energieniveau is overgegaan door absorptie van energie. |
gehydrateerd ion |
Een gehydrateerd ion is een ion dat omringd is door watermoleculen. |
gemiddelde reactiesnelheid
|
De gemiddelde reactiesnelheid is de verandering in concentratie over een bepaald interval, gedeeld door de verandering in tijd over datzelfde interval vermenigvuldigd met de coëfficiënt. |
gemiddelde relatieve atoommassa (Ar)
|
De gemiddelde relatieve atoommassa van een atoom duidt aan hoeveel keer de gemiddelde absolute atoommassa groter is dan de internationale atoommassa- eenheid (u).
|
groep |
Een kolom in het PSE noem je een groep. |
grondtoestand |
De grondtoestand van een atoom is een stabiele toestand van en atoom, waarbij de elektronen zich zo dicht mogelijk bij de kern bevinden. |
H
H
halogeenalkaan |
Halogeenalkanen zijn koolstofverbindingen met als functionele groep een halogeen. |
halogenen |
De halogenen zijn de elementen die in de zevende hoofdgroep van het PSE staan |
Heisenberg |
Heisenberg formuleerde dat de positie en de snelheid van een elektron nooit gelijktijdig exact gekend kunnen zijn. |
heterogeen mengsel |
Bij een heterogeen mengsel kun je de bestanddelen onderscheiden met het blote oog. |
heterolytische bindingsdoorbraak
|
Bij een heteterolytische bindingsdoorbraak krijgt één elektron beide bindingselektronen. Er ontstaan een anion en een kation |
hoeveelheid stof |
In de chemie druk je een hoeveelheid stof uit in mol. |
homogeen mengsel |
Bij een homogeen mengsel kun je de bestanddelen niet onderscheiden met het blote oog.
|
homolytische bindingsdoorbraak |
Bij een homolytische bindingsdoorbraak krijgt elk atoom één bindingselektron.
|
hoofdniveau |
zie energieniveau |
hoofdgroep |
De hoofdgroepen zijn de a-groepen en groep 0 van het PSE. |
hybridisatie |
Hybridisatie is het combineren van orbitalen tot mengorbitalen of hybride orbitalen. |
hydraat |
Hydraten zijn zouten waar in het rooster kristalwater opgesloten zit. |
hydrogenering |
Hydrogenering is een proces waarbij een additie van diwaterstof aan een meervoudige binding plaatsvindt. |
hydroxide |
De hydroxiden zijn ionverbindingen tussen een metaalion en één of meerdere hydroxide-ionen.
|
hydroxylgroep |
De hydroxylgroep is de functionele groep van de alcoholen.
|
I
I
ideale gaswet |
De ideale gaswet is een wet waarin de invloed van temperatuur, druk en volume op gassen is samengevat. |
index |
Een index geeft aan hoe vaak je eenzelfde atoomsoort terugvindt in een molecule. |
inert |
Een inerte stof, is een stof die weinig reactief is. |
initiatie |
De initiatie is de eerste stap in een radicalaire reactie waarbij een homolytische bindingsdoorbraak optreedt. |
intermoleculaire krachten |
Intermoleculaire krachten zijn krachten tussen moleculen onderling. |
intramoleculaire krachten
|
Intramoleculaire krachten zijn de chemische bindingskrachten tussen de atomen van een atoomverbinding. |
inversie |
Inversie is het fenomeen dat optreedt indien een elektron omwille van extra stabiliteit zich in een ander subniveau bevindt. |
inwendige energie (U) |
De inwendige energie is de energie die een deeltje bezit onder vorm van massa, potentiële energie en kinetische energie. |
ion |
Een ion is een geladen deeltje. |
ion-dipoolkrachten |
Ion-dipoolkrachten zijn de sterke aantrekkingskrachten tussen ionen en dipoolmoleculen |
ionaire reactie |
Een ionaire reactie is een reactie met een heterolytische bindingsdoorbraak |
ion-elektronmethode |
zie deelreactiemethode |
ionbinding |
Een ionbinding treedt op tussen metaalionen en niet-metaalionen |
ionenproduct van water (Kw) |
Het ionenproduct van water is het product van de evenwichtsconcentratie van OH– – ionen en H3O+ – ionen. |
ionenuitwisselings- reactie
|
Een ionenuitwisselingsreactie is een reactie tussen tegengesteld geladen ionen van twee elektrolyten in water.
|
ionisatie-energie (IE) |
De ionisatie-energie is de energie die nodig is om een elektron aan een atoom in gastoestand te onttrekken. |
ionrooster |
In een ionrooster zijn alle ionen geordend volgens een regelmatig patroon. |
isomerie |
Isomerie is het voorkomen van moleculen met dezelfde brutoformule, maar die van elkaar verschillen door de wijze waarop die atomen onderling verbonden of ruimtelijk geschikt zijn. |
isotoop |
Isotopen van een element hebben een zelfde atoomnummer, maar een verschillend massagetal. |
K
K
karakteristieke groep |
zie Functionele groep |
katalysator |
Een katalysator is een stof die de snelheid van een reactie beïnvloedt, zonder zelf te worden verbruikt in de reactie. |
kathode |
De kathode is de elektrode waar de reductie gebeurt. |
kation |
Een kation is een positief geladen ion. |
ketenisomerie |
Ketenisomerie is een soort van isomerie waarbij de moleculen verschillen door de plaats van de vertakking van de koolstofketen |
keton |
Ketonen zijn koolstofverbindingen met als functionele groep een niet- eindstandige carbonylgroep. |
kooktraject |
Bij mengsels spreek je niet over een kooktemperatuur, maar over een kooktraject, aangezien de temperatuur van het mengsel tijdens het koken niet constant blijft, maar geleidelijk aan blijft stijgen. |
koolstofgroep |
De koolstofgroep zijn de elementen die in de vierde hoofdgroep van het PSE staan. |
koolstofverbinding |
Organische stoffen of koolstofverbindingen zijn stoffen die hoofdzakelijk in de levende natuur voorkomen. |
koolwaterstof |
Een koolwaterstof is een verbinding waarin uitsluitend koolstof- en waterstofatomen zitten. |
kristalliseren |
Kristalliseren is een scheidingstechniek die gebaseerd is op het verschil in kookpunt. |
kristalwater |
Kristalwater zijn de watermoleculen die in het ionrooster van een hydraat zitten ingebouwd. |
kwantum |
Een kwantum van energie is het kleinste pakketje energie dat door een atoom kan worden opgenomen of afgegeven |
kwantummechanica |
De kwantummechanica is een natuurkundige theorie waarin onder meer de beweging van elektronen met wiskundige formules beschreven wordt. |
L
L
lanthaniden |
De lanthaniden zijn een serie elementen uit het f-blok, gaande van het element met atoomnummer 58 tot en met het element met atoomnummer 71. |
legering |
Een legering is een homogeen mengsel van twee of meerdere metalen. |
Leclanché |
Leclanché ontwikkelde als eerste een batterij, de Leclanchébatterij. |
lewisformule |
De lewisformule is een voorstelling van een molecule waarbij alle valentie-elektronen van de aanwezige atomen zijn weergegeven. |
lewisnotatie |
Bij de lewisnotatie worden rond het symbool van het element de valentie- elektronen weergegeven |
Lijnenspectrum |
zie discontinu spectrum |
limiterend reagens |
Het limiterend reagens is het reagens dat tijdens een reactie volledig wordt opgebruikt. |
lipiden |
Lipiden zijn macromoleculen waartoe alle vetten of vetachtige stoffen behoren. |
M
M
magnetische niveaus |
Een magnetisch niveau is een onderdeel van een subniveau. |
massaconcentratie (cm) |
De massaconcentratie van een oplossing is de verhouding van de massa opgeloste stof uitgedrukt in gram tot het volume van de oplossing uitgedrukt in liter. |
massagetal (A) |
Het massagetal van een atoom is de som van het aantal protonen en neutronen in de atoomkern. |
massaprocent |
De concentratie uitgedrukt in massaprocent is de verhouding van de massa opgeloste stof in gram tot de massa van de oplossing in gram vermenigvuldigd met 100 %. |
massa/volumeprocent |
De concentratie uitgedrukt in massa/volumeprocent is de verhouding van de massa opgeloste stof in gram tot het volume van de oplossing in milliliter vermenigvuldigd met 100 %. |
materie |
Materie is de verzamelnaam voor alle stoffen. Het omvat alles wat een massa heeft. |
meerstapsreactie |
Meerstapsreacties zijn reacties waarbij de reagentia een of meer tussenproducten vormen alvorens om te zetten in de reactieproducten |
meerwaardige basen |
Meerwaardige basen zijn basen waarbij per molecule meer dan één proton kan worden opgenomen. |
meerwaardige zuren |
Meerwaardige zuren zijn zuren waarbij per molecule meer dan één proton kan worden afgestaan. |
mengsel |
Een mengsel bestaat uit verschillende stoffen. |
mesomerie |
Bij mesomerie veranderen de valentie-elektronen van plaats, zodat hun verdeling niet door één lewisformule kan beschreven worden. |
metaal |
Een metaal is een elektropositief element. Een metaal geeft elektronen af om de edelgasconfiguratie te bekomen. Er ontstaat een positief ion of kation. |
metaalbinding |
Een metaalbinding is een binding waarbij de metaalatomen hun elektronen van de buitenste schil afgeven. De hierbij ontstane positieve metaalionen vormen samen met de afgegeven elektronen de basis van het metaalrooster. De losgekomen elektronen kunnen zich vrij bewegen tussen de metaalionen. |
metaaloxide |
Metaaloxiden zijn ionverbindingen tussen metaalionen en oxide- |
metaalrooster |
In een metaalrooster zitten positieve metaalionen op regelmatige afstand van elkaar. De losgekomen elektronen kunnen zich vrij bewegen tussen de metaalionen |
minerale stof |
Anorganische stof.
|
modelverfijning |
Een modelverfijning is een aanpassing van het atoommodel naar nieuwe inzichten. |
mol |
De mol is de eenheid waarmee je een hoeveelheid stof uitdrukt. |
molaire concentratie (c) |
De molair concentratie van een oplossing is de verhouding van de hoeveelheid opgeloste stof uitgedrukt in mol tot het volume van de oplossing uitgedrukt in liter. |
molair gasvolume |
Het molair gasvolume is het volume dat 1 mol gas inneemt bij een bepaalde druk en temperatuur. |
molaire massa (M) |
De molaire massa is de massa van 1 mol deeltjes en wordt uitgedrukt in mol/l |
molecule |
Een molecule is een groep aan elkaar gebonden atomen. |
molecuulmodel |
Met het molecuulmodel kun je chemische verschijnselen verklaren doordat moleculen van de beginstof(fen) eerst uiteenvallen in atomen. Deze atomen gaan zich anders combineren tot moleculen van de nieuwe eindstof(fen). |
molecuulorbitaaltheorie |
De molecuulorbitaaltheorie beschrijft de vorming van een atoombinding als de overlap van twee atoomorbitalen. |
molecuulrooster |
In een molecuulrooster zijn zwakke krachten actief tussen de moleculen van atoomverbindingen |
molverhoudingen |
Stoffen reageren met elkaar volgens bepaalde molverhoudingen afhankelijk van hun coëfficiënten. |
monofunctionele koolstofverbindingen
|
Monofunctionele koolstofverbindingen zijn koolstofverbindingen die één functionele groep bezitten. |
monomeren |
Monomeren zijn de kleine moleculen waaruit een polymeer is opgebouwd. |
N
N
n-alkaan |
n-alkanen zijn alkanen waarvan de koolstofketen niet vertakt is. |
neerslagreactie |
Een neerslagreactie is een reactie waarbij vaste deeltjes in een vloeistof ontstaan. |
negatief inductief effect,-I
|
Een negatief inductief effect wordt veroorzaakt wanneer bepaalde atomen of atoomgroepen in een molecule elektronen naar zich toe trekken. |
neutralisatiereactie |
Een neutralisatiereactie is een reactie tussen een zuur en een hydroxide waarbij water en een zout ontstaan |
neutron (n°) |
Een neutron is het neutraal deeltje dat zich in de atoomkern bevindt. |
nevengroepen |
De nevengroepen zijn de b-groepen van het PSE |
niet-elektrolyt |
Een niet-elektrolyt is een samengestelde stof die bij het oplossen geen ionen vormt en dus de elektrische stroom niet geleidt. |
niet-metaal |
Een niet-metaal is een elektronegatief element. Een niet-metaal neemt elektronen op om de edelgasconfiguratie te bekomen. Er ontstaat een negatief ion of anion. |
niet-metaaloxide |
Niet-metaaloxiden zijn atoomverbindingen van niet-metaalatomen en zuurstofatomen. |
normaalalkaan |
zie n-alkaan. |
normale atoombinding |
Een normale atoombinding treedt op tussen twee niet-metaalatomen wanneer beide atomen hun ongepaarde elektronen gemeenschappelijk stellen |
nucleofiel |
Een nucleofiel is een deeltje dat beschikt over een vrij elektronenpaar. |
nucleofiele reactie |
Een nucleofiele reactie is een reactie waarbij een nucleofiel aanvalt op een plaats in een substraat met een lage elektronendichtheid |
nucleonen |
Nucleonen zijn de deeltjes in de atoomkern. |
O
O
omgeving |
De omgeving is het deel van het universum dat op het systeem kan inwerken. |
omkeerbaar |
Een reactie is omkeerbaar als de reactieproducten terug omgezet worden in de reagentia bij dezelfde reactie-omstandigheden |
omslaggebied |
Het omslaggebied van een zuur-base-indicator is het pH-gebied waarin de kleurverandering gebeurt. |
omslagpunt |
Het omslagpunt is de centrale pH-waarde van het omslaggebied. |
omzettingsgraad (α) |
De omzettingsgraad is de verhouding van het aantal mol limiterend reagens dat werkelijk reageert tot het aantal mol limiterend reagens dat oorspronkelijk aanwezig was. |
onedele metalen |
Onedele metalen zijn metalen die sterk geneigd zijn elektronen af te geven. |
onverzadigde koolwaterstoffen |
Onverzadigde koolwaterstoffen zijn koolwaterstoffen met minstens één meervoudige binding |
onzekerheidsprincipe van Heisenberg |
Het onzekerheidsprincipe van Heisenberg stelt dat de positie en de snelheid van een elektron nooit gelijktijdig exact gekend kunnen zijn. |
opbrengst (η) |
De opbrengst is de procentuele uitdrukking van de omzettingsgraad |
oplossing |
Een oplossing bestaat uit een vloeistof, vaste stof of een gas opgelost in een vloeistof. |
optische isomerie |
Optische isomerie is een soort van isomerie die optreedt bij moleculen met een chiraal koolstofatoom. |
orbitaal |
Een orbitaal is een voorstelling van het trefkansgebied om een elektron aan te treffen rond de atoomkern. |
orde |
De orde van een eenstapsreactie is de som van alle coëfficiënten van de reagentia. |
organische stof |
Zie koolstofverbinding |
overgangselementen |
De overgangselementen zijn de elementen van de b-groepen. |
overmaat |
De overmaat is de stof die overblijft na een aflopende reactie. |
oxidatie |
Een oxidatie is een chemisch proces waarbij het oxidatiegetal van een element stijgt en elektronen worden afgestaan. |
oxidatiegetal (OG) |
Het oxidatiegetal of bindingsvermogen van een element geeft het aantal elektronen aan dat een atoom opneemt of afgeeft wanneer het overgaat naar de ionaire vorm. |
oxidatiegetalmethode |
De oxidatiegetalmethode is een methode voor het balanceren van redoxreacties die je kunt toepassen bij reacties in vaste, gesmolten of gasfase |
oxidator |
Een oxidator is een stof die in een redoxreactie elektronen opneemt. |
oxide |
Oxiden zijn binaire verbindingen die zuurstof bevatten. |
oxozuur |
Een oxozuur is een zuur dat bestaat uit drie elementen: waterstof, een centraal niet-metaal en zuurstof.
|
P
P
π-binding |
Bij een π-binding gebeurt de overlapping door de p-orbitalen die loodrecht op de bindingsas staan. |
p-blok |
Het p-blok is een blok in het PSE dat bestaat uit de groepen III a tot en met VII a en groep 0, uitgezonderd helium. |
p-orbitaal |
Een p-orbitaal is een voorstelling van het trefkansgebied om elektronen aan te treffen in een magnetisch niveau van het p-subniveau. |
parts per billion (ppb) |
Parts per billion is een concentratie-uitdrukking die weergeeft hoeveel deeltjes per miljard deeltjes aanwezig zijn. |
parts per million (ppm) |
Parts per million is een concentratie-uitdrukking die weergeeft hoeveel deeltjes per miljoen deeltjes aanwezig zijn. |
Pauli-verbod |
Volgens het Pauli-verbod verschilt elk elektron binnen eenzelfde atoom van elk ander elektron door minstens één van de vier karakteristieken: hoofdniveau, subniveau, magnetisch niveau of spin. |
periode |
Een rij in het PSE noem je een periode. |
pH |
De pH is het negatief logaritme van de evenwichtsconcentratie aan H3O+ – ionen. |
pH-meter |
Een elektronisch toestel om de pH te meten. |
pH-schaal |
De pH-schaal is een schaal van 0 tot 14 die de zuurgraad van een waterige oplossing weergeeft. |
pi-binding |
zie π-binding |
plaatsisomerie |
plaatsisomerie is een soort van isomerie waarbij de moleculen verschillen door de plaats van de functionele groep of meervoudige binding.. |
Planck |
Planck ontdekte dat warme voorwerpen energie uitstralen onder vorm van kwanta. |
pOH |
De pOH is het negatief logaritme van de evenwichtsconcentratie aan OH– – ionen |
polaire binding |
Een polaire binding is een binding tussen elementen met een verschillende EN-waarde. |
polaire molecule |
zie dipoolmolecule |
polyadditie |
Polyadditie is een reactie waarbij twee verschillende functionele groepen van monomeren met elkaar reageren. Er wordt geen klein anorganisch molecule afgesplitst. |
polycondensatie |
Polycondensatie is een reactie waarbij twee verschillende functionele groepen van monomeren met elkaar reageren. Gelijktijdig wordt een kleine anorganisch molecule afgeplitst. |
polyfunctionele koolstofverbindingen |
Polyfunctionele koolstofverbindingen zijn koolstofverbindingen die meerdere, al dan niet verschillende, functionele groepen bevatten |
polymeren |
Polymeren zijn macromoleculen die ontstaan door een aaneenschakeling van vele kleinere moleculen, de monomeren. |
polymerisatie |
Polymerisatie is een reactie waarbij de π-binding tussen twee koolstofatomen in alkenen of alkynen wordt verbroken. Hierdoor kunnen de monomeren aan elkaar koppelen. |
positief inductief effect, +I
|
Een positief inductief effect wordt veroorzaakt wanneer bepaalde atomen of atoomgroepen in een molecule elektronen van zich weg duwen. |
primair alcohol |
Primaire alcoholen zijn alcoholen waarvan het koolstofatoom die de OH-groep draagt, maximaal aan één ander koolstofatoom gebonden is. |
promille (m/V) |
De concentratie uitgedrukt in promille is de verhouding van de massa opgeloste stof in gram tot het volume van de oplossing in milliliter vermenigvuldigd met 100 %. |
propagatie |
De propagatie is de tweede stap in een radicalaire reactie waarbij radicalen reageren met het substraat en op deze manier nieuwe radicalen vormen. |
proteïne |
zie Eiwit
|
protolysereactie |
Een protolysereactie is de reactie tussen een zuur en een base waarbij één of meer protonen worden uitgewisseld. |
proton (p+) |
Een proton is het positief geladen deeltje dat zich in de atoomkern bevindt. |
Periodiek Systeem van de Elementen (PSE) |
Het Periodiek Systeem van de Elementen ordent de elementen die men tot op vandaag kent volgens toenemend atoomnummer in een tabel .
|
R
R
radicaal |
Een radicaal is een atoom of atoomgroep met een oneven aantal elektronen |
radicalaire reactie |
Een radicalaire reactie is een reactie met een homolytische bindingsdoorbraak |
. reactie-energie (ΔU) |
De reactie-energie is het verschil tussen de inwendige energie van de reactieproducten en de reagentia |
reactiemechanisme |
Een reactiemechanisme vermeldt de verschillende stappen in een reactie. reactiepatroon .
|
reactiepatroon |
Een geeft de algemene reactie weer, waarbij de stofklasse van de reagentia en de reactieproducten wordt vermeld |
reactiepijl |
De reagentia en reactieproducten in een reactievergelijking worden gescheiden met behulp van een reactiepijl. |
reactieproduct |
Een reactieproduct of eindstof is de stof die gevormd wordt tijdens een reactie. |
reactiequotiënt (Q) |
Het reactiequotiënt van een evenwichtsreactie is de verhouding van het product van de concentraties van de reactieproducten tot het product van de concentraties van de reagentia. Hierbij verhef je elke concentratie tot een macht waarvan de exponent gelijk is aan de reactiecoëfficiënt. |
reactietype |
Een reactietype is een algemene omschrijving van de wijziging van het substraat bij een reactie. |
reactievergelijking |
Een reactievergelijking is een symbolische voorstelling van een chemische reactie. |
reagens |
Een reagens of beginstof is de stof die tijdens een reactie een verandering ondergaat. Het reagens in een organische reactie is de kleine beweeglijke molecule die aanvalt op de grotere, minder beweeglijke molecule, het substraat. |
redoxreactie |
zie Elektronenuitwisselingsreactie |
reductie |
Een reductie is een chemisch proces waarbij het oxidatiegetal van een element daalt en elektronen worden opgenomen. |
reductor |
Een reductor is een stof die tijdens een redoxreactie elektronen afgeeft |
regel van Hund |
De regel van Hund stelt dat de elektronen van soortgelijke orbitalen van eenzelfde subniveau zo veel mogelijk dezelfde spin hebben |
regel van Markovnikov |
De regel van Markovnikov stelt dat bij de additie van een waterstofhalogenide of water het H-atoom terecht komt op het C-atoom dat al verbonden is met het grootste aantal H-atomen. |
regel van Zaitsev |
De regel van Zaitsev stelt dat bij de eliminatie het meest gesubstitueerde alkeen gevormd wordt.
|
relatieve atoommassa (Ar) |
De relatieve atoommassa van een atoom duidt aan hoeveel maal de absolute atoommassa van die atoomsoort groter is dan de internationale atoommassaeenheid |
relatieve molecuulmassa (Mr) |
De relatieve molecuulmassa (van een molecule is de verhouding van de absolute molecuulmassa tot de atoommassa-eenheid. |
rendement |
zie opbrengst |
residu |
Het residu is de stof die achterblijft na filtreren of destilleren. |
ruimtelijke structuur |
De ruimtelijke structuur van een molecule wordt bepaald door het geheel van bindingslengten en bindingshoeken. |
Rutherford |
Rutherford formuleerde dat een atoom bestaat uit een kleine, positief geladen kern omgeven door een wolk van negatief geladen elektronen. |
S
S
σ-binding |
Bij een σ-binding gebeurt de overlapping door orbitalen die volgens de bindingsas gepositioneerd zijn. |
s-blok |
Het s-blok is een blok in het PSE dat bestaat uit de groepen I a en II a, inclusief helium |
s-orbitaal |
Een s-orbitaal is een voorstelling van het trefkansgebied om elektronen aan te treffen in een magnetisch niveau van het s-subniveau |
sacharide |
Sachariden zijn biomoleculen die bestaan uit koolstof, zuurstof en waterstof. Ze hebben bij mens en dier vooral een brandstof- en bouwfunctie. |
samengestelde stof |
Een samengestelde stof is een stof waarvan de moleculen bestaan uit meerdere atoomsoorten. |
scheidingstechnieken |
Om mengsels te scheiden in zuivere stoffen gebruik je scheidingstechnieken. |
schil |
zie energieniveau
|
schilnummer, n |
Het schilnummer is het rangnummer van de schil, gaande van 1 tot en met 7. |
Schrödinger |
Schrödinger was een Oostenrijks natuurkundige die één van de grondleggers van de kwantummechanica was. |
Schrödingervergelijking |
De Schrödingervergelijking is een wiskundige vergelijking waarmee de waarschijnlijkheid kan berekend worden om een elektron in een bepaalde plaats omheen de atoomkern aan te treffen. |
secundair alcohol |
Secundaire alcoholen zijn alcoholen waarvan het koolstofatoom die de OH-groep draagt, maximaal aan twee andere koolstofatomen gebonden is.
|
sigmabinding |
zie σ-binding. |
skeletnotatie |
De skeletnotatie is een voorstellingswijze van organische moleculen door middel van een gekartelde lijn en eventueel functionele groepen. |
smelttraject |
Bij mengsels spreek je niet over een smelttemperatuur, maar over een smelttraject, aangezien de temperatuur van het mengsel tijdens het smelten niet constant blijft, maar geleidelijk aan blijft stijgen. |
snelheidsvergelijking |
De snelheidsvergelijking laat toe de relatie tussen de concentratie van de reagentia en de reactiesnelheid te voorspellen. |
snelheidswet van Guldberg en Waage |
In de snelheidswet van Guldberg en Waage is de ogenblikkelijke reactiesnelheid recht evenredig met het product van de concentraties van de reagerende stoffen. Hierbij dient elke concentratie te worden verheven tot een de exponent gelijk is aan de coëfficiënt van het overeenstemmend deeltje in de reactievergelijking. |
sommerfeld |
Sommerfeld postuleerde dat elk hoofdniveau zich verder opsplitst in n subniveaus. |
sp-hybridisatie |
Bij sp-hybridisatie wordt één s-orbitaal gemengd met één p-orbitaal |
sp2-hybridisatie |
Bij sp2-hybridisatie wordt één s-orbitaal gemengd met twee p-orbitalen |
. sp3-hybridisatie |
Bij sp3-hybridisatie wordt één s-orbitaal gemengd met drie p-orbitalen. |
spanningsreeks van de metalen
|
De spanningsreeks van de metalen is de rangschikking van metalen volgens dalend reducerend vermogen. |
spanningsreeks van de niet-metalen
|
De spanningsreeks van de niet-metalen geeft de rangschikking van de niet- metalen volgens dalend oxiderend vermogen. |
spectroscopie |
In de spectroscopie bestudeert men de samenstelling van licht |
. spin |
De spin is de tolbeweging van een elektron |
spin down |
Spin down is de tolbeweging van een elektron in wijzerzin. |
spin up |
Spin up is de tolbeweging van een elektron in tegenwijzerzin. |
stamzuren |
Stamzuren zijn ternaire zuren waarvan de systematische naam eindigt op –AAT |
standaard omstandigheden
|
De standaardomstandigheden zijn 1,00 voor oplossingen, 1,00 bar voor gassen bij een temperatuur van 298,15 K |
standaardoplossing |
De standaardoplossing bij een titratie is de oplossing met de nauwkeurig gekende concentratie. |
standaardreductie- potentiaal
|
De standaardreductiepotentiaal is het potentiaalverschil tussen een redoxkoppel en het referentieredoxkoppel bij standaardomstandigheden |
standaardwaterstof- elektrode
|
De standaardwaterstofelektrode is een gestandaardiseerde elektrode die gebruikt wordt bij de bepaling van de standaardreductiepotentiaal van een redoxkoppel. |
stereoisomerie |
Stereo-isomerie is een soort van isomerie waarbij de moleculen van elkaar verschillen door een verschillende ruimtelijke ordening. |
sterisch getal (SG) |
Het sterisch getal van een atoom is de som van het aantal gebonden atomen en het aantal vrije elektronenparen |
sterk elektrolyt |
Een sterk elektrolyt is een stof waarvan het gedeelte dat oplost in water volledig in ionen splitst. |
stikstofgroep |
De stikstofgroep zijn de elementen die in de vijfde hoofdgroep van het PSE staan. |
stocknotatie |
Bij de stocknotatie maak je gebruik van oxidatiegetallen in de systematische naam |
stofeigenschappen |
Stofeigenschappen zijn eigenschappen die betrekking hebben op de stof(fen) waaruit het voorwerp opgebouwd. |
stofklasse |
Een stofklasse is een groep stoffen die gemeenschappelijke chemische eigenschappen hebben. |
stofomzetting |
Bij een chemische reactie gebeurt een stofomzetting. |
stoichiometrisch punt (SP)
|
Op het stoichiometrisch punt hebben stoichiometrisch hoeveelheden van zuur en base met elkaar gereageerd. |
stoichiometrische hoeveelheden
|
Indien de molverhoudingen van de aanwezige reagentia overeenkomen met de molverhoudingen weergegeven in de reactievergelijking, spreek je van stoichiometrische verhoudingen |
structuurformule |
De structuurformule is een tweedimensionele weergave van de verschillende atomen en alle atoombindingen ertussen. |
structuurisomerie |
Structuurisomerie is een soort van isomerie waarbij de moleculen van elkaar verschillen door een verschillende volgorde van de atomen. |
substitutie |
Een substitutie is een reactie waarbij een atoom of atoomgroep vervangen wordt door een ander atoom of atoomgroep. |
substraat |
Het substraat in een organische reactie is de grotere organische molecule die de verandering ondergaat. |
suspensie |
Een suspensie bestaat uit fijne vaste deeltjes in een vloeistof |
suiker |
zie sacharide |
symbool |
Elk element heeft een naam die je met een symbool kunt voorstellen. |
synthese |
Een synthese of samenstelling is de omzetting van enkelvoudige stoffen naar samengestelde stof. |
systeem |
Een systeem is een deel van het universum dat je bestudeert. |
systematische naam |
De systematische naam van een stof is de naam van die stof die volgens internationale afspraken stapsgewijs wordt opgebouwd. |
T
T
terminatie |
De terminatie is de derde stap in een radicalaire reactie waarbij twee radicalen met elkaar combineren. |
ternair zout |
Een ternair zout is een zout waarvan de zuurrest afkomstig is van een ternair zuur. |
ternair zuur |
zie oxozuur |
tertiair alcohol |
Tertiaire alcoholen zijn alcoholen waarvan het koolstofatoom die de OH-groep draagt, maximaal aan drie andere koolstofatomen gebonden is. |
Thomson |
Thomson ontdekte als eerste de elektronen. |
transitie-elementen |
zie overgangselementen |
triviale naam |
De triviale naam of gebruiksnaam van een stof is de naam die in het dagelijks leven gebruikt wordt. |
tweede hoofdwet van de thermodynamica |
De tweede hoofdwet van de thermodynamica stelt dat de entropie van een geïsoleerd systeem niet kan afnemen. |
V
V
valentie-elektron |
Een valentie-elektron is een elektron dat zich in de buitenste bezette schil van een atoom bevindt. |
valentieschil- elektronenpaar- repulsiemodel (VSEPR) |
Met het VSEPR-model kunnen de bindingshoeken in een molecule voorspeld worden. |
verdunningsregel |
De verdunningsregel, c1 . V1 = c2 . V2 , kan gebruikt worden om het volume van een geconcentreerde oplossing te berekenen dat je nodig hebt voor het bereiden van een verdunning. |
verkorte notatie |
In de verkorte notatie voor de elektronenconfiguratie noteer je tussen vierkante haakjes het symbool van het edelgas voorafgaande aan het element en daarna de overige bezette niveaus. |
verkorte structuurformule
|
Met de verkorte structuurformule teken je de structuurformule met alle atoombindingen en functionele groepen. De C–H bindingen vervang je door –CH-, –CH2– of –CH3–, afhankelijk van het aantal gebonden waterstofatomen. |
volumeprocent |
De concentratie uitgedrukt in volumeprocent is de verhouding van het volume opgeloste stof in milliliter tot het volume van de oplossing in milliliter vermenigvuldigd met 100 %. |
voorwerpeigenschappen |
Voorwerpeigenschappen zijn eigenschappen die betrekking hebben op het voorwerp. |
vrije energie (G) |
De vrije energie van een systeem is het verschil van de enthalpie en de entropietoestand van het systeem bij een bepaalde temperatuur. |
W
W
waardigheid |
De waardigheid van een zuur of een base is het aantal waterstofionen of hydroxide-ionen die het zuur of de base kan vormen. |
waterstofbrugkrachten |
Waterstofbrugkrachten zijn intermoleculaire krachten die ontstaan tussen moleculen waarin een waterstofatoom gebonden is aan fluor, zuurstof of stikstof. |
waterstofcellen |
Waterstofcellen zijn cellen die de chemische energie van waterstofgas en zuurstofgas omzetten in elektrische energie |
waterstofzout |
Waterstofzouten zijn zouten waarbij aan de zuurrest nog één of meerdere waterstofatomen zijn gebonden. |
wet van behoud van atomen
|
Bij een chemische reactie blijven de atoomsoorten en het aantal atomen behouden. Alle atoomsoorten die voorkomen in de reagentia zijn ook terug te vinden in de reactieproducten. |
wet van behoud van energie
|
zie Eerste hoofdwet van de thermodynamica.
|
wet van behoud van massa |
Bij een chemische reactie blijft in een afgesloten ruimte de totale massa gelijk. Dit is de wet van Lavoisier of de wet van behoud van massa.
|
Z
Z
zaagtandnotatie |
zie skeletnotatie |
zout |
Zouten zijn ionverbindingen tussen één of meerdere metaal- of ammoniumionen en één of meerdere zuurrestionen. |
zoutbrug |
zie elektrolytbrug |
zuur |
Zuren zijn deeltjes die een proton kunnen afgeven. Het zijn protondonoren |
zuur-base indicator |
Een zuur-base indicator is een stof die een verschillende kleur afhankelijk van de pH van de oplossing |
zuur-basekoppel |
Een zuur-basekoppel wordt gevormd door een zuur en de geconjugeerde base ervan. |
zuur-basereactie |
zie protolysereactie |
zuur-basetheorie van Arrhenius
|
De zuur-basetheorie van Arrhenius maakt een indeling tussen zuren en basen op basis van het gedrag bij het oplossen in water |
zuur-basetheorie van Bronsted-Lowry |
De zuur-basetheorie van Brønsted – Lowry maakt een indeling tussen zuren en basen op basis van het gedrag als protondonor of protonacceptor |
zuur-basetitratie |
Een zuur-basetitratie is een volumetrische methode om de concentratie van een zuur of een base te bepalen. |
zuurconstante (Kz) |
De zuurconstante is een maat voor de sterkte van een zuur |
zuivere stof |
Een zuivere stof bestaat uit één stof. |
zuurgraad |
De zuurgraad van een oplossing druk je uit met een getal: de pH-waarde. |
zuurstofgroep |
De zuurstofgroep zijn de elementen die in de zesde hoofdgroep van het PSE staan. |
zwak elektrolyt |
Een zwak elektrolyt is een stof waarvan het gedeelte dat oplost in water weinig of niet in ionen splitst. |
Begrippen chemie in de derde graad secundair onderwijs
A
aardalkalimetalen |
De aardalkalimetalen zijn de elementen die in de tweede hoofdgroep van het PSE staan. |
aardmetalen |
De aardmetalen zijn de elementen die in de derde hoofdgroep van het PSE staan. Deze naam is verouderd, tegenwoordig spreek je over de boorgroep. |
absolute atoommassa |
De absolute atoommassa is de werkelijke massa van het atoom uitgedrukt in kilogram. |
absolute molecuulmassa |
De absolute molecuulmassa is de werkelijke massa van het molecule uitgedrukt in kilogram. |
absorptie |
Absorptie is het verschijnsel waarbij atomen energie opnemen. |
actiniden |
De actiniden zijn een serie elementen uit het f-blok, gaande van het element met atoomnummer 90 tot en met het element met atoomnummer 103. |
activeringsenergie (Ea) |
De activeringsenergie is de minimale kinetische energie om een effectieve botsing te veroorzaken. |
additie |
Een additie is een reactie waarbij atomen of atoomgroepen toegevoegd worden aan een onverzadigde verbinding. |
adsorberen |
Adsorberen is een scheidingstechniek die gebaseerd is op het verschil in adsorptievermogen. |
aflopende reactie |
Een aflopende reactie is een reactie die verloopt tot het limiterend reagens is opgebruikt. |
alcohol |
Alcoholen zijn koolstofverbindingen met als functionele groep de hydroxyl groep (–OH). |
aldehyde |
Aldehyden zijn een koolstofverbindingen met als functionele groep een eindstandige carbonylgroep (–CHO).
|
alkaan |
Alkanen zijn verzadigde acyclische koolwaterstoffen. |
alkalimetalen |
De alkalimetalen zijn de elementen die in de eerste hoofdgroep van het PSE staan. |
alkeen |
Alkenen zijn acyclische koolwaterstoffen met één dubbele binding. |
alkyn |
Alkynen zijn acyclische koolwaterstoffen met één drievoudige binding |
alkylgroep |
Een alkylgroep is een atoomgroep met één waterstof minder dan het corresponderende n-alkaan. |
amfolyt |
Een amfolyt is een deeltje dat zowel een proton kan opnemen als afstaan. |
amfotere elementen |
Amfotere elementen zijn elementen die zich soms als metaal en soms als niet-metaal gedragen, afhankelijk van de bindingspartner. |
amide |
Amides zijn koolstofverbindingen met als functionele groep de amidegroep (–CONH2). |
amine |
Amines zijn koolstofverbindingen met als functionele groep de aminegroep (–NH2). |
analyse |
Een analyse of ontleding is de omzetting van een samengestelde stof naar twee of meer enkelvoudige stoffen. |
anion |
Een anion is een negatief geladen ion. |
anode |
Een anode is de elektrode waar de oxidatie gebeurt. |
anodiseren |
Anodiseren is een elektrolytische oppervlaktebehandeling om metalen te voorzien van een oxidelaag. |
anorganische stof |
Anorganische stoffen of minerale stoffen zijn stoffen die hoofdzakelijk voorkomen in de niet-levende natuur. |
apolaire binding |
Een apolaire binding is een binding waarbij het verschil in EN-waarde van de bindingspartners nul is. |
apolaire molecule |
Een apolaire molecule is een molecule die niet polair is. |
aromaat |
Aromaten zijn moleculen met een vlakke ringstructuur die afwisselend enkelvoudige en dubbele bindingen bevatten. |
atoom |
Een atoom is het kleinst mogelijk deeltje waaruit de materie is opgebouwd. |
atoombinding |
De atoombinding of covalente binding treedt op tussen twee niet-metaalatomen. De atomen stellen hun ongepaarde elektronen gemeenschappelijk. |
atoomkern |
De atoomkern is het centrale gedeelte van het atoom dat opgebouwd is uit protonen en neutronen. |
atoommassa-eenheid (u) |
De atoommassa-eenheid is gelijk gesteld aan 1/12 van de absolute massa van één 12C-isotoop. |
atoommodel |
Een atoommodel is een visuele voorstelling van het uitzicht van een atoom. |
atoommodel van Bohr |
Het atoommodel van Bohr stelt dat de elektronen zich enkel op bepaalde energieniveaus of banen rond de atoomkern kunnen bewegen. |
atoomnummer (Z) |
Het atoomnummer geeft het aantal protonen in een atoom weer. |
atoomrooster |
In een atoomrooster zijn alle atomen aan mekaar gebonden in een groot, stevig en regelmatig rooster dat zich onbeperkt kan uitbreiden. |
atoomsoort |
Alle atomen met hetzelfde aantal protonen in de atoomkern behoren toe aan dezelfde atoomsoort of element |
autoprotolyse van water |
De autoprotolyse van water is het verschijnsel waarbij twee watermoleculen met elkaar kunnen reageren in een zuurbasereactie |
B
base |
Basen zijn deeltjes die een proton kunnen opnemen. Het zijn protonacceptoren. |
Baseconstante (Kb) |
De baseconstante is de maat voor de sterkte van een base. |
batterij |
Een batterij is een aaneenschakeling van galvanische cellen
|
binair zout |
Een binair zout is een zout waarvan de zuurrest afkomstig is van een binair zuur. |
binair zuur |
Binaire zuren zijn zuren die uit twee elementen bestaan: waterstof en een niet- metaal. |
bindingselektronen |
Bindingselektronen zijn elektronen die een bindend elektronenpaar vormen. |
bindingsenergie |
De bindingsenergie is de potentiële energie de vrijkomt wanneer twee atomen binden. |
bindingshoek |
De bindingshoek is de hoek tussen twee bindingen van eenzelfde atoom. |
bindingslengte (r0) |
De bindingslengte is de afstand tussen de atomen waarbij de afstotingskracht en de aantrekkingskracht even groot zijn. |
Bohr |
Bohr formuleerde dat elektronen zich niet om het even waar in de elektronenwolk kunnen bewegen, maar op welbepaalde energieniveaus. |
boxnotatie |
De boxnotatie geeft de bezetting van de orbitalen weer door middel van hokjes gevuld met pijltjes die de elektronen voorstellen. |
bronspanning |
De bronspanning van een galvanische cel onder standaardomstandigheden is het verschil in standaardreductiepotentiaal van de oxidator en de reductor. |
brutoformule |
De brutoformule van een stof geeft het aantal atomen van elke atoomsoort weer waaruit de molecule van die stof is opgebouwd. In geval van ionverbindingen geeft de brutoformule de verhouding van voorkomen van de verschillende elementen weer. |
buffercapaciteit |
De buffercapaciteit is de hoeveelheid sterk zuur of sterke base die aan één liter buffermengsel toegevoegd moet worden om de pH één eenheid te veranderen. |
buffermengsel |
Een buffermengsel is een mengsel waarvan de pH binnen zekere grenzen weinig verandert bij toevoegen van kleine hoeveelheden zuur of base. |
C
carbonylgroep |
De carbonylgroep is de functionele groep van aldehyden en ketonen. |
carbonzuur |
De carbonzuren zijn koolstofverbindingen met als functionele groep de carboxylgroep (–COOH) |
carboxylgroep |
De carboxylgroep is de functionele groep van de carbonzuren |
chemie |
Chemie is de wetenschap die de samenstelling en verandering van de materie bestudeerd en de energieveranderingen die hiermee gepaard gaan. |
chemisch verschijnsel |
Een chemisch verschijnsel of reactie is een proces waarbij de samenstelling van de materie verandert. |
chiraal koolstof atoom |
Een chiraal koolstofatoom is een koolstofatoom waaraan vier verschillende atomen en/of atoomgroepen zijn gebonden. |
chromatografie |
Chromatografie is een scheidingstechniek die gebaseerd is op het verschil in oplosbaarheid en adsorptievermogen. |
cis-transisomerie |
Cis-transisomerie is een soort van isomerie die kan optreden bij een dubbele koolstof-koolstofbinding. |
coëfficiënt |
Een coëfficiënt geeft het aantal moleculen weer. |
concentratie |
De concentratie van een oplossing geeft aan hoeveel opgeloste stof er in een bepaalde hoeveelheid oplossing aanwezig is. |
condensatie |
Een condensatie is een reactie waarbij twee grotere substraatmoleculen binden met afsplitsing van een klein anorganisch molecule. |
constante van Avogadro (NA)
|
De constante van Avogadro geeft weer hoeveel deeltjes aanwezig zijn in één mol van om het even welke stof. NA = 6,02 . 1023 1/mol . |
continu spectrum |
Een continu spectrum is een spectrum waarin alle kleuren vertegenwoordigd zijn |
corrosie |
Corrosie is het proces waarbij metalen worden aangetast door oxidatie |
covalente binding |
zie Atoombinding |
cycloalkaan |
Cycloalkanen zijn verzadigde cyclische koolwaterstoffen. |
D
d-blok |
Het d-blok is een blok in het PSE waarin de elementen uit de b-groepen zich bevinden. |
d-orbitaal |
Een d-orbitaal is een voorstelling van het trefkansgebied om elektronen aan te treffen in een magnetisch niveau van het d-subniveau |
Dalton |
Dalton formuleerde dat materie opgebouwd is uit kleine ondeelbare en onvernietigbare deeltjes of atomen. |
daniellcel |
De daniëllcel is de eenvoudigste galvanische cel. |
de Broglie |
De Broglie postuleerde dat aan elektronen naast een deeltjeskarakter ook een golfkarakter moest worden toegekend. |
decanteren |
Decanteren is een scheidingstechniek die gebaseerd is op het verschil in massadichtheid. |
deelreactiemethode |
De deelreactiemethode is een methode voor het balanceren van redoxreacties in waterig milieu. |
deeltjesmodel |
Het deeltjesmodel is een modelvoorstelling van moleculen. |
degradatie |
Een degradatie is een reactie waarbij een molecule afgebroken wordt tot kleinere moleculen. |
Democritus |
Democritus formuleerde dat alle materie is opgebouwd uit zeer kleine ondeelbare deeltjes. |
destillaat |
Het destillaat is de stof die bij destilleren het eerst uit het mengsel verdampt. |
destilleren |
Destilleren is een scheidingstechniek die gebaseerd is op het verschil in kooktemperatuur |
diagonaalregel |
De diagonaalregel is een hulpmiddel om de energievolgorde van de subniveaus te onthouden. |
dipoolkarakter |
Dipoolmoleculen of polaire moleculen hebben een dipoolkarakter. Hoe groter de deelladingen, hoe groter het dipoolkarakter. |
dipoolkrachten |
Dipoolkrachten zijn intermoleculaire krachten die optreden tussen polaire moleculen. |
dipoolmolecule |
Een dipoolmolecule is een molecule met een positieve en een negatieve pool. |
discontinu spectrum |
Een discontinu spectrum is een spectrum waarin slechts één of enkele kleuren zijn vertegenwoordigd. |
dispersiekrachten |
Dispersiekrachten zijn intermoleculaire krachten die optreden ten gevolge van beweging van elektronen binnen de moleculen. |
donor-acceptor atoombinding
|
De donor-acceptorbinding is een atoombinding die optreedt tussen twee niet- metaalatomen wanneer het ene atoom al edelgasconfiguratie heeft bereikt en het andere atoom twee elektronen tekort heeft voor een edelgasconfiguratie. |
doublet |
Een doublet bestaat uit twee elektronen in éénzelfde magnetische niveau met tegengestelde spin. |
dubbelzout |
Dubbelzouten zijn zouten waarbij twee soorten metaalionen zijn gebonden aan één soort zuurrestion. |
dynamisch evenwicht |
Een dynamisch evenwicht ontstaat wanneer de heen- en terugreactie blijven optreden, terwijl de concentraties constant blijven.
|
E
edelmetaal |
Edelmetalen zijn metalen die weinig geneigd zijn om elektronen af te geven. |
edelgasconfiguratie |
De edelgasconfiguratie is een stabiele elektronenconfiguratie van een element dat evenveel valentie-elektronen heeft als een edelgas, nl. twee voor helium en acht voor alle andere edelgassen |
edelgassen |
De edelgassen zijn de elementen die in de achtste hoofdgroep van het PSE staan. |
eenstapsreactie |
Een éénstapsreactie is een reactie waarbij de reagentia onmiddellijk in reactieproducten omzetten via een geactiveerd complex. |
eerste hoofdwet van de thermodynamica |
De eerste hoofdwet van de thermodynamica stelt dat energie nooit kan ontstaan of verloren gaan. |
effectieve botsing |
Een effectieve botsing is een botsing tussen deeltjes die een reactie veroorzaakt. |
Einstein |
Einstein formuleerde dat licht naast een golfkarakter ook een deeltjeskarakter heeft. |
eiwit |
Eiwitten zijn macromoleculen die opgebouwd zijn uit aminozuren. |
elastische botsing |
Een elastische botsing is een botsing waarbij de deeltjes niet reageren en onveranderd terug uit elkaar gaan. |
elektrofiel |
Een elektrofiel deeltje is een deeltje dat een elektronenpaar kan binden. Het is een elektronenpaaracceptor. |
elektrofiele reactie |
Een elektrofiele reactie is een reactie waarbij een elektrofiel aanvalt op een plaats in een molecule met een hoge elektronendichtheid. |
elektrolyse |
Elektrolyse is een proces waarbij met een externe spanningsbron een niet- spontane redoxreactie optreedt. |
elektrolyt |
Een elektrolyt is een samengestelde stof die in gesmolten toestand en/of opgelost in water vrije ionen vormen en in die toestand de elektrische stroom geleidt. |
elektrolytbrug |
Een elektrolytbrug is een onderdeel van een galvanische cel die een verbinding maakt tussen de twee halfcellen om de gewijzigde ladingssituatie te compenseren. |
elektron (e–) |
Een elektron is het klein negatief geladen deeltje dat zich rond de atoomkern bevindt. |
elektronegatief element |
Een elektronegatief element is een element dat elektronen kan opnemen om een stabiele edelgasconfiguratie te bekomen. Een elektronegatief element vormt negatieve ionen of anionen. |
elektronegatieve waarde (EN-waarde) |
De elektronegatieve waarde van een atoom geeft aan hoe sterk het atoom de neiging heeft om de bindingselektronen naar zich toe te trekken. |
elektronenconfiguratie |
De elektronenconfiguratie geeft weer hoe de elektronen van een atoom over de verschillende hoofd- en subniveaus zijn verdeeld. |
elektronendelokalisatie |
Elektronendelokalisatie is het fenomeen dat optreedt wanneer elektronen geen vaste plaats in de molecule hebben, maar verdeeld worden over (een deel van) de molecule. |
elektronenpaar |
zie doublet |
electronenuitwisselings- reactie
|
Een elektronenuitwisselingsreactie of redoxreactie is een reactie waarbij het oxidatiegetal van één atoom toeneemt en het oxidatiegetal van een ander atoom afneemt. |
elektroplating |
Elektroplating is een elektrochemisch proces om een oppervlak te bedekken met een bepaald metaal. |
elektropositief element |
Een elektropositief element is een element dat elektronen kan afgeven om een stabiele edelgasconfiguratie te bekomen. Een elektropositief element vormt positieve ionen of kationen. |
element |
Zie atoomsoort |
eliminatie |
Een eliminatie is een reactie waarbij atomen of atoomgroepen worden onttrokken aan een verbinding. |
emissie |
Emissie is het uitzenden van elektromagnetische straling wanneer elektronen terugvallen naar een lager gelegen energieniveau. |
emulsie |
Een emulsie bestaat uit fijne vloeistofdeeltjes in een andere vloeistof. |
endo-energetische reactie |
Een endo-energetische reactie is een reactie waarbij energie wordt opgenomen. |
endotherme reactie |
Een endotherme reactie is een reactie waarbij warmte wordt opgenomen. |
energieniveau |
Een energieniveau is de hoeveelheid energie die een elektron bezit. |
enkelvoudige stof |
Een enkelvoudige stof is een stof waarvan de moleculen bestaan uit één atoomsoort. |
enthalpie (H) |
De enthalpie van een systeem is de som van de inwendige energie en de volumetoestand van het systeem. |
entropie (S) |
De entropie is een maat voor de wanorde in een systeem. |
ester |
Esters zijn koolstofverbindingen met als functionele groep de estergroep (-COO-). |
ether |
De ethers zijn koolstofverbindingen met als functionele groep een zuurstofatoom dat gelegen is tussen twee koolstofatomen |
evenwichtsconstante (K) |
De evenwichtsconstante geeft de verhouding weer van de snelheidsconstante van de heenreactie tot de terugreactie. |
evenwichtsreactie |
Een evenwichtsreactie is een reactie die niet aflopend is. |
exo-energetische reactie |
Een exo-energetische reactie is een reactie waarbij energie wordt afgegeven |
exotherme reactie |
Een exotherme reactie is een reactie waarbij warmte wordt afgegeven. |
extraheren |
Extraheren is een scheidingstechniek die gebaseerd is op het verschil in oplosbaarheid. |
F
f-blok |
Het f-blok is een blok in het PSE waarin de lanthaniden en actiniden zich bevinden |
f-orbitaal |
Een f-orbitaal is een voorstelling van het trefkansgebied om elektronen aan te treffen in een magnetisch niveau van het f-subniveau. |
filtraat |
Het filtraat is de vloeistof die door de filter gelopen is. |
filtreren |
Filtreren is een scheidingstechniek die gebaseerd is op het verschil in deeltjesgrootte |
functie-isomerie |
Functie-isomerie is een soort van isomerie waarbij de moleculen van elkaar verschillen door de functionele groep. |
functionele groep |
Een functionele groep of karakteristieke groep is een atoom of atoomgroep die de gemeenschappelijke chemische eigenschappen van een stofklasse bepaalt. |
fysisch verschijnsel |
Een fysisch verschijnsel is een proces waarbij de samenstelling van de materie niet verandert. |
.
G
galvanische cel |
Een galvanische cel is een elektrochemische spanningsbron die een elektrische stroom kan genereren als resultaat van een redoxreactie. |
galvaniseren |
zie elektroplating |
gasontwikkelingsreactie |
Een gasontwikkelingsreactie is een reactie waarbij een gas ontstaat. |
geactiveerd complex |
Een geactiveerd complex is een overgangstoestand van moleculen waarbij bindingen worden gebroken en nieuwe bindingen ontstaan |
geconjugeerd zuur |
Een geconjugeerd zuur ontstaat wanneer een base een proton opneemt. |
geconjugeerde base |
Een geconjugeerde base ontstaat wanneer een zuur een proton afgeeft. |
geconjugeerde oxidator |
Een geconjugeerde oxidator ontstaat wanneer een reductor één of meerdere elektronen afgeeft. |
geconjugeerde reductor |
Een geconjugeerde reductor ontstaat wanneer een oxidator één of meerdere elektronen opneemt. |
geëxciteerde toestand |
Een atoom bevindt zich in een onstabiele, geëxciteerde toestand indien een elektron naar een hoger energieniveau is overgegaan door absorptie van energie. |
gehydrateerd ion |
Een gehydrateerd ion is een ion dat omringd is door watermoleculen. |
gemiddelde reactiesnelheid
|
De gemiddelde reactiesnelheid is de verandering in concentratie over een bepaald interval, gedeeld door de verandering in tijd over datzelfde interval vermenigvuldigd met de coëfficiënt. |
gemiddelde relatieve atoommassa (Ar)
|
De gemiddelde relatieve atoommassa van een atoom duidt aan hoeveel keer de gemiddelde absolute atoommassa groter is dan de internationale atoommassa- eenheid (u).
|
groep |
Een kolom in het PSE noem je een groep. |
grondtoestand |
De grondtoestand van een atoom is een stabiele toestand van en atoom, waarbij de elektronen zich zo dicht mogelijk bij de kern bevinden. |
H
halogeenalkaan |
Halogeenalkanen zijn koolstofverbindingen met als functionele groep een halogeen. |
halogenen |
De halogenen zijn de elementen die in de zevende hoofdgroep van het PSE staan |
Heisenberg |
Heisenberg formuleerde dat de positie en de snelheid van een elektron nooit gelijktijdig exact gekend kunnen zijn. |
heterogeen mengsel |
Bij een heterogeen mengsel kun je de bestanddelen onderscheiden met het blote oog. |
heterolytische bindingsdoorbraak
|
Bij een heteterolytische bindingsdoorbraak krijgt één elektron beide bindingselektronen. Er ontstaan een anion en een kation |
hoeveelheid stof |
In de chemie druk je een hoeveelheid stof uit in mol. |
homogeen mengsel |
Bij een homogeen mengsel kun je de bestanddelen niet onderscheiden met het blote oog.
|
homolytische bindingsdoorbraak |
Bij een homolytische bindingsdoorbraak krijgt elk atoom één bindingselektron.
|
hoofdniveau |
zie energieniveau |
hoofdgroep |
De hoofdgroepen zijn de a-groepen en groep 0 van het PSE. |
hybridisatie |
Hybridisatie is het combineren van orbitalen tot mengorbitalen of hybride orbitalen. |
hydraat |
Hydraten zijn zouten waar in het rooster kristalwater opgesloten zit. |
hydrogenering |
Hydrogenering is een proces waarbij een additie van diwaterstof aan een meervoudige binding plaatsvindt. |
hydroxide |
De hydroxiden zijn ionverbindingen tussen een metaalion en één of meerdere hydroxide-ionen.
|
hydroxylgroep |
De hydroxylgroep is de functionele groep van de alcoholen.
|
I
ideale gaswet |
De ideale gaswet is een wet waarin de invloed van temperatuur, druk en volume op gassen is samengevat. |
index |
Een index geeft aan hoe vaak je eenzelfde atoomsoort terugvindt in een molecule. |
inert |
Een inerte stof, is een stof die weinig reactief is. |
initiatie |
De initiatie is de eerste stap in een radicalaire reactie waarbij een homolytische bindingsdoorbraak optreedt. |
intermoleculaire krachten |
Intermoleculaire krachten zijn krachten tussen moleculen onderling. |
intramoleculaire krachten
|
Intramoleculaire krachten zijn de chemische bindingskrachten tussen de atomen van een atoomverbinding. |
inversie |
Inversie is het fenomeen dat optreedt indien een elektron omwille van extra stabiliteit zich in een ander subniveau bevindt. |
inwendige energie (U) |
De inwendige energie is de energie die een deeltje bezit onder vorm van massa, potentiële energie en kinetische energie. |
ion |
Een ion is een geladen deeltje. |
ion-dipoolkrachten |
Ion-dipoolkrachten zijn de sterke aantrekkingskrachten tussen ionen en dipoolmoleculen |
ionaire reactie |
Een ionaire reactie is een reactie met een heterolytische bindingsdoorbraak |
ion-elektronmethode |
zie deelreactiemethode |
ionbinding |
Een ionbinding treedt op tussen metaalionen en niet-metaalionen |
ionenproduct van water (Kw) |
Het ionenproduct van water is het product van de evenwichtsconcentratie van OH– – ionen en H3O+ – ionen. |
ionenuitwisselings- reactie
|
Een ionenuitwisselingsreactie is een reactie tussen tegengesteld geladen ionen van twee elektrolyten in water.
|
ionisatie-energie (IE) |
De ionisatie-energie is de energie die nodig is om een elektron aan een atoom in gastoestand te onttrekken. |
ionrooster |
In een ionrooster zijn alle ionen geordend volgens een regelmatig patroon. |
isomerie |
Isomerie is het voorkomen van moleculen met dezelfde brutoformule, maar die van elkaar verschillen door de wijze waarop die atomen onderling verbonden of ruimtelijk geschikt zijn. |
isotoop |
Isotopen van een element hebben een zelfde atoomnummer, maar een verschillend massagetal. |
K
karakteristieke groep |
zie Functionele groep |
katalysator |
Een katalysator is een stof die de snelheid van een reactie beïnvloedt, zonder zelf te worden verbruikt in de reactie. |
kathode |
De kathode is de elektrode waar de reductie gebeurt. |
kation |
Een kation is een positief geladen ion. |
ketenisomerie |
Ketenisomerie is een soort van isomerie waarbij de moleculen verschillen door de plaats van de vertakking van de koolstofketen |
keton |
Ketonen zijn koolstofverbindingen met als functionele groep een niet- eindstandige carbonylgroep. |
kooktraject |
Bij mengsels spreek je niet over een kooktemperatuur, maar over een kooktraject, aangezien de temperatuur van het mengsel tijdens het koken niet constant blijft, maar geleidelijk aan blijft stijgen. |
koolstofgroep |
De koolstofgroep zijn de elementen die in de vierde hoofdgroep van het PSE staan. |
koolstofverbinding |
Organische stoffen of koolstofverbindingen zijn stoffen die hoofdzakelijk in de levende natuur voorkomen. |
koolwaterstof |
Een koolwaterstof is een verbinding waarin uitsluitend koolstof- en waterstofatomen zitten. |
kristalliseren |
Kristalliseren is een scheidingstechniek die gebaseerd is op het verschil in kookpunt. |
kristalwater |
Kristalwater zijn de watermoleculen die in het ionrooster van een hydraat zitten ingebouwd. |
kwantum |
Een kwantum van energie is het kleinste pakketje energie dat door een atoom kan worden opgenomen of afgegeven |
kwantummechanica |
De kwantummechanica is een natuurkundige theorie waarin onder meer de beweging van elektronen met wiskundige formules beschreven wordt. |
L
lanthaniden |
De lanthaniden zijn een serie elementen uit het f-blok, gaande van het element met atoomnummer 58 tot en met het element met atoomnummer 71. |
legering |
Een legering is een homogeen mengsel van twee of meerdere metalen. |
Leclanché |
Leclanché ontwikkelde als eerste een batterij, de Leclanchébatterij. |
lewisformule |
De lewisformule is een voorstelling van een molecule waarbij alle valentie-elektronen van de aanwezige atomen zijn weergegeven. |
lewisnotatie |
Bij de lewisnotatie worden rond het symbool van het element de valentie- elektronen weergegeven |
Lijnenspectrum |
zie discontinu spectrum |
limiterend reagens |
Het limiterend reagens is het reagens dat tijdens een reactie volledig wordt opgebruikt. |
lipiden |
Lipiden zijn macromoleculen waartoe alle vetten of vetachtige stoffen behoren. |
M
magnetische niveaus |
Een magnetisch niveau is een onderdeel van een subniveau. |
massaconcentratie (cm) |
De massaconcentratie van een oplossing is de verhouding van de massa opgeloste stof uitgedrukt in gram tot het volume van de oplossing uitgedrukt in liter. |
massagetal (A) |
Het massagetal van een atoom is de som van het aantal protonen en neutronen in de atoomkern. |
massaprocent |
De concentratie uitgedrukt in massaprocent is de verhouding van de massa opgeloste stof in gram tot de massa van de oplossing in gram vermenigvuldigd met 100 %. |
massa/volumeprocent |
De concentratie uitgedrukt in massa/volumeprocent is de verhouding van de massa opgeloste stof in gram tot het volume van de oplossing in milliliter vermenigvuldigd met 100 %. |
materie |
Materie is de verzamelnaam voor alle stoffen. Het omvat alles wat een massa heeft. |
meerstapsreactie |
Meerstapsreacties zijn reacties waarbij de reagentia een of meer tussenproducten vormen alvorens om te zetten in de reactieproducten |
meerwaardige basen |
Meerwaardige basen zijn basen waarbij per molecule meer dan één proton kan worden opgenomen. |
meerwaardige zuren |
Meerwaardige zuren zijn zuren waarbij per molecule meer dan één proton kan worden afgestaan. |
mengsel |
Een mengsel bestaat uit verschillende stoffen. |
mesomerie |
Bij mesomerie veranderen de valentie-elektronen van plaats, zodat hun verdeling niet door één lewisformule kan beschreven worden. |
metaal |
Een metaal is een elektropositief element. Een metaal geeft elektronen af om de edelgasconfiguratie te bekomen. Er ontstaat een positief ion of kation. |
metaalbinding |
Een metaalbinding is een binding waarbij de metaalatomen hun elektronen van de buitenste schil afgeven. De hierbij ontstane positieve metaalionen vormen samen met de afgegeven elektronen de basis van het metaalrooster. De losgekomen elektronen kunnen zich vrij bewegen tussen de metaalionen. |
metaaloxide |
Metaaloxiden zijn ionverbindingen tussen metaalionen en oxide- |
metaalrooster |
In een metaalrooster zitten positieve metaalionen op regelmatige afstand van elkaar. De losgekomen elektronen kunnen zich vrij bewegen tussen de metaalionen |
minerale stof |
Anorganische stof.
|
modelverfijning |
Een modelverfijning is een aanpassing van het atoommodel naar nieuwe inzichten. |
mol |
De mol is de eenheid waarmee je een hoeveelheid stof uitdrukt. |
molaire concentratie (c) |
De molair concentratie van een oplossing is de verhouding van de hoeveelheid opgeloste stof uitgedrukt in mol tot het volume van de oplossing uitgedrukt in liter. |
molair gasvolume |
Het molair gasvolume is het volume dat 1 mol gas inneemt bij een bepaalde druk en temperatuur. |
molaire massa (M) |
De molaire massa is de massa van 1 mol deeltjes en wordt uitgedrukt in mol/l |
molecule |
Een molecule is een groep aan elkaar gebonden atomen. |
molecuulmodel |
Met het molecuulmodel kun je chemische verschijnselen verklaren doordat moleculen van de beginstof(fen) eerst uiteenvallen in atomen. Deze atomen gaan zich anders combineren tot moleculen van de nieuwe eindstof(fen). |
molecuulorbitaaltheorie |
De molecuulorbitaaltheorie beschrijft de vorming van een atoombinding als de overlap van twee atoomorbitalen. |
molecuulrooster |
In een molecuulrooster zijn zwakke krachten actief tussen de moleculen van atoomverbindingen |
molverhoudingen |
Stoffen reageren met elkaar volgens bepaalde molverhoudingen afhankelijk van hun coëfficiënten. |
monofunctionele koolstofverbindingen
|
Monofunctionele koolstofverbindingen zijn koolstofverbindingen die één functionele groep bezitten. |
monomeren |
Monomeren zijn de kleine moleculen waaruit een polymeer is opgebouwd. |
N
n-alkaan |
n-alkanen zijn alkanen waarvan de koolstofketen niet vertakt is. |
neerslagreactie |
Een neerslagreactie is een reactie waarbij vaste deeltjes in een vloeistof ontstaan. |
negatief inductief effect,-I
|
Een negatief inductief effect wordt veroorzaakt wanneer bepaalde atomen of atoomgroepen in een molecule elektronen naar zich toe trekken. |
neutralisatiereactie |
Een neutralisatiereactie is een reactie tussen een zuur en een hydroxide waarbij water en een zout ontstaan |
neutron (n°) |
Een neutron is het neutraal deeltje dat zich in de atoomkern bevindt. |
nevengroepen |
De nevengroepen zijn de b-groepen van het PSE |
niet-elektrolyt |
Een niet-elektrolyt is een samengestelde stof die bij het oplossen geen ionen vormt en dus de elektrische stroom niet geleidt. |
niet-metaal |
Een niet-metaal is een elektronegatief element. Een niet-metaal neemt elektronen op om de edelgasconfiguratie te bekomen. Er ontstaat een negatief ion of anion. |
niet-metaaloxide |
Niet-metaaloxiden zijn atoomverbindingen van niet-metaalatomen en zuurstofatomen. |
normaalalkaan |
zie n-alkaan. |
normale atoombinding |
Een normale atoombinding treedt op tussen twee niet-metaalatomen wanneer beide atomen hun ongepaarde elektronen gemeenschappelijk stellen |
nucleofiel |
Een nucleofiel is een deeltje dat beschikt over een vrij elektronenpaar. |
nucleofiele reactie |
Een nucleofiele reactie is een reactie waarbij een nucleofiel aanvalt op een plaats in een substraat met een lage elektronendichtheid |
nucleonen |
Nucleonen zijn de deeltjes in de atoomkern. |
O
omgeving |
De omgeving is het deel van het universum dat op het systeem kan inwerken. |
omkeerbaar |
Een reactie is omkeerbaar als de reactieproducten terug omgezet worden in de reagentia bij dezelfde reactie-omstandigheden |
omslaggebied |
Het omslaggebied van een zuur-base-indicator is het pH-gebied waarin de kleurverandering gebeurt. |
omslagpunt |
Het omslagpunt is de centrale pH-waarde van het omslaggebied. |
omzettingsgraad (α) |
De omzettingsgraad is de verhouding van het aantal mol limiterend reagens dat werkelijk reageert tot het aantal mol limiterend reagens dat oorspronkelijk aanwezig was. |
onedele metalen |
Onedele metalen zijn metalen die sterk geneigd zijn elektronen af te geven. |
onverzadigde koolwaterstoffen |
Onverzadigde koolwaterstoffen zijn koolwaterstoffen met minstens één meervoudige binding |
onzekerheidsprincipe van Heisenberg |
Het onzekerheidsprincipe van Heisenberg stelt dat de positie en de snelheid van een elektron nooit gelijktijdig exact gekend kunnen zijn. |
opbrengst (η) |
De opbrengst is de procentuele uitdrukking van de omzettingsgraad |
oplossing |
Een oplossing bestaat uit een vloeistof, vaste stof of een gas opgelost in een vloeistof. |
optische isomerie |
Optische isomerie is een soort van isomerie die optreedt bij moleculen met een chiraal koolstofatoom. |
orbitaal |
Een orbitaal is een voorstelling van het trefkansgebied om een elektron aan te treffen rond de atoomkern. |
orde |
De orde van een eenstapsreactie is de som van alle coëfficiënten van de reagentia. |
organische stof |
Zie koolstofverbinding |
overgangselementen |
De overgangselementen zijn de elementen van de b-groepen. |
overmaat |
De overmaat is de stof die overblijft na een aflopende reactie. |
oxidatie |
Een oxidatie is een chemisch proces waarbij het oxidatiegetal van een element stijgt en elektronen worden afgestaan. |
oxidatiegetal (OG) |
Het oxidatiegetal of bindingsvermogen van een element geeft het aantal elektronen aan dat een atoom opneemt of afgeeft wanneer het overgaat naar de ionaire vorm. |
oxidatiegetalmethode |
De oxidatiegetalmethode is een methode voor het balanceren van redoxreacties die je kunt toepassen bij reacties in vaste, gesmolten of gasfase |
oxidator |
Een oxidator is een stof die in een redoxreactie elektronen opneemt. |
oxide |
Oxiden zijn binaire verbindingen die zuurstof bevatten. |
oxozuur |
Een oxozuur is een zuur dat bestaat uit drie elementen: waterstof, een centraal niet-metaal en zuurstof.
|
P
π-binding |
Bij een π-binding gebeurt de overlapping door de p-orbitalen die loodrecht op de bindingsas staan. |
p-blok |
Het p-blok is een blok in het PSE dat bestaat uit de groepen III a tot en met VII a en groep 0, uitgezonderd helium. |
p-orbitaal |
Een p-orbitaal is een voorstelling van het trefkansgebied om elektronen aan te treffen in een magnetisch niveau van het p-subniveau. |
parts per billion (ppb) |
Parts per billion is een concentratie-uitdrukking die weergeeft hoeveel deeltjes per miljard deeltjes aanwezig zijn. |
parts per million (ppm) |
Parts per million is een concentratie-uitdrukking die weergeeft hoeveel deeltjes per miljoen deeltjes aanwezig zijn. |
Pauli-verbod |
Volgens het Pauli-verbod verschilt elk elektron binnen eenzelfde atoom van elk ander elektron door minstens één van de vier karakteristieken: hoofdniveau, subniveau, magnetisch niveau of spin. |
periode |
Een rij in het PSE noem je een periode. |
pH |
De pH is het negatief logaritme van de evenwichtsconcentratie aan H3O+ – ionen. |
pH-meter |
Een elektronisch toestel om de pH te meten. |
pH-schaal |
De pH-schaal is een schaal van 0 tot 14 die de zuurgraad van een waterige oplossing weergeeft. |
pi-binding |
zie π-binding |
plaatsisomerie |
plaatsisomerie is een soort van isomerie waarbij de moleculen verschillen door de plaats van de functionele groep of meervoudige binding.. |
Planck |
Planck ontdekte dat warme voorwerpen energie uitstralen onder vorm van kwanta. |
pOH |
De pOH is het negatief logaritme van de evenwichtsconcentratie aan OH– – ionen |
polaire binding |
Een polaire binding is een binding tussen elementen met een verschillende EN-waarde. |
polaire molecule |
zie dipoolmolecule |
polyadditie |
Polyadditie is een reactie waarbij twee verschillende functionele groepen van monomeren met elkaar reageren. Er wordt geen klein anorganisch molecule afgesplitst. |
polycondensatie |
Polycondensatie is een reactie waarbij twee verschillende functionele groepen van monomeren met elkaar reageren. Gelijktijdig wordt een kleine anorganisch molecule afgeplitst. |
polyfunctionele koolstofverbindingen |
Polyfunctionele koolstofverbindingen zijn koolstofverbindingen die meerdere, al dan niet verschillende, functionele groepen bevatten |
polymeren |
Polymeren zijn macromoleculen die ontstaan door een aaneenschakeling van vele kleinere moleculen, de monomeren. |
polymerisatie |
Polymerisatie is een reactie waarbij de π-binding tussen twee koolstofatomen in alkenen of alkynen wordt verbroken. Hierdoor kunnen de monomeren aan elkaar koppelen. |
positief inductief effect, +I
|
Een positief inductief effect wordt veroorzaakt wanneer bepaalde atomen of atoomgroepen in een molecule elektronen van zich weg duwen. |
primair alcohol |
Primaire alcoholen zijn alcoholen waarvan het koolstofatoom die de OH-groep draagt, maximaal aan één ander koolstofatoom gebonden is. |
promille (m/V) |
De concentratie uitgedrukt in promille is de verhouding van de massa opgeloste stof in gram tot het volume van de oplossing in milliliter vermenigvuldigd met 100 %. |
propagatie |
De propagatie is de tweede stap in een radicalaire reactie waarbij radicalen reageren met het substraat en op deze manier nieuwe radicalen vormen. |
proteïne |
zie Eiwit
|
protolysereactie |
Een protolysereactie is de reactie tussen een zuur en een base waarbij één of meer protonen worden uitgewisseld. |
proton (p+) |
Een proton is het positief geladen deeltje dat zich in de atoomkern bevindt. |
Periodiek Systeem van de Elementen (PSE) |
Het Periodiek Systeem van de Elementen ordent de elementen die men tot op vandaag kent volgens toenemend atoomnummer in een tabel .
|
R
radicaal |
Een radicaal is een atoom of atoomgroep met een oneven aantal elektronen |
radicalaire reactie |
Een radicalaire reactie is een reactie met een homolytische bindingsdoorbraak |
. reactie-energie (ΔU) |
De reactie-energie is het verschil tussen de inwendige energie van de reactieproducten en de reagentia |
reactiemechanisme |
Een reactiemechanisme vermeldt de verschillende stappen in een reactie. reactiepatroon .
|
reactiepatroon |
Een geeft de algemene reactie weer, waarbij de stofklasse van de reagentia en de reactieproducten wordt vermeld |
reactiepijl |
De reagentia en reactieproducten in een reactievergelijking worden gescheiden met behulp van een reactiepijl. |
reactieproduct |
Een reactieproduct of eindstof is de stof die gevormd wordt tijdens een reactie. |
reactiequotiënt (Q) |
Het reactiequotiënt van een evenwichtsreactie is de verhouding van het product van de concentraties van de reactieproducten tot het product van de concentraties van de reagentia. Hierbij verhef je elke concentratie tot een macht waarvan de exponent gelijk is aan de reactiecoëfficiënt. |
reactietype |
Een reactietype is een algemene omschrijving van de wijziging van het substraat bij een reactie. |
reactievergelijking |
Een reactievergelijking is een symbolische voorstelling van een chemische reactie. |
reagens |
Een reagens of beginstof is de stof die tijdens een reactie een verandering ondergaat. Het reagens in een organische reactie is de kleine beweeglijke molecule die aanvalt op de grotere, minder beweeglijke molecule, het substraat. |
redoxreactie |
zie Elektronenuitwisselingsreactie |
reductie |
Een reductie is een chemisch proces waarbij het oxidatiegetal van een element daalt en elektronen worden opgenomen. |
reductor |
Een reductor is een stof die tijdens een redoxreactie elektronen afgeeft |
regel van Hund |
De regel van Hund stelt dat de elektronen van soortgelijke orbitalen van eenzelfde subniveau zo veel mogelijk dezelfde spin hebben |
regel van Markovnikov |
De regel van Markovnikov stelt dat bij de additie van een waterstofhalogenide of water het H-atoom terecht komt op het C-atoom dat al verbonden is met het grootste aantal H-atomen. |
regel van Zaitsev |
De regel van Zaitsev stelt dat bij de eliminatie het meest gesubstitueerde alkeen gevormd wordt.
|
relatieve atoommassa (Ar) |
De relatieve atoommassa van een atoom duidt aan hoeveel maal de absolute atoommassa van die atoomsoort groter is dan de internationale atoommassaeenheid |
relatieve molecuulmassa (Mr) |
De relatieve molecuulmassa (van een molecule is de verhouding van de absolute molecuulmassa tot de atoommassa-eenheid. |
rendement |
zie opbrengst |
residu |
Het residu is de stof die achterblijft na filtreren of destilleren. |
ruimtelijke structuur |
De ruimtelijke structuur van een molecule wordt bepaald door het geheel van bindingslengten en bindingshoeken. |
Rutherford |
Rutherford formuleerde dat een atoom bestaat uit een kleine, positief geladen kern omgeven door een wolk van negatief geladen elektronen. |
S
σ-binding |
Bij een σ-binding gebeurt de overlapping door orbitalen die volgens de bindingsas gepositioneerd zijn. |
s-blok |
Het s-blok is een blok in het PSE dat bestaat uit de groepen I a en II a, inclusief helium |
s-orbitaal |
Een s-orbitaal is een voorstelling van het trefkansgebied om elektronen aan te treffen in een magnetisch niveau van het s-subniveau |
sacharide |
Sachariden zijn biomoleculen die bestaan uit koolstof, zuurstof en waterstof. Ze hebben bij mens en dier vooral een brandstof- en bouwfunctie. |
samengestelde stof |
Een samengestelde stof is een stof waarvan de moleculen bestaan uit meerdere atoomsoorten. |
scheidingstechnieken |
Om mengsels te scheiden in zuivere stoffen gebruik je scheidingstechnieken. |
schil |
zie energieniveau
|
schilnummer, n |
Het schilnummer is het rangnummer van de schil, gaande van 1 tot en met 7. |
Schrödinger |
Schrödinger was een Oostenrijks natuurkundige die één van de grondleggers van de kwantummechanica was. |
Schrödingervergelijking |
De Schrödingervergelijking is een wiskundige vergelijking waarmee de waarschijnlijkheid kan berekend worden om een elektron in een bepaalde plaats omheen de atoomkern aan te treffen. |
secundair alcohol |
Secundaire alcoholen zijn alcoholen waarvan het koolstofatoom die de OH-groep draagt, maximaal aan twee andere koolstofatomen gebonden is.
|
sigmabinding |
zie σ-binding. |
skeletnotatie |
De skeletnotatie is een voorstellingswijze van organische moleculen door middel van een gekartelde lijn en eventueel functionele groepen. |
smelttraject |
Bij mengsels spreek je niet over een smelttemperatuur, maar over een smelttraject, aangezien de temperatuur van het mengsel tijdens het smelten niet constant blijft, maar geleidelijk aan blijft stijgen. |
snelheidsvergelijking |
De snelheidsvergelijking laat toe de relatie tussen de concentratie van de reagentia en de reactiesnelheid te voorspellen. |
snelheidswet van Guldberg en Waage |
In de snelheidswet van Guldberg en Waage is de ogenblikkelijke reactiesnelheid recht evenredig met het product van de concentraties van de reagerende stoffen. Hierbij dient elke concentratie te worden verheven tot een de exponent gelijk is aan de coëfficiënt van het overeenstemmend deeltje in de reactievergelijking. |
sommerfeld |
Sommerfeld postuleerde dat elk hoofdniveau zich verder opsplitst in n subniveaus. |
sp-hybridisatie |
Bij sp-hybridisatie wordt één s-orbitaal gemengd met één p-orbitaal |
sp2-hybridisatie |
Bij sp2-hybridisatie wordt één s-orbitaal gemengd met twee p-orbitalen |
. sp3-hybridisatie |
Bij sp3-hybridisatie wordt één s-orbitaal gemengd met drie p-orbitalen. |
spanningsreeks van de metalen
|
De spanningsreeks van de metalen is de rangschikking van metalen volgens dalend reducerend vermogen. |
spanningsreeks van de niet-metalen
|
De spanningsreeks van de niet-metalen geeft de rangschikking van de niet- metalen volgens dalend oxiderend vermogen. |
spectroscopie |
In de spectroscopie bestudeert men de samenstelling van licht |
. spin |
De spin is de tolbeweging van een elektron |
spin down |
Spin down is de tolbeweging van een elektron in wijzerzin. |
spin up |
Spin up is de tolbeweging van een elektron in tegenwijzerzin. |
stamzuren |
Stamzuren zijn ternaire zuren waarvan de systematische naam eindigt op –AAT |
standaard omstandigheden
|
De standaardomstandigheden zijn 1,00 voor oplossingen, 1,00 bar voor gassen bij een temperatuur van 298,15 K |
standaardoplossing |
De standaardoplossing bij een titratie is de oplossing met de nauwkeurig gekende concentratie. |
standaardreductie- potentiaal
|
De standaardreductiepotentiaal is het potentiaalverschil tussen een redoxkoppel en het referentieredoxkoppel bij standaardomstandigheden |
standaardwaterstof- elektrode
|
De standaardwaterstofelektrode is een gestandaardiseerde elektrode die gebruikt wordt bij de bepaling van de standaardreductiepotentiaal van een redoxkoppel. |
stereoisomerie |
Stereo-isomerie is een soort van isomerie waarbij de moleculen van elkaar verschillen door een verschillende ruimtelijke ordening. |
sterisch getal (SG) |
Het sterisch getal van een atoom is de som van het aantal gebonden atomen en het aantal vrije elektronenparen |
sterk elektrolyt |
Een sterk elektrolyt is een stof waarvan het gedeelte dat oplost in water volledig in ionen splitst. |
stikstofgroep |
De stikstofgroep zijn de elementen die in de vijfde hoofdgroep van het PSE staan. |
stocknotatie |
Bij de stocknotatie maak je gebruik van oxidatiegetallen in de systematische naam |
stofeigenschappen |
Stofeigenschappen zijn eigenschappen die betrekking hebben op de stof(fen) waaruit het voorwerp opgebouwd. |
stofklasse |
Een stofklasse is een groep stoffen die gemeenschappelijke chemische eigenschappen hebben. |
stofomzetting |
Bij een chemische reactie gebeurt een stofomzetting. |
stoichiometrisch punt (SP)
|
Op het stoichiometrisch punt hebben stoichiometrisch hoeveelheden van zuur en base met elkaar gereageerd. |
stoichiometrische hoeveelheden
|
Indien de molverhoudingen van de aanwezige reagentia overeenkomen met de molverhoudingen weergegeven in de reactievergelijking, spreek je van stoichiometrische verhoudingen |
structuurformule |
De structuurformule is een tweedimensionele weergave van de verschillende atomen en alle atoombindingen ertussen. |
structuurisomerie |
Structuurisomerie is een soort van isomerie waarbij de moleculen van elkaar verschillen door een verschillende volgorde van de atomen. |
substitutie |
Een substitutie is een reactie waarbij een atoom of atoomgroep vervangen wordt door een ander atoom of atoomgroep. |
substraat |
Het substraat in een organische reactie is de grotere organische molecule die de verandering ondergaat. |
suspensie |
Een suspensie bestaat uit fijne vaste deeltjes in een vloeistof |
suiker |
zie sacharide |
symbool |
Elk element heeft een naam die je met een symbool kunt voorstellen. |
synthese |
Een synthese of samenstelling is de omzetting van enkelvoudige stoffen naar samengestelde stof. |
systeem |
Een systeem is een deel van het universum dat je bestudeert. |
systematische naam |
De systematische naam van een stof is de naam van die stof die volgens internationale afspraken stapsgewijs wordt opgebouwd. |
T
terminatie |
De terminatie is de derde stap in een radicalaire reactie waarbij twee radicalen met elkaar combineren. |
ternair zout |
Een ternair zout is een zout waarvan de zuurrest afkomstig is van een ternair zuur. |
ternair zuur |
zie oxozuur |
tertiair alcohol |
Tertiaire alcoholen zijn alcoholen waarvan het koolstofatoom die de OH-groep draagt, maximaal aan drie andere koolstofatomen gebonden is. |
Thomson |
Thomson ontdekte als eerste de elektronen. |
transitie-elementen |
zie overgangselementen |
triviale naam |
De triviale naam of gebruiksnaam van een stof is de naam die in het dagelijks leven gebruikt wordt. |
tweede hoofdwet van de thermodynamica |
De tweede hoofdwet van de thermodynamica stelt dat de entropie van een geïsoleerd systeem niet kan afnemen. |
V
valentie-elektron |
Een valentie-elektron is een elektron dat zich in de buitenste bezette schil van een atoom bevindt. |
valentieschil- elektronenpaar- repulsiemodel (VSEPR) |
Met het VSEPR-model kunnen de bindingshoeken in een molecule voorspeld worden. |
verdunningsregel |
De verdunningsregel, c1 . V1 = c2 . V2 , kan gebruikt worden om het volume van een geconcentreerde oplossing te berekenen dat je nodig hebt voor het bereiden van een verdunning. |
verkorte notatie |
In de verkorte notatie voor de elektronenconfiguratie noteer je tussen vierkante haakjes het symbool van het edelgas voorafgaande aan het element en daarna de overige bezette niveaus. |
verkorte structuurformule
|
Met de verkorte structuurformule teken je de structuurformule met alle atoombindingen en functionele groepen. De C–H bindingen vervang je door –CH-, –CH2– of –CH3–, afhankelijk van het aantal gebonden waterstofatomen. |
volumeprocent |
De concentratie uitgedrukt in volumeprocent is de verhouding van het volume opgeloste stof in milliliter tot het volume van de oplossing in milliliter vermenigvuldigd met 100 %. |
voorwerpeigenschappen |
Voorwerpeigenschappen zijn eigenschappen die betrekking hebben op het voorwerp. |
vrije energie (G) |
De vrije energie van een systeem is het verschil van de enthalpie en de entropietoestand van het systeem bij een bepaalde temperatuur. |
W
waardigheid |
De waardigheid van een zuur of een base is het aantal waterstofionen of hydroxide-ionen die het zuur of de base kan vormen. |
waterstofbrugkrachten |
Waterstofbrugkrachten zijn intermoleculaire krachten die ontstaan tussen moleculen waarin een waterstofatoom gebonden is aan fluor, zuurstof of stikstof. |
waterstofcellen |
Waterstofcellen zijn cellen die de chemische energie van waterstofgas en zuurstofgas omzetten in elektrische energie |
waterstofzout |
Waterstofzouten zijn zouten waarbij aan de zuurrest nog één of meerdere waterstofatomen zijn gebonden. |
wet van behoud van atomen
|
Bij een chemische reactie blijven de atoomsoorten en het aantal atomen behouden. Alle atoomsoorten die voorkomen in de reagentia zijn ook terug te vinden in de reactieproducten. |
wet van behoud van energie
|
zie Eerste hoofdwet van de thermodynamica.
|
wet van behoud van massa |
Bij een chemische reactie blijft in een afgesloten ruimte de totale massa gelijk. Dit is de wet van Lavoisier of de wet van behoud van massa.
|
Z
zaagtandnotatie |
zie skeletnotatie |
zout |
Zouten zijn ionverbindingen tussen één of meerdere metaal- of ammoniumionen en één of meerdere zuurrestionen. |
zoutbrug |
zie elektrolytbrug |
zuur |
Zuren zijn deeltjes die een proton kunnen afgeven. Het zijn protondonoren |
zuur-base indicator |
Een zuur-base indicator is een stof die een verschillende kleur afhankelijk van de pH van de oplossing |
zuur-basekoppel |
Een zuur-basekoppel wordt gevormd door een zuur en de geconjugeerde base ervan. |
zuur-basereactie |
zie protolysereactie |
zuur-basetheorie van Arrhenius
|
De zuur-basetheorie van Arrhenius maakt een indeling tussen zuren en basen op basis van het gedrag bij het oplossen in water |
zuur-basetheorie van Bronsted-Lowry |
De zuur-basetheorie van Brønsted – Lowry maakt een indeling tussen zuren en basen op basis van het gedrag als protondonor of protonacceptor |
zuur-basetitratie |
Een zuur-basetitratie is een volumetrische methode om de concentratie van een zuur of een base te bepalen. |
zuurconstante (Kz) |
De zuurconstante is een maat voor de sterkte van een zuur |
zuivere stof |
Een zuivere stof bestaat uit één stof. |
zuurgraad |
De zuurgraad van een oplossing druk je uit met een getal: de pH-waarde. |
zuurstofgroep |
De zuurstofgroep zijn de elementen die in de zesde hoofdgroep van het PSE staan. |
zwak elektrolyt |
Een zwak elektrolyt is een stof waarvan het gedeelte dat oplost in water weinig of niet in ionen splitst. |
.
.
.