Regen maken
1.Onderzoeksvraag
Hoe ontstaat regen?
2. Materiaal + stoffen
- water
- 4/5 ijsblokjes
- zout
- glazen potje + metalen deksel
- spijker
- hamer
- kookvuur
- steelpan
3.Uitvoeren
a.Werkwijze
- Maak 6 kleine gaatjes met de spijker en hamer in het metalen deksel.
- Kook een kleine hoeveelheid water. Giet het water voorzichtig in je glazen potje.
- Leg het deksel omgekeerd op je glazen potje, zorg dat de hele opening bedekt is. Zo krijg je een soort schaaltje.
- Maak een laagje ijs van 3 ijsblokjes op het dekseltje.
- Strooi een beetje zout over het ijs. Zo gaat het ijs smelten.
- Leg je overige twee ijsblokjes op de andere 3.
- Wacht een aantal minuten en kijk hoe de regendruppels naar beneden vallen.
b.Waarneming (+ foto’s)
Het ijs smelt en na enkele minuten vallen er druppels water naar beneden.
4.Reflecteren
De stoom van het gekookte water gaat omhoog in je glazen potje. Net zoals zeewater verdampt door de warmte van de zon.
De ijsklontjes vormen samen met het zout een soort lagedrukgebied. Lagedrukgebieden bevinden zich heel hoog in de lucht. In dit lagedrukgebied condenseert de stoom tot waterdruppels. Op deze manier worden er ook wolken gevormd. Wolken zijn dus eigenlijk een
groep van heel veel waterdruppels bij elkaar.
De druppels vormen de neerslag als ze zwaarder worden dan de lucht. Dit gebeurt er ook als het regent.
5. Aanvullingen