Begrip concentratie
Introductie
Open de volgende link: Begrip concentratie (Fr) . Je verkrijgt de volgende simulatie.
Zoals je al kan zien, mag je je beste Frans even bovenhalen. Maar voor wie deze taal niet zo goed beheerst, jullie kunnen aan de hand van de opdrachten achterhalen welke knop wat doet.
Lees de vragen en stappen aandachtig en voer uit. Herlaad de pagina tussen de opdrachten door!
Ontdekking
1. Beginsituatie
Hoe groot is het volume van de oplossing?
………………………………………………………………………………………………………………
Welke concentratie heeft de oplossing?
………………………………………………………………………………………………………………
2. Helemaal bovenaan, zie je het volgende staan.
Klik op het bolletje en sleep het naar rechts.
Wat zie je gebeuren in de maatbeker?
…………………………………………………………………………………………………………………….
Wat gebeurt met de concentratie van de oplossing?
…………………………………………………………………………………………………………………….
Klik op het bolletje en sleep het naar links. Wat zie je gebeuren in de maatbeker?
…………………………………………………………………………………………………………………….
Wat gebeurt met de concentratie van de oplossing?
…………………………………………………………………………………………………………………….
3. Helemaal onderaan, zie je het volgende staan.
Klik op het bolletje en sleep het naar rechts.
Wat gebeurt er met de oplossing?
…………………………………………………………………………………………………………………….
Wat gebeurt met de concentratie van de oplossing?
…………………………………………………………………………………………………………………….
Klik op het bolletje en sleep het naar links.
Wat gebeurt er met de oplossing?
…………………………………………………………………………………………………………………….
Wat gebeurt met de concentratie van de oplossing?
…………………………………………………………………………………………………………………….
Opdrachten
1. Maak een oplossing met een volume van 0,35 l en waarin 15 deeltjes aanwezig
zijn.
Hoe groot is de concentratie van de oplossing?
Verander het volume van de oplossing naar 0,50 l. Wat is nu de concentratie?
Verander het volume van de oplossing naar 0,1 l. Wat is nu de concentratie?
2. In een oplossing (c = 1,37 mol/l) zijn er 20 deeltjes aanwezig.
Hoe groot is het volume van de oplossing?
Vermeerder het aantal deeltjes van de oplossing naar 31. Wat is nu de concentratie van de oplossing?
Verminder het aantal deeltjes van de oplossing naar 15. Wat is nu de concentratie van de oplossing?
3. Maak een oplossing met een concentratie van 0,50 mol/l en een volume van 0,5 l.
Wat is het aantal deeltjes die je in de maatbeker kan terugvinden?
Vermeerder de concentratie van de oplossing naar 1,0 mol/l. Dit is mogelijk op 2 manieren door telkens 1 variabele te veranderen. Hoe groot is deze variabele?
Manier 1:
Manier 2:
Besluit
Vul in: c, concentratie, groter(2x), kleiner(2x), l, mol(2x), mol/l, n, omgekeerd evenredig, recht evenredig, stofhoeveelheid, V, volume
De ……………. van een oplossing is afhankelijk van 2 variabele, namelijk de…………………………. en het ………….
Wanneer we de concentratie van een oplossing willen veranderen kan dit op verschillende manieren.
1. Door het aanpassen van het aantal ……. van de stofhoeveelheid.
Hoe …………… de stofhoeveelheid in een oplossing, hoe groter de concentratie van de oplossing.
Hoe ……… de stofhoeveelheid in een oplossing, hoe kleiner de concentratie.
Hieruit kunnen we concluderen dat de concentratie ………. is met het aantal stofhoeveelheid.
2. Door het veranderen van het volume van de oplossing.
Hoe ………………………….. het volume van een oplossing, hoe groter de concentratie van de oplossing.
Hoe …………………………… het volume van een oplossing, hoe kleiner de concentratie.
Hieruit kunnen we afleiden dat de concentratie ……………. is met het volume van de oplossing.
We kunnen het verband tussen de concentratie, het volume en de stofhoeveelheid omvormen tot een formule.
Namelijk :
In deze formule gebruiken we voor de concentratie, het volume en de stofhoeveelheid
respectievelijk de eenheden ………….., ………… en ……….. .