Kies pagina               

Wie is het?

Printen

 

Inhoud

  • 2 speelborden
  • Scoreblaadjes
  • Potlood
  • 2 x …. Moleculenkaartjes
  • Vragenkaartjes

 

Doel van het spel
Het doel van het spel is als eerste speler of team (2 personen) raden welk molecule op het kaartje van je tegenstander staat.
De speler of het team die als eerste 5 spelletjes heeft gewonnen, is de winnaar. Voordat het spel kan beginnen

Het spel

  1. De jongste speler of het team (2 personen) met de jongste speler mag beginnen.
  2. Stel vervolgens om de beurt een vraag, rekening houdend met de principes die in de tekst beschreven staan.
  3. Als je aan de beurt bent, neem je een vragenkaartje. Op dit vragenkaartje staat een woord of woordgroep.
  4. Vervolgens mag je één vraag stellen, in verband met het woord of de woordgroep op het vragenkaartje, om erachter te komen welk molecule je tegenstander heeft.
  5. De vraag die je stelt, moet met “ja” of “neen” beantwoord kunnen worden. Welk molecule is het?

 

Voor 2 of 4 spelers
Met je vragen probeer je dus telkens moleculen uit te schakelen. Moleculen uitschakelen is heel eenvoudig: je legt gewoon het blokje met het uitgeschakelde molecule neer. Hoe meer blokjes platliggen, hoe eenvoudiger het wordt om het molecule van je tegenstander te raden.

Voorbeeld 1:
Jij bent aan beurt en je neemt een vragenkaartje. Op het vragenkaartje staat het woord ‘ENwaarde’.
Je vraagt je tegenstander dan:
“Heeft het centrale atoom van het molecule een EN-waarde van 2,5?”
Belangrijk bij de vraagstelling is dat je rekening houdt met het woord ‘EN-waarde’!

  • Als het antwoord “ja” is, weet je dat alle moleculen waarvan de EN-waarde van het centrale atoom niet gelijk is aan 2,5  uitgeschakeld kunnen worden.
  • Als het antwoord “neen” is, kunnen alle moleculen waarvan de EN-waarde van het centrale atoom gelijk is aan 2,5 uitgeschakeld worden.

Voorbeeld 2:
Op het vragenkaartje staat het woord ‘atoomsoort’. Je vraagt aan je tegenstander:
“Bevat jouw molecule koolstofatomen?”
– Als het antwoord “ja” is, weet je dat alle moleculen die geen koolstofatomen bevatten uitgeschakeld kunnen worden.
– Als het antwoord “neen” is, kunnen alle moleculen die wel koolstofatomen bevatten uitgeschakeld worden.

Denk eraan!
Blijf de kaartjes die nog overeind staan goed bekijken. Bestudeer alle kenmerken van ieder molecule. Soms kun je met 1 slimme vraag meerdere moleculen tegelijk uitschakelen! Probeer te onthouden welke vragen je reeds gesteld hebt. Het is zonde om 2 keer dezelfde vraag te stellen.

Raden welk molecule het is
Als je denkt dat je weet welk molecule er op de kaart van je tegenstander staat, mag je raden. Je mag niet meteen raden nadat je een vraag hebt gesteld. Je moet wachten tot je weer aan de beurt bent. Let op! Als je fout raadt, heb je meteen verloren!

Einde spel

  1. Het spel is afgelopen als één team raadt welk molecule er op het kaartje van de tegenstanders staat.
  2. Dit team heeft deze ronde van het spel gewonnen.
  3. Voor elke ronde die je wint, zet je een kruisje in het juiste vakje op het scoreblad.
  4. De speler of het team die als eerste 5 rondes heeft gewonnen, is de winnaar.
  5. Stop de moleculenkaart na elke ronde terug in de juiste stapel.
  6. Schud de kaarten en begin opnieuw.

Zoektermen

Een UCLL project

logo lerarenopleidinglogo UCLLlogo Vakdidactieklogo Art of Teaching

Partners

logo covalent

translate »