Kies pagina               

Junglespeed organische stoffen

Inhoud

Spelregels jungle speed variatie waarbij de leerlingen de benamingen van alkanen, alcoholen en carbonzuren kunnen inoefenen. Het spel kan gespeeld worden met de ganse klasgroep. Toch wordt aangeraden om het in groepjes van 4 -5 personen te spelen omwille van de spelregels.

Spelregels:

De spelers spelen ieder om de beurt en klokgewijs. Ze spelen enkel tegelijk als de speciale kaart verschijnt. De spelers draaien ieder op hun beurt een kaart om en bedekken deze bij de volgende beurt met een nieuwe kaart. Zo vormt zich een stapeltje van omgedraaide kaarten die ze voor zich leggen. Men speelt maar met 1 hand, de andere mag nooit gebruikt worden. De kaarten worden omgedraaid in de richting van de andere spelers.

 

Benodigdheden:

De totem (plastieken proefbuis of maatcilinder) wordt in midden tussen de spelers geplaatst. De 76 speelkaarten worden zo gelijk mogelijk verdeeld met de speelzijde naar beneden.

 

Uitleg van de kaarten:

Er zijn 2 soorten kaarten:

  1. De symboolkaarten:de kaarten bevatten de diverse figuren of symbolen in verschillende kleuren. In de meeste gevallen houdt men geen rekening met de kleur, enkel met de figuur… Behalve wanneer er een speciale kaart wordt omgedraaid. Wanneer 2 spelers dezelfde figuur omdraaien, moeten ze zo snel mogelijk de totem in het midden proberen te grijpen. De winnaar mag zijn gespeeld stapeltje aan de verliezer geven als hij het alkaan, alcohol of carbonzuur op zijn kaartje juist kan benoemen. Staat er geen, dan heeft hij geluk en mag hij zijn stapeltje gespeelde kaarten zo aan de verliezer geven samen met de kaarten die al in de pot terecht zijn gekomen.
  2. De speciale kaarten:er zijn 3 soorten speciale kaarten en als één van deze kaarten te voorschijn komt, verandert de spelactie: De pijlen naar buiten gericht: iedereen legt tegelijkertijd een kaart neer. De pijlen naar binnen gericht: iedereen speelt tegelijk. De eerste speler die de totem grijpt mag zijn gespeelde stapeltje kaarten in het midden van de tafel onder de totem leggen. De gekleurde pijlen: in dit geval hou je geen rekening meer met de figuren, maar enkel met de kleuren. De werking van deze kaart vervalt zodra er een andere actie volgt. Dat wil zeggen; zodra de totem valt of gepakt wordt, of wanneer er een andere kaart met <> wordt gedraaid.Let op er mogen geen duels met symbolen gehouden worden, zolang deze kaart actief is.
  3. De pijlen:pijlen naar buiten Als een speler een kaart met <> omdraait, telt hij tot 3. Op 3 draaien alle spelers (hijzelf inbegrepen) tegelijk een kaart om en vergelijken de symbolen. Als er niets gebeurt, gaat de speler, links van degene die de kaart heeft omgedraaid, verder.
  4. Pijlen naar binnen: Als een speler een kaart met <>omdraait, moeten alle spelers (hijzelf inbegrepen) tegelijk de totem proberen te grijpen. Diegene die de totem grijpt, legt zijn stapel omgedraaide kaarten in de “pot” onder de totem. Deze pot is voor de volgende verliezer. Vervolgens speelt degene die de totem greep verder
  5. Gekleurde pijlen: Als een speler deze kaart omdraait heeft er enkel een duel plaats tussen twee of meerdere spelers die een kaart van dezelfde kleur voor zich hebben. Er wordt helemaal geen rekening gehouden met de vorm van het symbool. Het spel wordt weer normaal verder gespeeld, zodra er een nieuwe kaart met <> wordt omgedraaid.

Zoektermen

Een UCLL project

logo lerarenopleidinglogo UCLLlogo Vakdidactieklogo Art of Teaching

Partners

logo covalent

translate »