Suikerwater
1.Onderzoeksvraag
Hoe kan je in een klas verschillende soorten lagen van suiker maken?
2. Materiaal + stoffen
- Water
- Suiker
- Rode, gele, groene en blauwe voedingsmiddelenkleurstof
- Eetlepel
- 4 glazen zonder opdruk
3.Uitvoeren
a.Werkwijze
Glas 1:
-Vul het glas met 3 eetlepels water.
-Doe er 1 eetlepel suiker bij.
-Voeg 3 druppels rode kleurvloeistof toe.
Glas 2:
-Vul het glas met 3 eetlepels water.
-Doe er 2 eetlepels suiker bij.
-Voeg 3 druppels gele kleurvloeistof toe.
Glas 3:
-Vul het glas met 3 eetlepels water.
-Doe er 3 eetlepels suiker bij.
-Voeg 3 druppels groene kleurstof toe.
Glas 4:
-Vul het glas met 3 eetlepels water.
-Doe er 4 eetlepels suiker bij.
-Voeg 3 druppels blauwe kleurstof toe.
Roer tot alle suiker goed is opgelost in het water.
Voeg eerst de blauwe vloeistof in een groot glas. Daarna voeg je voorzichtig
de groene vloeistof toe bovenop de groene vloeistof. Hierna volgt de gele
vloeistof en als laatste voeg je de rode vloeistof er bovenop.
b.Waarneming (+ foto’s)
Je krijgt verschillende lagen (kleuren) van suikerwater te zien.
4.Reflecteren
De verschillend gekleurde vloeistoffen drijven op elkaar. Dat komt door het verschil in dichtheid. De dichtheid is het gewicht van 1 liter vloeistof. Vloeistoffen met een lage dichtheid kunnen drijven op die met een hoge dichtheid. Hoe meer suiker je in het water doet hoe hoger de dichtheid van het water wordt. Het blauwe water met 4 eetlepels suiker heeft de hoogste dichtheid en het rode water met 1 eetlepel suiker de laagste dichtheid.